Je voelt de wind in je gezicht. Windkracht 3: Bladeren bewegen.Stof waait op.
3: Matige wind (12-19 km/uur)
De meest voorkomende windkrachten liggen in Nederland tussen de 2 Bft (zwakke wind) en 5 Bft ( vrij krachtige wind). Windkracht 5: bladeren van bomen ruisen en kleine bomen bewegen, vuilnisbakken waaien om.
3 Bft – matige wind – 7 tot 10 knopen – Kleine brekende golfjes met schuimkopjes op zee; IJssel- en Markermeer kleine golfjes.
Iedereen ervaart fietsen in de wind anders. Voor sommigen kan windkracht 3 of 4 al te zwaar zijn voor het fietsen, anderen ervaren pas problemen bij windkracht 7 of 8. Blijf bij twijfel thuis en kies een ander moment om te gaan fietsen.
De Schalen van Beaufort uitgelegd:
Kleine rimpeling op het water. Zwak, flauwe koelte: Wind voelbaar in gezicht, bladeren bewegen licht, vlag beweegt, kleine korte golfjes. Matige wind, lichte koelte: Bladeren bewegen steeds, vlaggen wapperen, kleine golfjes met lichte schuim.
Windkracht 0-4, de eerste vijf, beschreven hoe het schip voer met alle zeilen op. De volgende vijf (5-9) beschreven hoeveel zeil een schip kon blijven voeren bij de betreffende windkracht. De laatste drie (10-12) gaven aan hoe een schip bij een zware storm of orkaan moest overleven.
Schoorsteen-rook gaat een bepaalde kant op. Windkracht 2: Vlaggen bewegen.Je voelt de wind in je gezicht.
In het zomerhalfjaar ligt de gemiddelde windsnelheid landinwaarts tussen 10 en 13 km/uur (2-3 Bft), aan zee tussen 22 en 25 km/uur (4 Bft). In het winterseizoen ligt de gemiddelde windsnelheid een stuk hoger met 13 tot 16 km/uur landinwaarts (3 Bft) en 28 tot 31 km/uur (4-5 Bft) langs de kust.
De wind waait vrijwel nooit met een constante snelheid of uit dezelfde richting. Bereikt een windvlaag een snelheid van minstens 50 kilometer per uur, dan is er sprake van een windstoot. Zodra de windstoten snelheden van boven de 75 kilometer per uur bereiken, dan volgt er een waarschuwing voor zware windstoten.
De wind wordt gemeten op een mast met een anemometer. Dit instrument is in 1846 geïntroduceerd door de Ierse astronoom Thomas Romney Robinson (1792-1882). Een anemometer is een ronddraaiend molentje met drie of vier halve bollen (cups) die met stangetjes aan een draaibare as zijn bevestigd.
Vliegtuigen hebben in weinig last van de wind als ze eenmaal in de lucht zitten. Het grote probleem doet zich voor als vliegtuigen moeten opstijgen en landen. Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen.
Dat is zo tussen de 5 en 15 knopen. Voor beginnende zeilers is tussen de 5 en 10 knopen (2 à 3 Bft) ideaal zeilweer. Gevorderde zeilers kunnen al wat hardere wind hebben, bijvoorbeeld tussen de 11 en 15 knopen.
Werken vanaf windracht 6 gevaarlijk
Hoewel windkracht 5 al voor extra risico's op de werkplek kan zorgen, staan in het Arbobesluit alleen grenswaarden voor werken in koud en warm weer en niet voor werken in harde wind en storm.
En de schaal van Beaufort gaat tot windkracht 12. Met windsnelheden van 120 kilometer per uur. Dan kun je hier niet meer staan en op zee kun je niet meer varen.
Vanavond is het half bewolkt met in het oosten een enkele bui. De wind komt eerst uit het zuidwesten, later uit het westen en wordt matig tot vrij krachtig, vlak aan zee krachtig of hard, windkracht 6 tot 7 en in het Waddengebied later mogelijk stormachtig, windkracht 8.
Wil je, als man, trainen om met 12.3 km/u een helling van 10% op te fietsen? Om dit vermogen te trainen kun je net zo goed: met diezelfde snelheid tegen een wind van 67 km/u (windkracht 8) fietsen, of. met de dubbele snelheid van 24.6 km/u tegen een wind van 31 km/u in (windkracht 5)
Op een weerstation wordt onder andere de windsnelheid continu gemeten met een windmeter (anemometer), die standaard op 10 meter hoogte is opgesteld. Voor betrouwbare, en goed onderling vergelijkbare metingen, mag het windveld op een weerstation niet door obstakels (bijvoorbeeld bomen of gebouwen) beïnvloed worden.
Wat zijn de gevolgen van storm en windstoten? Windsnelheden van 75-100 km per uur zorgen voor schade, bijvoorbeeld door dakpannen die van daken waaien en takken die afbreken. Bij windsnelheden boven de 100 km per uur is het echt gevaarlijk.
Vanaf windracht 6 wordt werk gevaarlijk
Over het algemeen geldt dat werken vanaf windkracht 6 gevaarlijk wordt. Dan mogen werknemers niet meer werken op rolsteigers, hangsteigers, werkbakken en hoogwerkers en geen ladders meer gebruiken.
Zuidwestenwind. Zuidwestenwinden zijn warmer dan westenwinden en de lucht wordt aangevoerd vanaf zee. Door de hogere temperatuur kan de lucht meer waterdamp bevatten, waardoor buien vaak talrijker en steviger zijn. De weerspreuk: “zuidwest regennest” benadrukt het natte weertype bij een zuidwestenwind.
Soms wordt zelfs gezegd dat je bij windkracht 6 niet meer op je tweewieler moet stappen. Windkracht 8: bij deze windkracht wordt fietsen sterk afgeraden. Bij een windkracht 8 is er storm. Ook handig in de koude maanden: zorg ervoor dat je fietsslot niet bevroren raakt.