Met andere woorden: zowel ammoniak als stikstofoxiden worden aanzienlijk verder dan de eerste honderden meters van een bron getransporteerd. Een deel van de ammoniak kan tot enkele honderden kilometers ver komen. Stikstofoxiden komen nog veel verder.
Het komt uit de mest en urine van dieren. Een deel van de stikstof belandt rechtstreeks in de grond, bijvoorbeeld door het uitrijden van mest of als dieren in de wei staan. Als de bemesting meer is dan de planten op kunnen nemen, kan de stikstof makkelijk uitspoelen.
Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn ook verbindingen van stikstof in de lucht die wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit zijn stikstofoxiden (NOx, een verbinding van stikstof en zuurstof) en ammoniak (NH3, een verbinding van stikstof en waterstof).
Alle ammoniak en stikstofoxiden die worden uitgestoten door de diverse sectoren (landbouw, verkeer, industrie) komen uiteindelijk terug op het land of in het water. Een gedeelte van de stikstof komt naar beneden met regen: natte depositie.
"Als het over absolute aantallen gaat, is China veruit koploper in de stikstofuitstoot", zegt hoogleraar Wim de Vries (Universiteit Wageningen). "In delen van het land stoten ze zelfs per hectare veel meer uit dan wij, maar gemiddeld over het hele land is het minder."
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
6. Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
Met die planten verdwijnen ook de insecten en vlinders die van die planten leven. Daardoor neemt de biodiversiteit af en 'verarmt' de natuur. Veel van die insecten zijn juist ook nodig om gewassen te bestuiven. Daarnaast heeft een teveel aan stikstof ook gevolgen voor de waterkwaliteit.
Geen enkele sector in Nederland stoot meer uit dan de landbouw. Het verkeer en de industrie - de andere twee grote uitstoters - stootten in hetzelfde jaar respectievelijk 44,79 miljoen en 16.9 miljoen kilo stikstof uit.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Vogelsoorten als de korhoen en de tapuit worden ernstig bedreigd, de duinpieper is al verdwenen en ook de boomleeuwerik lijdt volgens het WNF onder de stikstof. Sterke dalers onder de vlinders zijn de kleine heivlinder en het gentiaanblauwtje. Onder de reptielen gaat het slecht met de levendbarende hagedis.
Lees door over het huidige stikstofprobleem
Die condities zijn in Nederland nog altijd zeer matig. De depositie is sinds 1990 met circa 45% gedaald (zo'n 40% voor ammoniak en ruim 50% voor stikstofdioxide). Maar op ongeveer driekwart van het Nederlandse natuuroppervlak komt nog steeds te veel stikstof terecht.
De reden dat er nu veel bouwprojecten stil liggen is dat er tijdens het bouwen van een gebouw of weg veel stikstof wordt uitgestoten in omliggende Natura2000 gebieden. De oorzaak van deze uitstoot is groot materieel, zoals graafmachines, vrachtwagens, kranen, bulldozers en shovels.
Planten die goed zijn aangepast aan een stikstof-rijke bodems (stikstofminnende planten), zoals grassen, bramen en brandnetels hebben dan een voordeel. Ze kunnen sneller groeien dan planten die juist zijn aangepast op stikstof-arme bodems.
Bomen en planten hebben stikstof nodig om te groeien. Nu is het zo dat er te veel stikstof in de lucht zit. Dat is geen probleem want bomen en planten nemen dit op en zetten het om in zuurstof. Méér stikstof betekent snellere groei en ondergroei.
Bij het rijden op benzine komt per kilometer 21 gram stikstofdioxide in de lucht. Bij het rijden op diesel is dat 365 gram per kilometer. Ook nieuwe auto's die op diesel rijden, stoten meer stikstofdioxide uit dan elektrische auto's, en ook meer dan auto's die op benzine rijden.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
Maar het is waar. Een persoon in rust ademt per etmaal meer dan 5000 liter stikstof uit.
In Duitsland is een stikstofvergunning pas nodig als door een nieuwe activiteit meer dan 7 mol stikstof (100 gram) per hectare per jaar neerslaat in een Natura 2000-gebied. Bovendien hanteren de Duitsers ook nog een foutenmarge van 20 procent.
Stikstofgebrek kan ontstaan door het onderwerken van stro en houtsnippers omdat voor de afbraak van deze stoffen, de bacteriën stikstof onttrekken aan de bodem. Compost en dierlijke mest, bloedmeel en hoornmeel zijn natuurlijke bronnen van stikstof. Bloedmeel en hoornmeel zijn verkrijgbaar in poedervorm.
In Duitsland ligt de drempel op 7,14 mol (100 gram) stikstofneerslag per hectare per jaar. Bovendien hanteren de Duitsers nog een foutmarge van 20 procent, omdat de rekenmodellen niet erg nauwkeurig zijn.