Wanneer je de vogels voert op een voerplank met opstaande randen, verklein je de kans dat voer op de grond valt en het naast vogelvoedsel ook voedsel voor de muizen en ratten wordt. Wanneer er eten blijft liggen is dit natuurlijk aantrekkelijk voor de knaagdieren die in je tuin proberen te overleven.
Steenuilen vangen zo af en toe bruine ratten en vrijwel altijd onvolwassen dieren; volwassen ratten zijn een maatje te groot voor een steenuil.
Veel vogelsoorten zoeken hun voedsel van nature op de grond. Een sneeuwvrije plek is dan ook een geschikte voederplaats, liefst in de buurt van struiken of een haag, zodat vogels bij gevaar snel een veiliger plek kunnen vinden.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Zo zorg je ervoor dat hij uit de wind, regen en zon hangt. Hang hem op een rustige plaats. Vogels houden niet van te veel activiteit rondom hun nest. Naast de voordeur of boven het terras zijn wat dat betreft minder ideaal.
Leg of hang het voer niet op een open plek
Het is daarom verstandig om het voer altijd dichtbij een beschutte plek te leggen of hangen. Dichtbij een struik is bijvoorbeeld ideaal. Hier voelen de beestjes zich veel veiliger dan in de open ruimte, waardoor u de kans op vogelbezoek vergroot.
Ook de vorm waarin het wordt gegeven belangrijk. Gepelde haver wordt door bruine ratten veel beter opgenomen dan gepunte. Havermeel lusten ze weer niet. Andere veelgehoorde lokmiddelen zijn pindakaas, chocolade of geplette noten.
In het ergste geval kunnen ratten de vogels in de volière doden. Dat geldt niet alleen voor kleine vogels of voor jongen, maar ook eieren en volwassenen kunnen doelwit zijn van ratten in de omgeving.
Voedsel(resten) en dierenvoer trekken ratten aan. Een rattenplaag kun je voorkomen door geen afval op te hopen en afsluitbare afvalbakken te nemen. Als je voedsel en dierenvoer in je kelder, garage of schuur opslaat, kies dan voor knaagdierbestendige bakken.
Zo doen pindakaas en vlees het best goed als je ratten wilt lokken. Noten en fruit is ook mogelijk, respectievelijk vanwege het vetgehalte (noten) of het suikergehalte (fruit). Verder kun je hun aandacht trekken met gepelde granen en slaan ze zelfs katten- of hondenbrokken niet over.
Zowel bruine ratten als zwarte ratten kunnen goed klimmen. Zwarte ratten zijn er echter iets beter in, omdat ze van nature gewend zijn om in bomen te leven. Waarom zwarte ratten graag op hoge plekken leven?
Wanneer moet je de vogels in je tuin bijvoeren? Tuinvogels bijvoeren kan het hele jaar door en is zelfs wenselijk. Wanneer je het hele jaar tuinvogels voert maak je ze niet afhankelijk. Vogels zoeken hun voedsel eerst zelf in de natuur, daar is helaas steeds minder te vinden.
Om te beginnen zijn er natuurlijk zonnebloempitten, gepelde pinda's en vetbollen, die in combinatie met een fraai voederhuisje een praktisch geheel vormen. Als aanvulling hierop zou je kunnen gaan voor vogelpindakaas in verschillende smaken zoals bosvruchten en zonnebloempitten.
Zorg voor een veilige aanvliegroute, zodat roofvogels de vogels niet te pakken krijgt. Plaats nestkasten daarom het liefst in de buurt van (stekelige) struiken, hagen of bomen. Zo kunnen vogels hun nest veilig bereiken. Vooral bramen en meidoornhagen zijn geschikte plekken om een tussenlanding te maken.
De aanvliegroute moet vrij zijn. De houtdikte van het kastje moet minimaal anderhalve centimeter zijn. Anders wordt het binnen te koud of te warm. Het huisje moet neutrale kleuren hebben, en op ongeveer 1,5 tot 3 meter hoogte hangen, dit hangt af van de hoeveelheid verstoring in je tuin (katten, honden, andere dieren).
Daarom adviseer ik echt iedereen die een vetbolletje voor de vogels op wil hangen, deze eerst van zijn netje te ontdoen. Leg de bolletjes vervolgens gewoon los in je vogelhuisje of op een handig voederplateau. Dat is ook nog eens beter voor het milieu.
Waar hangt u het voederhuisje? Het voederhuisje dient bij voorkeur op een open plek te hangen en uit de buurt van eventuele jagers zoals katten. Het voederhuisje moet op een overzichtelijke plek hangen met eventuele een ontsnappingsstruik naast het huisje. Zo kunnen de vogels, mits het nodig is, vluchten voor gevaar.
Nederlandse koolmezen zijn standvogels en overwinteren dus in ons land. In strenge winters overwinteren koolmezen uit Scandinavië en Oost-Europa in grote aantallen in Nederland, maar ook nog zuidelijker.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Honing verstrekken aan onze vogels betekent ook de medicinale stoffen van de planten waaruit de honing is gewonnen benutten. Honing van paardenbloemen, als voorbeeld, bevat veel eiwitten wat het broeden bevordert. Zo heeft iedere honing zijn werking op het lichaam.