Afname cito-toetsen
De cito-toetsen zijn al vanaf de kleuterklas beschikbaar en worden tijdens de hele basisschoolperiode gebruikt. Per jaar zijn er drie afnamemomenten: aan het begin, het midden en het eind van het schooljaar.
De eindtoets meet de kennis en vaardigheden van een leerling. Terwijl de leerkracht in zijn of haar advies ook andere aspecten als werkhouding en motivatie meeweegt. Het schooladvies van de leerkracht weegt het zwaarst.
Alle leerlingen van groep 8 maken de eindtoets. Dit geldt voor leerlingen in het regulier onderwijs, speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Deze eindtoets meet de kennis die leerlingen hebben van taal en rekenen.
Voor de maximale score van 550 moest een leerling 20 fouten of minder maken (van in totaal 220 taal- en rekenopgaven). Bij deze score adviseren scholen het vwo-niveau. Deze leerlingen scoren dan een A+ score of een I+ score.
De Cito-toets meet namelijk geen intelligentie, maar schoolse ontwikkeling (rekenen, taal, informatieverwerking).
Vijf leerlingen haalden de maximale score van 550. Zij hadden álles goed! Dat lukte vorig jaar niemand. De meeste leerlingen haalden dit jaar een vmbo-t- of havo-niveau op de Cito-toets.
Hoeveel fouten er gemaakt kunnen worden om toch de maximale score te halen, verschilt per jaar. Hiervoor worden de scores van alle leerlingen met elkaar vergeleken en op basis van daarvan wordt de schaalverdeling gemaakt. Meestal kan een kind maximaal rond de twaalf antwoorden fout beantwoorden om toch 550 te scoren.
Leerlingen waarvan de resultaten niet meetellen zijn: zeer moeilijk lerende leerlingen (IQ<75) leerlingen met ontwikkelingsperspectief vso-arbeidsmarkt of vso-dagbesteding. leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn en om die reden de Nederlandse taal onvoldoende beheersen.
Voor rekenen beheerst 45 procent van de leerlingen het 1S-niveau. Het percentage leerlingen dat de referentieniveaus beheerst, verschilt per school.
Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd.
Er was één leerling die alle taal en rekenopgaven van de Centrale Eindtoets 2019 goed had. In 2019 behaalden 3.621 leerlingen in het reguliere basisonderwijs de hoogst mogelijke standaardscore (550). Dat is bijna 4,2% van de leerlingen die de Centrale Eindtoets hebben gemaakt.
De Cito-toets is niet verplicht. Een Eindtoets is wel verplicht. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs heeft de Eindtoets in 2015 verplicht gesteld voor alle basisschoolleerlingen in Nederland.
Wat betekent een B Score op een Cito-toets? Een B score betekent dat een kind 'ruim boven tot net boven het landelijk gemiddelde' scoort op een Cito-toets uit het Cito volgsysteem. Dit is 25% van alle leerlingen in hetzelfde leerjaar ofwel dezelfde groep.
De Cito-score mag voor het voortgezet onderwijs niet meer doorslaggevend zijn. Voorheen bepaalden middelbare scholen aan de hand van de Cito-score in welke klas en op welk niveau leerlingen geplaatst werden.
Cito-eindtoets
Sinds 2014 is het basisschooladvies bindend en leidend bij de overstap naar het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat een leerling zich met dit advies aanmeldt bij een middelbare school. Pas nadat de plaatsing bekend is, maken leerlingen de wettelijk verplichte Centrale Eindtoets.
Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd. Dit jaar behaalden de leerlingen gemiddeld een standaardscore van 535,2.
Dat zijn scores binnen een bepaalde bandbreedte: een Cito-score van 545 tot 550 betekent bijvoorbeeld een vwo-advies.
Het beste antwoord. die eerste 500 zijn bonuspunten. Zo maar, voor niets, gewoon omdat het goed klinkt een score van 500 dat is psychologisch De minimale score op de test is 501, de maximale score is 550. De gemiddelde uitslagen van scholen met de laagste en hoogste scores liggen zo tussen de 530 en 540.
Hoeveel fouten er gemaakt kunnen worden om toch de maximale score te halen, verschilt per jaar. Hiervoor worden de scores van alle leerlingen met elkaar vergeleken en op basis van daarvan wordt de schaalverdeling gemaakt. Meestal kan een kind maximaal rond de twaalf antwoorden fout beantwoorden om toch 550 te scoren.
Bij de toetsen van het CITO Leerlingvolgsysteem (LVS) wordt de uitslag omgezet in een letterscore van A tot en met E of naar Romeinse cijfers I t/m V. Het hoogste niveau is A, en het laagste niveau is E.
Iedere letter geeft een bepaald resultaat aan, waarbij geldt, dat A het hoogste niveau is en E het laagste niveau. Niveau B: gemiddeld tot goed (volgende 25%); percentiel 51 t/m 75. Niveau C: zwak tot gemiddeld (volgende 25%); percentiel 26 t/m 50.
Plaatsing in een gymnasiumbrugklas gebeurt alleen op wens van de ouders/leerling, anders wordt geplaatst in een atheneum/havo brugklas. Citoscore 545 <> 547, schooladvies: twijfel gymnasium.