Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm.Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden. Je kan ook kiezen om in een plantgat 4 bonen bij elkaar te zaaien. Houdt bij stamslabonen dan een zaaiafstand van 45x45 cm aan en bij stokslabonen een plantafstand van 75x75 cm.
Plant in een pot met een diameter van 25 tot 30 centimeter 4 tot 5 zaailingen wanneer ze ongeveer 8 centimeter groot zijn. Plant de zaailingen uit vanaf 12 mei (IJsheiligen), en plant de zaailingen in het midden van de pot, maar wel op zo'n 5 tot 7 centimeter van elkaar.
Steek je boontjes 2 cm diep onder de grond. Druk de grond niet aan. Zaai je boontjes ongeveer 10 cm uit elkaar in rijen. Hou ongeveer 40 cm tussen de rijen.
Sperziebonen uit Nederland zijn van juli tot en met september beschikbaar.
Op zandgrond mag je tot 5 cm diep zaaien, op zware tuingrond 2 cm. Zaai steeds in een halve cirkel aan de binnenzijde van de staak om de plant goed te laten hechten, op ongeveer 10 cm afstand van de stok. Zo komt de plant bij het groeien automatisch tegen de staak aan.
Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm.Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden. Je kan ook kiezen om in een plantgat 4 bonen bij elkaar te zaaien. Houdt bij stamslabonen dan een zaaiafstand van 45x45 cm aan en bij stokslabonen een plantafstand van 75x75 cm.
Rol een stuk keukenpapier of een servet op en leg het in de pot, druk het tegen het glas. Schuif vervolgens het zaadje van de boon tussen het servet en het glas. Zet de pot met de boon erin op een vensterbank waar het genoeg licht krijgt.
50 tot 60 dagen na het zaaien kun je de sperziebonen oogsten. Door regelmatig te oogsten stimuleer je de plant tegelijkertijd om nieuwe bonen aan te maken.
bieten: 7 – 21 dagen. bonen: 8 -18 dagen. paprika : 8 tot 20 dagen. prei: 15 – 20 dagen.
Boontjes hebben graag een Ph neutrale grond (Ph 6.0 tot 6.8). Werk dus zeker met geteerde compost of stalmest, deze is wat zuurtegraad betreft beter in evenwicht dan verse. Vermijd grond met een, hoog stikstofgehalte.
Voor een bonenstaak heb je minimaal 5 lange stokken nodig en flink wat touw. Het portaal. Deze klimconstructie zorgt voor extra veel ruimte, omdat je hem als een soort rozenboog over jouw moestuinbanen heen plaatst. Zorg er wel voor dat je er gewassen onder zet die iets meer schaduw kunnen verdragen, zoals sla.
Waarom zijn deze sperziebonen draadloos? De bonen in de supermarkt hebben vaak dikke, taaie draden en dat eet niet fijn. Hoe meer draad, hoe langer de boon houdbaar is, want de draden vormen het skelet van de boon. Zo kan de supermarkt ze dagenlang zonder derving bewaren.
Bodem en bemesten
Bonen groeien op bijna alle grondsoorten, maar houden niet van zure grond. Ze groeien goed in de volle zon, op warme grond die niet te nat is. Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig.
De gemiddelde struikboon produceert ongeveer een half pond fruit gedurende een heel seizoen . Klimbonen verdubbelen dat met bijna een heel pond per seizoen, maar zelfs dan zul je meerdere planten willen om een behoorlijke oogst te garanderen.
Bonen houden van warmte. De tijd dat je ze in ons land kunt telen is beperkt tot de zomermaanden. Als je in tijd heel secuur en consequent zaait (van vroeg tot laat) kun je ze in principe tussen eind juni en begin tot half oktober (afhankelijk van het weer) oogsten en eten.
Als het boontje op het breukvlak groen en sappig is, is het tijd om de sperziebonen te oogsten.
Week bonenzaden een nacht in water . Dit maakt ze zachter en helpt ze te ontkiemen.
Bonen worden niet "wakker" en beginnen niet te groeien tot planten als de grond koud en vochtig is . Groene bonen en limabonen hebben bijvoorbeeld echt aanhoudende grondtemperaturen boven de 75ºF nodig om snel te ontkiemen.
Groene bonen zijn peulvruchten en hebben niet veel mest nodig. Groene bonen geven de voorkeur aan een lichtzure grond met een pH van ongeveer 6,5. Voer een grondtest uit voor een nauwkeurigere aanbeveling van de behoefte aan kalk en meststoffen. Voeg bij gebrek aan een grondtest 5 pond 5-10-15 meststof per 100 voet rij toe.
Bij warm weer kan het zijn dat er iedere twee dagen water nodig is. Als je de bruine bonen in de grond plant is het nodig om ze hierna even goed water te geven. Daarna is een keer per week voldoende. Wanneer de grond droog is, kun je extra water geven.
Bonen hoeven niet geweekt te worden voor het planten , maar je zult ze wel goed water willen geven na het planten. OSU raadt aan om struikbonenzaden te planten met ongeveer 7 tot 9 zaden per rij/voet en je rijen ongeveer 18 inch uit elkaar te maken. Als je van plan bent om stokbonen te kweken, kun je 2-3 zaden rond elke steun planten.
Zaaien: Plant het zaad direct in de tuin zodra het gevaar van vorst voorbij is en de grond goed warm is . Kies een plek in de tuin waar het jaar ervoor geen bonen groeiden. Plant ongeveer 1 inch diep en 2 tot 4 inch uit elkaar in de rij voor struikbonen.
Je kunt de meeste soorten bonen laten ontkiemen . Sommige soorten, zoals zwarte bonen, hebben meer tijd en aandacht nodig om te laten ontkiemen, terwijl linzen, mungbonen (ook wel bekend als moongbonen) en garbanzobonen (ook wel bekend als kikkererwten) tot de gemakkelijkste behoren.
Het oogsten van de tuinbonen is niet zoveel werk. De planten kunnen na de oogst de composthoop op dus voorzichtig hoef je niet te zijn. In een rap tempo de peulen van de plant af knippen of trekken en de oogst kan mee naar huis.