De Past Perfect Continuous ('ing- vorm') gebruik je: - als iets in het verleden begonnen is, inmiddels is afgelopen en je wilt vooral de tijdsduur benadrukken. Voorbeeld : I had been studying English for six years (wel zes jaar lang, nu niet meer).
De Past Perfect Continuous maak je met het had gevolgd door been + een werkwoord dat eindigt in -ing. Je gebruikt het als je praat over iets dat duurde tot het moment in het verleden waar je het over hebt. They had been flying for five hours, when the storm broke out. I had been kissing Joan when her ex phoned.
De present perfect continuous maak je met has / have + been + werkwoord met -ing en gebruik je bij zinnen die: een herhaalde actie beschrijven die is begonnen in het verleden en doorloopt in het heden; Bijvoorbeeld: “He has been going to evening classes.”
Om de past continuous te vervoegen, gebruiken we een vorm van to be (was/were) + de stam van het werkwoord en voegen we hieraan -ing toe. Voorbeeld: I was watching TV when you called. Ik keek tv toen je belde.
De present perfect continuous (voltooid tegenwoordige tijd) is een Engelse werkwoordstijd die wordt gebruikt om te verwijzen naar een handeling die ergens in het verleden is begonnen en nog steeds voortduurt.
De present perfect continuous (ing-vorm) gebruik je: als iets in het verleden begonnen is en nog steeds voortduurt en je wilt vooral de tijdsduur benadrukken. als de handeling je irriteert. bij de woorden 'recently' en 'lately'
Voorbeelden. They were waiting for the bus when the accident happened. Caroline was skiing when she broke her leg. When we arrived he was having a bath.
De present perfect simple gebruik je voor acties die zijn afgelopen, maar die wel nog invloed hebben op het hier en nu. De present perfect continuous gebruik je bij acties die wel nog voortduren in het heden. Met die tijd duid je aan hoe lang een bepaalde actie/handeling al aan de gang is, tot nu toe.
De Present Continuous bestaat uit twee delen: een vorm van 'to be' (am/is/are) + een werkwoord met –ing erachter. De Present Continuous van 'to play' is dus: I am / He is / We are playing. Let op! In sommige gevallen moet je er een letter afhalen (bijv. have 𡪠having) of extra bij doen (bijv.
De Past Continuous bestaat uit een vorm van de verleden tijd van to be (was/were) + een werkwoord +-ing. “Wij waren aan het lopen” wordt dus “We were walking”.
Een aantal voorbeelden van zinnen in de past perfect zijn: - Right after he had shouted to me, he ran away. - Before they went to the city, they had finished the game. - I planned to go on holiday, when I had heard about the cheap ticket prices.
De signaalwoorden van de past perfect vormen het ezelsbruggetje FYNE JAS waarbij iedere letter voor een signaalwoord staat: for, yet, never, ever, just, already, since. Voorbeeldzinnen: We have been friends since high school.
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. Je gebruikt deze vorm als je het hebt over feiten, gewoonten etc. die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn. Het is dus eigenlijk hetzelfde als de Present Simple, alleen dan in de verleden tijd!
Je gebruikt de Present Perfect als je praat over dingen die in het verleden zijn begonnen, maar nog steeds bezig (kunnen) zijn, net afgelopen zijn of invloed hebben op het heden. Er zijn een aantal signaalwoorden waarbij je de Present Perfect moet gebruiken: for, yet, never, ever, just, already, since.
Past simple: I worked at the office yesterday.She worked on her project all weekend.They worked on the farm for many years.
past simple = wanneer je iets snel wil vertellen. "I just ran over an old man." "I ate a lot of chocolate so my stomach hurts." meestal nabije verleden. past continuous = soorten= het is nog bezig, het duurde lang. Je wilt een nadruk leggen op iets om iets erger te laten lijken.
We gebruiken de present simple als we het hebben over feiten, gewoonten en regelmatigheden.We gebruiken de present continuous als het in het NU plaatsvindt. We gebruiken de past simple als we het hebben over feiten, gewoonten en regelmatigheden in het verleden.
Has been and have been are both present perfect forms of the irregular verb be. Has been is the form used with a third person singular subject (including the pronouns she, he, and it—but not singular they). Have been is the form used with any other subject (including the pronouns I, we, and they).
Er staan meestal signaalwoorden in de zin die aangeven of dit het geval is. Denk aan: always, every day/week/month/year, never, often, sometimes en usually.
We gebruiken de past perfect wanneer je meerdere momenten in het verleden bespreekt. De past perfect gebruik je dan voor dat wat het langst geleden is en de past simple voor dat wat minder lang geleden heeft plaatsgevonden.
De past perfect verwijst naar een tijd voorafgaand aan het nu. Het wordt gebruikt om duidelijk te maken dat de ene gebeurtenis plaatsvond voor de andere in het verleden. Het maakt niet uit welke gebeurtenis eerst genoemd wordt - de tijdsvorm maakt duidelijk welke het eerste plaatsvond. when I arrived in the office.
To be betekent "zijn". In de tegenwoordige tijd (present simple) zijn er drie vormen: am, is en are. Ze hebben alledrie en verkorte vorm: 'm, 's en 're.
Een jack is een korte jas die tot op de heupen of middel komt, de meeste jassen van Stone Island en Parajumpers hebben zo'n pasvorm. Jassen vallen tot op de knieën of zelfs daaronder.
De present perfect heeft alles te maken met het verleden en het nu. Je gebruikt de present perfect als de zin iets over het verleden zegt en ook nu nog bezig is of nu nog invloed heeft. - I have learned English. --> present perfect --> Het is gebeurd (voltooid) en heeft ook nu nog invloed.