Op leeftijd van drie jaar is 50% tot 70% van wat het kind zegt verstaanbaar voor anderen, op leeftijd van vier jaar is dat 75% tot 90%. Vanaf de leeftijd van vijf à zes jaar is er sprake van verfijning van het taalgebruik (met name de grammatica) en verdere uitbreiding van de woordenschat.
De taalontwikkeling is het proces dat kinderen doorlopen bij het leren van één of meerdere talen. Onder invloed van taalaanbod uit de omgeving krijgt het kind steeds meer vaardigheid in verschillende aspecten van taal, waaronder woordenschat en de hantering van grammaticale en communicatieve regels.
De taalontwikkeling is de wijze waarop kinderen woorden en zinnen leren begrijpen en gebruiken. Taal bestaat uit diverse grammaticale en communicatieve regels. Bij de taalverwerving krijgt een kind inzicht hoe je deze regels gebruikt.
vloeiend en verstaanbaar verhalen vertellen. 20 minuten luisteren. het heden en verleden begrijpen. op de juiste wijze woorden en zinnen vormen, jouw kleuter beheerst grofweg alle regels van de moedertaal.
De prelinguale periode
Binnen deze fase onderscheiden we traditioneel weer vier periodes van respectievelijk huilen (geboorte - zes weken), vocaliseren (gemiddeld zes weken - vier maanden), vocaal spel en brabbelen (doorsnee zeven/acht maanden - dertien/veertien maanden).
Samen spelen is een goede manier om veel met elkaar te praten. Ook spelletjes waarbij je doet alsof, zijn heel goed voor de taalontwikkeling. Verder zijn er veel spelletjes waarbij je kind woorden leert en leert nadenken en onthouden, zoals lotto en memory. Laat je kind ook veel met andere kinderen spelen.
Je kan de taalontwikkeling van je kind op verschillende manieren stimuleren. Een liedje zingen voor je kind, gezellig een boek lezen, een verhaal vertellen of samen spelen zijn allemaal leuke manieren om samen met je kind bezig te zijn met taal!
Kinderen beginnen al direct na de geboorte met het verwerven en ontwikkelen van taal. Elk kind doet dit eniszins in zijn eigen tempo, maar normaal gesproken binnen een gemiddelde. Om taal te verwerven moet het kind allerlei regels leren begrijpen en gebruiken. Door de taal kan het kind communiceren met de omgeving.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Taalverwerving is een cognitief leerproces. Een kind leert een bepaalde moedertaal dankzij de naaste omgeving, inclusief bepaalde eigenaardigheden zoals lispelen, of dialectvormen. De opvoeders spelen de belangrijkste rol in dit leerproces, dat moet plaatsvinden gedurende circa de eerste zes levensjaren van het kind.
Rond vijf á zes jaar is de basis voor taalontwikkeling van je kind gelegd. Je kind leert dan nog wel de taal te verfijnen, bijvoorbeeld met grammatica. En het leert natuurlijk nog steeds nieuwe woorden bij.
Kenmerken TOS
Het kind heeft moeite om op een woord te komen. Het kind is niet goed te verstaan. Het kind wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen.
Je hebt taal nodig om goed te kunnen communiceren met andere kinderen en volwassenen. Als het kind hierin achterblijft, kan er een achterstand worden gecreëerd. Dit zal dan ook gevolgen hebben voor het welbevinden van het kind. Daarnaast is taal ook verbonden aan de hele denkontwikkeling van een kind.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Rond de derde verjaardag maakt een kind zinnetjes van minimaal drie tot vijf woorden; ook gebruikt het soms al moeilijke woorden. Door te luisteren leren kinderen zinnen begrijpen en daardoor ook zelf zinnen te vormen. Ook ontdekken zij vaste patronen in de taal en nemen deze over (sok wordt sokken, ik loop/wij lopen).
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
Gezelschapsspelletjes zoals memory, lotto en domino zijn ook zeer geschikt om taal te leren, vooral voor het leren van (nieuwe) woorden. Door te benoemen, te omschrijven of te (laten) raden wat er op het plaatje staat, breidt een kind zijn/haar woordenschat uit.
In de voltooiingsfase (ongeveer van 5 tot 9 jaar) wordt de taal afgemaakt. Het kind krijgt steeds meer inzicht in de taal (metalinguistiek). Kinderen kunnen meer denken over de taal en zullen dus ook meer 'taalgrapjes' maken.
De momenten waarop ouders en kind deze gezamenlijke focus hebben, bijvoorbeeld als ze samen kijken naar een vogel in de tuin, bieden ouders de mogelijkheid om de taalontwikkeling van hun kind te stimuleren en te ondersteunen (Clark, 1999).