Twee belangrijke aspecten die energie kunnen slurpen zijn overprikkeling en “doen alsof”. Een overdaad aan externe prikkels (waarnemingen) of interne prikkels (gedachten, emoties) bij mensen met autisme ervoor kan zorgen dat er minder energie over is om nieuwe dingen te verwerken: er ontstaat een soort informatie-file.
Mensen met overprikkeling hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties. Bij sommige mensen leidt dit tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval.
Een bad kan ook goed helpen, bij kinderen kan het echter ook leiden tot extra prikkels. Mediteren helpt goed maar lukt lang niet altijd. Mindfullness werkt heel goed bij mensen met autisme maar ook bij andere doelgroepen. Ga wandelen in een bekende rustige omgeving waar je niet te veel mensen tegenkomt.
Bij onderprikkeling komen er minder prikkels binnen dan nodig is. Kinderen en volwassenen met autisme die heen en weer wippen, of ergens aan friemelen, doen dat om actief te blijven. Ook het 'tollen om de eigen as' is een voorbeeld van onderprikkeling. Ons evenwichtssysteem is ook een zintuiglijk systeem.
Onderprikkeling ontstaat door te weinig prikkels: sleur, te veel routine, te weinig uitdaging en vernieuwing. Geen nieuwe voeding, geen nieuwe energie. Ook kan het zijn dat je te weinig bewust bent van de prikkels om je heen, omdat het brein ze als 'saai' heeft bestempeld en ze als het ware 'wegfiltert'.
Sommige mensen met autisme kiezen bewust voor minder opvallende alternatieven. Bijvoorbeeld het tikken met een pen of het bewegen van een been onder de tafel. Stimming komt veel voor bij mensen met autisme en heeft belangrijke functies, bijvoorbeeld het kalmeren bij stress en het voorkomen van over- of onderprikkeling.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Autisme uit zich op talloze verschillende manieren
Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context.
Bij psychosen of overprikkeling kan antipsychotica worden voorgeschreven. Dit remt in de hersenen de effecten van natuurlijk voorkomende stoffen, voornamelijk van dopamine. Hierdoor verminderen psychosen en onrust.
Het is eigenlijk niks anders dan een overdosis aan prikkels, waardoor je zenuwstelsel 'op tilt' gaat. Je hersenen krijgen meer prikkels dan ze kunnen verwerken. We kunnen drie vormen onderscheiden: Cognitieve overprikkeling: Dat houdt in dat alles wat met denken en leren te maken heeft, overprikkeld is.
Veel kinderen met autisme fladderen of springen heel opvallend. Of ze roepen woorden of maken piepende geluiden. Je zou denken dat ze er gelukkig van worden maar in tegendeel het is een uiting van stress/spanningen of overprikkeling of onderprikkeling.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Mensen met autisme hebben moeite met liegen of manipuleren. Anderzijds brengt hun nood aan voorspelbaarheid, hun gebrek aan flexibiliteit en hun onvermogen om subjectief te denken mee dat ze de regels respecteren, hun plicht doen en blijk geven van objectiviteit en een onwrikbare logica.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Wel hebben alle mensen met autisme met elkaar gemeen dat ze moeite hebben om andere mensen goed te begrijpen en aan te voelen. Omdat ze moeite hebben met overzicht en het onderscheid tussen betekenisvolle hoofd- en bijzaken, hebben ze ook veel behoefte aan vaste patronen en voorspelbaarheid.
Moeite om zich in een ander te verplaatsen. Functioneel denken (Beperken tot 'logica' en missen van sociale aspecten) Moeite met inschatten andere mensen. Moeite met herkennen en onder woorden brengen van eigen gevoelens en gedachten.
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Sommige kinderen met autisme lijken minder behoefte aan slapen te hebben. Zij kunnen zich op wakkere momenten uitstekend bezig houden, zonder hun ouders uit hun slaap te houden. Vergeleken met leeftijdgenoten zonder autisme is de algemene slaapkwaliteit beduidend slechter.
Als je kind zijn of haar echte behoeften en echte gevoelens niet weet te uiten, kan het agressief reageren om toch aandacht en contact te krijgen. Agressie is dan een vorm van communicatie. Je kind kan ook blijven hangen in dit gedrag, omdat het altijd heeft gewerkt tot nu toe.
Oorzaak. Stimmen is een reactie op overprikkeling bij autisme en ADHD, waarbij het stimmen als doel heeft de overprikkeling door een tegenprikkeling tot rust te brengen.
Onbegrip, sociale eenzaamheid en isolement, beperkte vrijetijdsbesteding, geen passend onderwijs, angsten en overprikkeling, overbelasting van naasten, zoals partners, familieleden en ouders zijn een aantal veel voorkomende problemen.
Autistisch denken is dingen anders waarnemen en begrijpen. Mensen met autisme ontwikkelen zich anders en gedragen zich anders omdat ze de wereld anders waarnemen en begrijpen. Menselijk gedrag wordt immers bepaald door wat we waarnemen en hoe we die informatie verwerken.