Bij blaaskanker krijgen patiënten vaak te maken met specifieke problemen, zoals plasproblemen of seksualiteit, naast de klachten die zich voordoen bij kankerpatiënten in het algemeen, zoals vermoeidheid, pijn, beperkingen in het sociale leven en diverse psychische problemen zoals angst en onzekerheid.
Bij blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid kunt u pijn in de zij of in het bekken voelen. U krijgt een CT-scan van de buik en borst, of een MRI van het bekken met een longfoto. Hiermee is te zien of er uitzaaiingen zijn. Als u geen uitzaaiingen heeft, kan behandeling u genezen.
Blaaskanker ontwikkeld zich meestal langzaam en komt vaker voor bij ouderen van boven de 60 jaar. Blaaskanker kent verschillende groeistadia, en de behandeling hangt af van het stadium waarin de tumor zich bevindt.
Om de diagnose blaaskanker vast te stellen is het nodig dat de uroloog uw blaas en andere delen van de urinewegen onderzoekt. Zo krijgt hij informatie over de plaats en het stadium van de tumor. Dit bepaalt welke behandeling voor u het best is.
Blaaskanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De meeste blaaskankerpatiënten zijn ouder dan 55 jaar maar het kan op elke leeftijd voorkomen.
Patiënten met niet-spierinvasieve blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving.
Als blaaskanker uitzaait naar andere plekken in het lichaam, is dat meestal naar de longen of de botten. Bij ruim 3 van de 10 mensen met uitzaaiingen van blaaskanker zitten de uitzaaiingen in de longen.
Bij blaaskanker is het moeilijk vast te stellen of iemand echt genezen is. Ook na een behandeling die gericht is op genezing, kan de ziekte terugkomen. Als de ziekte terugkomt, is dat meestal binnen vijf jaar. Bij oppervlakkige vormen van blaaskanker is de kans dat de ziekte binnen vijf jaar terugkomt gemiddeld 55%.
Blaastumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren van de blaas worden goedaardige poliepen of benigne papillomen genoemd. De kans dat een tumor in de blaas goedaardig is, is ongeveer 5%. De resterende 95% is kwaadaardig; dan is sprake van kanker.
Symptomen van blaaskanker zijn bloed in de urine, pijnlijk, moeilijk of juist veel plassen, chronische blaasontsteking en buikpijn. Het kan voorkomen dat de ziekte pas wordt ontdekt wanneer er uitzaaiingen zijn en deze klachten veroorzaken in het lichaam.
De belangrijkste risicofactor voor blaaskanker is roken. 30 tot 40% van de mensen met blaaskanker hebben de ziekte gekregen door- dat zij rookten. Rokers hebben ongeveer 3 keer zoveel kans op blaaskanker dan niet-rokers.
De kans dat een tumor in de blaas goedaardig blijkt te zijn is ongeveer 5%. De resterende 95% zijn kwaadaardige tumoren die verdeeld worden in niet-spierinvasieve en spier-invasieve tumoren.
Onderzoek om de diagnose blaaskanker te stellen
Om te achterhalen of je blaaskanker hebt, doet de arts onderzoek naar de oorzaak van je klachten. Zo kan de arts de diagnose stellen. In het ziekenhuis krijg je een of meer van de volgende onderzoeken: urineonderzoek – onderzoek van de urine onder de microscoop.
Het is vaak onduidelijk hoe blaaskanker ontstaat. Wel is bekend dat bepaalde zaken de kans erop kunnen vergroten: roken. werken met aromatische aminen, een bepaald type giftige stoffen.
Klachten en symptomen bij blaaskanker
bloed in de urine (meestal zonder pijn en als er pijn is, is het niet constant, het bloed is slechts af en toe aanwezig); pijn bij het plassen (een branderig gevoel, moeilijk plassen); vaak moeten plassen (irritatie van de blaaswand zorgt voor meer aandrang om te plassen);
De belangrijkste risicofactor voor blaaskanker is roken. Het veroorzaakt ongeveer de helft van de gevallen. Als je rookt, heb je 4 keer meer kans om blaaskanker te ontwikkelen. Ook bepaalde chemische stoffen, bijvoorbeeld in de rubber-, verf- of olie-industrie, verhogen het risico op blaaskanker.
Klachten. Blaaskanker verraadt zich meestal doordat het fragiele kankerweefsel gemakkelijk bloedt, resulterend in een rode verkleuring van de urine. Hoewel zoiets toch een alarmerend teken is, gaan veel mensen die bloed in de urine zien hiermee niet direct naar de dokter.
Bij lokaal / lokaal gevorderde blaaskanker is de tumor in de spierlaag van de blaas gegroeid (T2) of doorgegroeid in het omliggende vetweefsel (T3). Als tumoren gevonden worden in nabije organen zoals de prostaat, baarmoeder, of weefsel van de bekkenbodem of buikwand, dan heeft het de classificering T4.
Ook zijn met een CT-scan uitzaaiingen in de longen te zien. Je kunt een CT-scan krijgen als blijkt dat je spierinvasieve blaaskanker hebt.
Kankeronderzoek (MRI en CT) Door middel van preventief kankeronderzoek kunnen tumoren in een vroegtijdig stadium worden ontdekt. Kanker is beter te behandelen en de kans op genezing stijgt, wanneer dit vroegtijdig wordt ontdekt.
Controles bij spierinvasieve blaaskanker
Na de diagnose en behandeling krijg je de eerste 3 jaar meerdere controles. Daarna 2 jaar iedere 6 maanden. Daarna jaarlijks. Het verschilt per persoon hoe lang je onder controle blijft.
Roken is de belangrijkste risicofactor voor blaaskanker. Nicotine irriteert de blaas waardoor de cellen van het slijmvlies in de blaas aangetast kunnen worden. Bij 3 tot 4 van de 10 mensen met blaaskanker is roken de oorzaak.
Pijn door kanker is op het moment dat je kanker hebt en ergens tumoren hebt, met eventueel uitzaaiingen. Dan kun je pijn krijgen doordat tumoren drukken op zenuwen, of omdat die weefsel kapot maken. En datzelfde geldt voor de uitzaaiingen. Die kunnen ook op zenuwen drukken, dan wel weefsel kapot maken.
Een blaaspoliep is dus kwaadaardig, maar nog niet erg agressief en nog niet ver gegroeid. Wanneer een blaaspoliep on-ontdekt blijft, dan kan ze verder groeien, woekeren en uitzaaien: dan wordt niet meer over een poliep gesproken, maar over echte blaaskanker.