Opkomst vanuit feodale functies
De feodale adel is ontstaan uit leenmannen en ministerialen. Toen de zware harnassen en kostbare stalen wapens hun intrede deden, ontwikkelde zich een feodaal stelsel waarin de edelen, in ruil voor wederzijdse steun een leengoed voor een hoger en machtiger edele beheerden.
In de eerste jaren van de Middeleeuwen bestond er nog geen geld. Daarom werd er veel geruild. Een boer met eieren en fruit, ruilden bijvoorbeeld met een boer met graan. Toen er zilveren en gouden munten werden gemaakt, konden mensen geld gebruiken om dingen te kopen.
Adel in de middeleeuwen
In de middeleeuwen omringde de vorsten zich met krijgslieden en raadgevers. Zij vormden na verloop van tijd als 'ridderschap' een stand in de statenvergadering. In deze statenvergadering spraken edelen, burgers van de steden en soms ook de geestelijkheid met de vorst mee over landszaken.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Het kopen van een adellijke titel maakt je ook een edelman. Vanwege de vrije naamskeuze is het kopen en dragen van een adellijke titel legaal. U moet er echter rekening mee houden dat u geen echte edelman wordt door geboorte, huwelijk of adoptie. Vanuit juridisch oogpunt is het een pseudoniem met een wapenschild.
Wanneer behoor je tot de Nederlandse adel? Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Prins is de hoogste adellijke titel, maar kan ook een (lagere) vorstelijke titel zijn. Het vrouwelijke equivalent is Prinses. Koning is na keizer de hoogste vorstelijke titel, en met deze titel wordt het (mannelijk) staatshoofd van een koninkrijk aangeduid. Het vrouwelijke equivalent wordt koningin genoemd.
Van de oudste adel weten we weinig, maar vanaf de 12e eeuw zijn de eerste families te onderscheiden. Bekend is de familie van de Utrechtse bisschop Hardbert van Bierum (1139-1150), die de rechtsmacht over Coevorden en Drenthe verwierf en erfelijk prefect (bisschoppelijk vertegenwoordiger) van Groningen werd.
2500 v.
De eerste vermelding van geld komt uit Mesopotamië, het tegenwoordige Irak. Volgens oude kleitabletten met spijkerschrift was puur zilver het eerste gestandaardiseerde betaalmiddel. De kostbare staven werden in stukken gehakt en gewogen bij een handelstransactie.
In de westerse wereld werden de eerste munten vervaardigd in het midden van de zevende eeuw v. Chr., in Lydië (Klein-Azië). Het waren druppels elektrum, een natuurlijke legering van goud en zilver, met een afbeelding aan de ene kant en een betekenisloze stempel aan de andere.
Eerst was er helemaal geen geld. Mensen deden toen aan ruilhandel. Ze ruilden bijvoorbeeld een brood tegen drie eieren. Later werden goederen betaald met stukjes goud en zilver.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule. Deze aanspreekvorm is uit de mode geraakt. Weduwen van adellijke personen werden vroeger aangeduid als douairière, gevolgd door naam en titel of predikaat van de man, maar zonder de eigen naam: Douairière A.B.C.
Adel in Nederland
Nederland telt in 2019 ruim tienduizend mensen die een adellijke titel mogen dragen. Er zijn zeven titels in totaal. Van hoog naar laag: prins/prinses, hertog, hertogin, markies, markiezin, graaf/gravin, burggraaf/burggravin, baron/barones, ridder.
Sterft bijvoorbeeld een hertog, dan wordt zijn zoon de nieuwe hertog of de dochter de nieuwe hertogin. Daarom horen de kinderen van de edelen ook in de adel.
De titel hertog of hertogin bestaat niet langer in de Nederlandse adel.
De uitdrukking "blauw bloed" wordt in de zin "Hij/zij heeft blauw bloed" gebruikt om aan te duiden dat iemand tot de adelstand behoort.
In Zwitserland was de adel, in tegenstelling tot in het buitenland, allesbehalve bevoorrecht, zowel vanuit politiek, sociaal, juridisch als fiscaal oogpunt. Volgens het onderstaande document vertegenwoordigt de Zwitserse adel vandaag 1,06 ‰ van de Zwitserse bevolking met 450 gezinnen.
Voor €33 koop je een stuk landgoed in Schotland en mag je jezelf Lord, Lady of Laird van de Schotse hooglanden noemen. Heb je wat geld over aan het eind van de maand? In plaats van eens lekker uiteten te gaan, kan je ook Lord, Lady of Laird worden van een landgoed in Schotland!
De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
Om eerst een misverstand uit de weg te ruimen: jonkheer/ jonkvrouw is geen titel, maar een predicaat. Iedereen van de Nederlandse adel mag dit predicaat voor zijn/ haar naam zetten; het is de laagste 'rang' die je kunt hebben.