Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een. Het is de/een kast, het/een huis, de/een week, enz. Ze worden daarom ook wel 'de-woorden' en 'het-woorden' genoemd. In verbindingen als het grote huis is huis het zelfstandig naamwoord.
Een zelfstandig naamwoord verwijst naar een persoon, ding, concept of plaats. De meeste zinnen bevatten minimaal één zelfstandig naamwoord of voornaamwoord. Ze worden vaak voorafgegaan door een lidwoord (de, het of een), maar niet altijd. Voorbeelden: Zelfstandig naamwoorden in een zin De hond rende heel snel.
Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin en een zinsdeel met een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over het onderwerp. Het naamwoordelijk gezegde geeft een toestand aan: het onderwerp is/ wordt/ blijft/ blijkt/ lijkt/ schijnt/ heet iets. De jongen is koning.
Het naamwoordelijk deel geeft een eigenschap aan van het onderwerp. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zin: Mijn buurvrouw is huisarts. Het koppelwerkwoord is verbindt het naamwoordelijk deel huisarts met het onderwerp mijn buurvrouw.
Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort dat een mens, dier, ding, (eigen)naam, gebeurtenis, plaats of abstracte zaak zoals gevoelens aanduidt. Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden zijn: man,, kat, tafel, Amsterdam, moederdag, hemel of liefde.
Zelfstandige naamwoorden hebben deze kenmerken: Ze zijn abstract of concreet.Ze zijn eigen of algemeen . De meeste zijn enkelvoud of meervoud, maar...
Bekijk het onderwerp: WWG bevat een werkwoord, NWG bevat een naamwoord (zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord).
In een zin staat een werkwoordelijk gezegde (wg) of een naamwoordelijk gezegde (ng). Een naamwoordelijk gezegde bestaat niet alleen uit werkwoordsvormen. In het naamwoordelijk gezegde staat altijd een koppelwerkwoord.
Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat als 'hulp' bij het hoofdwerkwoord van de zin staat. In tegenstelling tot een zelfstandig werkwoord kan een hulpwerkwoord nooit zelfstandig voorkomen. Het komt altijd voor in combinatie met een ander werkwoord (een zelfstandig werkwoord of een koppelwerkwoord).
Het zelfstandig werkwoord (ZWW)
Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. Het zelfstandig werkwoord is dus het belangrijkste werkwoord. Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).
Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt. In 'de rode auto' is rode een bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt ook voor rood in 'De auto is rood.
Zelfstandige naamwoorden zijn een van de vier belangrijkste woordsoorten, samen met werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. Een zelfstandig naamwoord identificeert een persoon, dier of ding.Voornaamwoorden zijn woorden zoals hij, zij, uzelf, mijn, wie, dit en iemand.Voornaamwoorden verwijzen doorgaans naar of vullen de positie van een zelfstandig naamwoord of zelfstandig naamwoordgroep in.
Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een. Het is de/een kast, het/een huis, de/een week, enz. Ze worden daarom ook wel 'de-woorden' en 'het-woorden' genoemd. In verbindingen als het grote huis is huis het zelfstandig naamwoord.
De volgende woordsoorten worden onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels.
maandag zelfstandig naamwoord
Deze televisiezender vertoont elke maandag oude films.
Een werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand of iets doet: Timo gaat morgen met zijn ploeg roeien. Het werkwoord 'roeien' zegt wat Timo dóét. Een naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat iemand is (of wordt, blijft, lijkt).
vragend voornaamwoord dat vraagt naar een persoon. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent: degene die.
Als je een naamwoordelijk deel wilt vinden, moet je eerst zeker weten dat de zin een naamwoordelijk gezegde heeft. Dat kun je checken door op zoek te gaan naar het koppelwerkwoord. Heeft de zin een koppelwerkwoord? Dan is er een naamwoordelijk gezegde.
NWU staat voor Naamwoordelijk Werkwoordelijk Uitdrukking. Dit is een term die in de Nederlandse taalkunde wordt gebruikt om een specifiek soort gezegde in een zin te beschrijven. De NWU is een combinatie van een werkwoordelijke en een naamwoordelijke uitdrukking.
De niet-telbare (zelfstandige) naamwoorden zijn vaak abstract of duiden op een massa of hoeveelheid in plaats van op eenheden. Voorbeelden zijn: *a vandalism, *a music, *a mail etc. Woorden als quality of time kunnen wel telbaar worden gebruikt. Ze hebben ook niet-telbare betekenissen.
Zelfstandige naamwoorden zijn dingen , bijvoeglijke naamwoorden beschrijven dingen, werkwoorden zijn wat dingen doen en bijwoorden zijn hoe ze dat doen.
Zelfstandige naamwoorden, in het Engels nouns genoemd, zijn heel belangrijk in het alledaagse gebruik van een taal.