Het vochtpercentage van het hout moet rond de 15% zijn. Als u met te nat hout stookt, branden de blokken niet goed en heeft de haard een onvolledige verbranding. Droog hout kunt u herkennen aan barsten, scheuren en het loslaten van de schors, maar meet het altijd voordat u begint aan het houtkachel stoken.
Een houtkachel gebruikt zo'n 250 m3 lucht per uur. Daarom is het écht nodig om een raam of ventilatierooster open te zetten.
Goede houtkachels zijn voorzien van een klep, waarmee de luchttoevoer goed te regelen is. Zet ook deze kleppen volledig open. Wordt het vuur te heet? Voeg dan geen hout meer toe.
Goed geïsoleerde woningen hebben vaak voldoende aan 7,5 kuub per jaar. Bij slecht geïsoleerde woningen kan er wel 15 m3 per jaar doorheen aan. Wilt u precies weten hoeveel kachelhout u daadwerkelijk gebruikt? Houd dan een jaar lang bij hoeveel hout u stookt.
Het vermogen of capaciteit van de haard wordt uitgedrukt is kilowat en varieert doorgaans van 3 tot 16 kW. Een openhaard gebruikt 5 a 6 kilo per uur een moderne HR houtkachel gebruikt 1 a 1 1/2 kilo hout per uur.
Om er zeker van te zijn of haardhout droog genoeg is, kunt u het beste gebruikmaken van een vochtmeter. Steek de pennetjes van de vochtmeter in de kern – oftewel de binnenkant – van het hout. Een andere check is om twee gekloofde blokken haardhout te pakken en deze tegen elkaar te slaan.
Het is mogelijk om uw kachel voor een langere periode te laten branden. Ten eerste, zorg ervoor dat de aslade leeg is voordat u de brandstof aanvult, laat daarna de toegevoegde brandstof een paar minuten op een hoge temperatuur goed branden met de luchttoevoer open. Tot slot, zet de luchttoevoer in op lage verbranding.
Kachel met ingebouwde warmtevasthoudende stenen
Als je voor een kachel met de mogelijkheid voor warmteopslag kiest, kun je aan de bovenkant in de kamer warmteabsorberende stenen toevoegen (zoals de houtkachel Jøtul F 520 High Top). Dit kan wel twaalf uur extra warmte opleveren nadat het laatste houtblok gedoofd is.
Als het vochtpercentage onder de 20% ligt, is het hout droog genoeg en geschikt om mee te stoken. Het ideale brandhout heeft een vochtpercentage van ongeveer 15%. Droger dan dat wil je jouw haardhout niet hebben: het hout brandt dan namelijk te snel. Droog hout herken je aan loszittende schors en scheuren.
De schors van naaldhout en vurenhout bevat veel hars wat voor vervuiling kan zorgen in de haard of schoorsteen. Deze houtsoorten zijn daarom geen geschikte hoofdbrandstof voor jouw houthaard of houtkachel. Naaldhout en vurenhout zijn daarentegen wel geschikt om te gebruiken in een goed brandend vuur.
Als de kachel te hard brandt, of teveel warmte afgeeft, kunt u de zuurstoftoevoer verminderen door de secundaire luchtstroom lager te zetten.
Ondanks dat de as die in de kachel overblijft, afstamt van houtblokken of bomen, is het geen GFT+E afval. De as en resten horen dan ook bij het restafval.
De ventilator zorgt er namelijk voor dat de warmte van de kachel beter wordt verspreid. Zonder ventilator duurt het langer voordat de kamer is opgewarmd, omdat de ruimte zich eerst moet vullen met warme lucht. De kachelventilator verspreidt de warmte lager de kamer in waardoor je het sneller aangenaam hebt.
Een afsluitklep is een klep die doorgaans in de pijp achter de kachel of haard of in het schoorsteenkanaal is geplaatst. Een afsluitklep wordt gebruikt om het rookkanaal te sluiten wanneer de haard niet aan staat of om het vuur te temperen.
De houtkachel wordt met hout gestookt (onbehandelde houtsoorten). Met één stookbeurt van ongeveer 1,5-2 uur verwarmt deze gedurende 12-24 uur de desbetreffende ruimte. De rest van de tijd hoeft u er niet naar om te kijken, terwijl u toch uw kamer dag en nacht lekker warm houdt.
' Schrik niet: de temperatuur in een houtkachel kan oplopen tot wel 900 graden Celsius. Dat betekent dus wel dat daardoor de buitenkant van de kachel behoorlijk warm kan worden. Gebruik daarom altijd ovenhandschoenen als u de kacheldeur opent of de luchtschuiven bedient.
De kachelpijp moet vooral waterdicht zijn en bestand zijn tegen de hoge verbrandingstemperaturen. Hout is de brandstof die de hoogste temperaturen genereert, hoger dan die uitgestoten door pelletkachels. Tijdens een uitbraak met hout is de gemiddelde temperatuur 350 ° C, met temperatuurpieken tot 600 ° C.
Kachelruit schoonmaken
Ten eerste adviseren wij bij Warmtestore u om de ruit één keer per week schoon te maken. Want bij regelmatig onderhoud, wordt deze ook minder vies. Dit zorgt ervoor in de meeste gevallen dat u met een vochtige doek al ver komt.
Op vlak van warmteafgifte zijn er nauwelijks verschillen tussen hardhout (beuk, eik, meranti,…) en zachthout (berk, els, linde,…). Maar toch kiezen de meeste mensen voor hardhout voor de mooie vlammen en de lange brandduur. Zachthout brandt sneller weg en moet je dus vaker aanvullen.
Vers hout bevat 80% vocht en dat moet er eerst uitdrogen. Want nat hout geeft veel minder energie en warmte. Het drogen duurt 1 tot 2,5 jaar. Es, linde, wilg en berk (1,5 jaar drogen) en fruitbomen, eik en beuk (2,5 jaar drogen) leveren favoriet brandhout.
Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen. Er bestaan in de handel goedkope en eenvoudige toestelletjes om dit vochtgehalte te meten.
Uitstekend brandhout, maar het moet – in tegenstelling tot andere houtsoorten – twee jaar op een onafgedekte plaats worden bewaard, zodat de regen de tannine kan verwijderen; vervolgens moet het nog een of twee jaar op een beschutte plaats worden bewaard voordat het in de kachel mag.
Hout droogt niet van de zon maar van de wind! Zonlicht dat direct op de kopse kant van het hout valt kan zelfs de droging sterk vertragen doordat de kanaaltjes aan de buitenkant sterk drogen, zich sterk vernauwen en zelfs afsluiten. Wanneer dat gebeurd is, kan het hout alleen nog aan de schaduwzijde drogen.