Het slachtoffer heeft bijna geen hoorbare ademhaling (hooguit enkel een piepend geluid). Een hulpverlener dient het slachtoffer voorover te buigen en met de hand vijfmaal krachtig tussen de twee schouderbladen te slaan.
Het voedsel komt dan in de luchtpijp terecht en in de meeste gevallen leidt dit tot een hoestbui, door het hoesten schiet het stukje voedsel los. Iedereen maakt dit wel eens mee. In enkele gevallen gaat het niet goed, men krijgt het benauwd, kan niet meer praten of hoesten en kan geen lucht meer krijgen.
Zo herken je een ernstige verslikking:
Paniek of naar de keel grijpen. Niet kunnen spreken of ademen (wel soms piepende ademhaling) Soms: zacht of stil hoesten. Verminderd bewustzijn krijgen of bewusteloos raken.
Wanneer door voedsel of iets anders de luchtpijp helemaal of gedeeltelijk afgesloten wordt, kan er niet voldoende lucht worden ingeademd. Hierdoor kan iemand stikken. Er is dan sprake van een gevaarlijke, levensbedreigende situatie waarin snel actie moet worden ondernomen.
Slaapgerelateerde ademdisfuncties zijn korte episodes van geheel of gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen tijdens de slaap. De belangrijkste symptomen zijn snurken, benauwdheid, gevoel van stikken, en naar lucht happen.
U kunt zich verslikken in uw eigen speeksel. Het is dan ook erg belangrijk dat uw mond zo schoon mogelijk is en blijft. Volgt u bij het tandenpoetsen de adviezen van de verpleegkundige goed op. U kunt zich bijvoorbeeld ook verslikken in tandpasta.
Vergeleken met 1996 verdriedubbelde het aantal drugsdoden tot 67. Waar in 1996 nog 80 mensen overleden door rook, vuur of vlammen, is in 2014 dat aantal gedaald tot 37. Het aantal doden door verstikking is daarentegen gestegen tot 60.
Kort gezegd moet je, als je dus het gevoel hebt dat je stikt, een houding aannemen alsof je een push-up gaat doen. Dan laat je je armen voorover vallen zodat je met je borstkas een smak op de grond maakt. Dit zou ervoor moeten zorgen dat hetgeen wat je luchtpijp verstopt, eruit schiet.
Bij een verslikking blijft het kind volledig bij bewustzijn, het praat of huilt en hoest flink. Bij een verstikking vermindert het bewustzijn, kan het kind niet praten of goed hoesten en ziet deze steeds blauwer.
Wanneer er ernstige verslikking is, dan geeft het slachtoffer aan benauwd te zijn. Hij/zij grijpt mogelijk naar de keel, kan niet praten of hoorbaar hoesten, is in paniek, probeert adem te halen dit kan soms een gierend geluid geven.
Maar als je je verslikt, sluit het strottenklepje de luchtpijp niet goed af en kan een deel van het voedsel in je luchtpijp en longen komen. Vorig jaar meldden tussen de 700 tot 1.800 mensen zich op de Spoedeisende Hulp vanwege ernstige verslikkingen en verstikkingen door voedsel en drank.
Bij verstikking is de toegangsweg voor lucht afgesloten, waardoor zuurstoftekort ontstaat. Je kunt niet hoesten en praten of alleen heel zacht. Verstikking of dreigende verstikking is een ernstige toestand, die zonder ingrijpen tot de dood leidt.
Zuurstoftekort in het bloed leidt na enkele minuten tot verlies van het bewustzijn en zeer snel tot het uitvallen van vitale organen, met name de hersenen.
Voortdurend hoesten en gevoelens van verstikking kunnen veroorzaakt worden door spasmen van de spieren van de stembanden of door verlamming van de spieren die de stembanden openen. Er kan sprake zijn van een plotselinge afsluiting ter hoogte van de stembanden door spasticiteit van de sluitspieren van de stembanden.
De hersenen hebben een noodvoorraad zuurstof van 3 minuten. Als het zuurstoftekort langer duurt worden eerst de meest kwetsbare delen aangetast. Naarmate het zuurstoftekort voortduurt sterven meer hersendelen af. In normale omstandigheden is er na 9 minuten sprake van hersendood.
Aspiratie. Wanneer voeding of speeksel in de longen komt en u onvoldoende kracht heeft om het voedsel uit de longen te hoesten, is er sprake van aspiratie. Dat kan gevaarlijk zijn. Wanneer er voeding of speeksel in de longen komt heeft u namelijk een grotere kans op het ontwikkelen van een longontsteking.
Het is mogelijk dat er toch voedsel in de longen terechtkomt. Dit kan gebeuren als u: niet voelt dat er eten en drinken 'het verkeerde keelgat' in gaat; moeite heeft met hoesten of als u niet meer kunt hoesten.
Door met een vuist op je buik te slaan. Maak een vuist met één hand, en zet deze vlak boven je navel. Leg je andere hand daar plat bovenop en duw zo hard je kan in korte, snelle bewegingen. Herhaal een 5-tal keer.
Popcorn kunnen ze wegens de vorm en hoe licht ze zijn heel makkelijk inademen en dan stikken ze erin. Het schiet makkelijk de luchtpijp in.
Dat doen we als volgt: laat het slachtoffer lichtjes naar voor buigen. Met de niet-dominante hand ondersteun je de borstkas, met de andere hand dien je korte krachtige slagen toe, tussen de schouderbladen. Na elke slag controleer je of het voorwerp is losgekomen.
Spontane hoest, concluderen de onderzoekers, wordt tijdens de slaap onderdrukt. Hoest maakt mensen zelden wakker. Datzelfde geldt voor niezen: zelfs als er wel veel prikkels in onze omgeving zijn die ons zouden laten niezen, worden die tijdens de slaap genegeerd. Althans, tot op zekere hoogte, zegt Van der Werf.
“Slikken vraagt veel van het reactievermogen. Bij ouderen kan dit, bijvoorbeeld door vermoeidheid, soms wat minder zijn. En soms spelen er ook andere kwalen of zelfs ziektes een rol. Bij de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson of na een beroerte krijgen mensen bijvoorbeeld slikproblemen.”
Indien iemand zich regelmatig verslikt, wijst dit op een mogelijke slikstoornis. stille aspiratie: als de hoestreflex uitblijft of niet krachtig genoeg is, komt voedsel of drank terecht in de luchtweg. Keelschrapen, kuchjes, ademnood en borrelende stem na het slikken kunnen signalen zijn van stille aspiratie.
Door zo'n afsluiting kan de snurker niet stikken! De hersenen geven namelijk een alarmsignaal af, waar- door de snurker minder diep gaat slapen of zelfs (soms benauwd) wakker wordt. De spieren in het zachte gehemelte en de tong worden dan meer aangespannen.