Voor veel mensen met autisme is direct oogcontact niet alleen ongemakkelijk, maar soms zelfs overweldigend. Dit kan te wijten zijn aan een aantal factoren: Sensorische gevoeligheid: Oogcontact kan fysiek onaangenaam zijn vanwege verhoogde sensorische gevoeligheid, een veel voorkomend kenmerk bij autisme.
Afgezien van sociale angst kunnen autisten oogcontact verwaarlozen omdat ze er minder informatie uit kunnen halen of ze kunnen overstimulering vermijden door korter naar de ogen kijken dan andere mensen, maar wat ze in elk geval niet doen is oogcontact vermijden.
Duidelijk communiceren
Ze nemen je woorden soms heel letterlijk. Het kan voor mensen met autisme ook moeilijk zijn om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. Maak daarom duidelijk wat jouw punt is. Praat rustig, duidelijk, direct en precies.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Autismespectrumstoornissen komen ook onder ouderen voor. Oudere patiënten melden zich meestal met cognitieve klachten, gedragsproblemen of somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten. Overweeg dan ook een autismespectrumstoornis. Verwijs de patiënt bij een dergelijk vermoeden door naar de ouderenpsychiatrie.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Mensen met autisme gaan dan ook vaak heel primair reageren als ze stress hebben. Ze kunnen dan niets meer met hun frustratie. Ze hebben er geen controle meer over. En dan worden ze agressief, willen ze vluchten, bevriezen ze of worden ze suïcidaal.
Moeilijkheden met veranderingen en overgangen
Dit kan het voor hen moeilijk maken om dingen te doen zoals baden of tandenpoetsen zo vaak als nodig is. Het is vrij gebruikelijk dat autistische mensen moeite hebben om in de douche of het bad te stappen en/of de verandering van het gevoel van droog naar nat te haten.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
Je autistische kind luistert niet. Het lijkt alsof je woorden niet binnenkomen of met vertraging. Je kind geeft geen reactie als jij iets tegen hem of haar zegt. Doof is je kind niet, want op andere momenten hoort hij of zij goed.
Bij oogcontact kan een autistisch persoon sensorische hyperreactiviteit ervaren, zoals het zien van te veel mensen tegelijk, en kan sensorisch defensief gedrag vertonen, zoals het bedekken van de ogen .
Ze vermijden oogcontact om beter samen te werken met hun onderbewuste. Iemand aankijken zorgt er namelijk voor dat je bewust bij een gesprek bent en minder in contact bent met je onderbewuste. Dit kan voor sommige hoogsensitieve mensen als onwennig worden beschouwd.
Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden helemaal in beslag genomen door dat absolute gevoel. Daardoor zijn ze blind voor andere elementen in hun omgeving, die dat wat ze voelen in een ruimer kader situeren en dus zouden kunnen relativeren. Daardoor hebben ze veel minder controle over hun gevoelens.
Dit kan leiden tot een opbouw van stress, waardoor iemand in een constante staat van hyperopwinding verkeert, vaak aangeduid als de 'vecht- of vluchtmodus'. Deze staat van hyperopwinding kan ertoe leiden dat autistische mensen meltdowns of shutdowns ervaren als gevolg van het volledig overweldigd zijn.
Veel mensen met autisme ervaren moeilijkheden in hun gevoelswereld en het uiten van emoties. Voorkomende kenmerken: Niet goed kunnen aanvoelen en bepalen of je nu blij, boos of verdrietig bent. Snel in de war of overprikkeld raken door je eigen emoties.
Moeilijke sociale situaties en sensorische omgevingen kunnen stress en angst bij autistische mensen vergroten. Een andere belangrijke oorzaak van angst is het gevoel verkeerd begrepen te worden en/of niet geaccepteerd te worden door niet-autistische mensen. Om 'erbij te horen' en niet als anders gezien te worden, kunnen autistische mensen zich maskeren of camoufleren.
Simpel gezegd suggereert de theorie van het dubbele empathieprobleem dat wanneer mensen met zeer verschillende ervaringen van de wereld met elkaar omgaan, ze moeite zullen hebben om empathie voor elkaar te voelen . Dit zal waarschijnlijk worden verergerd door verschillen in taalgebruik en -begrip.
Sommige autistische mensen communiceren voornamelijk of alleen via gebarentaal of ondersteunende en alternatieve communicatiemiddelen, terwijl de meerderheid van de autistische mensen gesproken taal gebruikt . Het gebruik van gesproken taal door autistische mensen verschilt vaak van de manier waarop allistische (niet-autistische) mensen communiceren.
Mensen met autisme ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Ze hebben vaak moeite met veranderingen.Contact maken met andere mensen gaat vaak moeilijk. Autisme is aangeboren.
Maskeren (ook bekend als 'camouflage') is wanneer een autistische persoon 'een masker opzet' om neurotypisch en 'minder autistisch' te lijken.
Door autisme is het lastig om losse informatie te ordenen en te verwerken tot een groot samenhangend geheel. Waar anderen een film zien, ziet iemand met autisme eigenlijk allemaal losse beelden. Zo ziet de wereld eruit als je autistisch bent.