Voor een optimaal rendement mag de afstand tussen de binnenunit en buitenunit niet te groot zijn. Een maximale afstand van 20 meter wordt als richtlijn aangehouden. Wanneer de beide units verder uit elkaar worden geplaatst gaat er teveel warmte verloren.
De buitenunit van de warmtepomp kan op verschillende plekken bij of tegen de woning aan worden geïnstalleerd. Zo kan de buitenunit via een wandbeugel aan de gevel worden bevestigd of op een aanbouw, garagedak, dakkapel of plat dak worden geplaatst.
Als de warmtepomp bijvoorbeeld dicht bij een gevel staat, levert die gevel soms geluidsweerkaatsing op naar de buren. Met wat marges kun je wel stellen dat een warmtepomp van 65 dB(A), zonder extra maatregelen, bij voorkeur 4 tot 5 meter van de erfgrens moet worden geplaatst.
Zorg dat de warmtepomp aan de voorkant (de kant waar de lucht wordt uitgeblazen) ten minste 250cm vrije ruimte heeft. De lucht die een warmtepomp uitblaast, is ijskoud. De 250cm vrije ruimte is belangrijk, zodat de lucht niet terug kan slaan op de warmtepomp; anders bevriest de warmtepomp.
Afstand tussen binnen- en buitenunit
Het is belangrijk om de binnen- en buitenunit niet te ver uit elkaar te plaatsen. Wil je het meest uit de warmtepomp halen? Plaats de twee delen dan niet verder dan 10 tot 20 meter uit elkaar. Zo voorkom je dat er veel warmte verloren gaat waardoor het rendement afneemt.
Gemiddeld maakt een buitenlucht warmtepomp met een buitenunit zo'n 55 tot 65 decibel aan geluid. Dit is vergelijkbaar met het geluid van een vaatwasser.
De wet bepaalt niet welke hinder overdreven is, maar de milieuwetgeving bepaalt wel wanneer er omwille van lawaaihinder een milieuvergunning nodig is.
Waar een warmtepomp moet staan is niet wettelijk vastgelegd. Je kan de binnenopstelling van de warmtepomp dus ook in de garage plaatsen. Ook de zolder of de kelder is een goede mogelijkheid om een warmtepomp te plaatsen, mits de ruimten goed geïsoleerd zijn en er voldoende ruimte voor leidingwerk aanwezig is.
De buitenunit van een warmtepomp vangt warmte op en verplaatst deze naar de binnenunit. Het is dus belangrijk dat je de buitenunit zo dicht mogelijk bij de binnenunit plaatst. Op deze manier voorkom je dat warmte een te grote afstand moet overbruggen en daarom verloren gaat.
Is jouw huis niet of slecht geïsoleerd? Dan is het niet geschikt voor een warmtepomp. De warmtepomp moet dan te hard werken om voor een aangename temperatuur te zorgen. Het rendement is niet gunstig en op koude dagen wordt de gewenste temperatuur mogelijk niet bereikt.
Gebleken is dat continu geluid vanaf ongeveer 50 decibel, gemeten buiten voor de gevel van een woning, in de woning geluidsoverlast gaat veroorzaken. Voor 's avonds is de grens 40 en 's nachts 40 decibel.
Voor de gemiddelde warmtepomp buitenunit moet je rekening houden met de volgende afmetingen: Breedte: 90 cm. Hoogte: 75 cm. Diepte: 35 cm.
De gemiddelde levensduur van een warmtepomp wordt theoretisch vastgelegd rond 15 jaar. In de praktijk komt het echter vaak voor dat warmtepompen langer dan 20 jaar meegaan.
Hoe diep gaat een warmtepomp de grond in? De diepte is afhankelijk van de captatietechniek: Horizontale captatie: ongeveer 1,2 meter diep, over een grote oppervlakte. Verticale captatie: tot 150 meter diep, op één of meerdere boorpunten.
Voor de optimale werking is het aan te raden om de buitenunit in de schaduw te plaatsen. Wanneer de buitenunit in de volle zon staat, zal het langer duren voordat er koude lucht de woning ingaat. Ook is het goed om rekening met de buren te houden, de buitenunit zal namelijk geluid maken.
De kelder is meestal de beste plaats om een warmtepomp te laten plaatsen. De kelder is van nature vrij goed geïsoleerd, waardoor je in je leefruimtes geen geluidsoverlast ervaart.
U kunt de warmtepomp overal in huis laten plaatsen, ook in de kelder of een garage. Het is belangrijk dat die ruimte goed geïsoleerd is en dat er genoeg ruimte is voor de leidingen. Een hybride warmtepomp komt vaak naast de cv-ketel. Een elektrische warmtepomp kan ook in plaats van de cv-ketel komen.
Warmtepomp zonder buitenunit
Een lucht/water warmtepomp bestaat namelijk altijd uit een binnen- en buitenunit. Dit type warmtepomp zet de buitenlucht op een energiezuinige manier om in warm water voor je sanitair water of centrale verwarming.
Om de duizenden kuubs lucht door het apparaat te krijgen zijn aan de achterkant en zijkant twee enorme kanalen noodzaak: 70 cm doorsnede. Daardoor kan het toestel eigenlijk alleen maar in de hoek van een pand staan. En de geluidsdiscussie verplaatst zich naar binnen.
De buitenunit van een lucht water warmtepomp onttrekt energie uit de buitenlucht. De buitenunit staat daarom bijvoorbeeld in de tuin of bovenop een plat dak. Komt de warmtepomp op plat dak te staan? Dan is het verstandig de unit te fixeren aan de dakconstructie om stormschade te voorkomen.
De hybride warmtepomp met een combinatiesysteem heeft een binnenunit en een buitenunit. Dit betekent dat het zowel warmte kan onttrokken aan de ventilatielucht, als aan de buitenlucht. Hiermee kunnen je woning en het sanitair water worden verwarmd. Daarnaast is de warmtepomp ook aangesloten aan de CV ketel.
Ook 's nachts kan de ventilator draaien om de temperatuur in huis op peil te houden of om het voorraadvat met warm water op te warmen. Een volledige warmtepomp kan 's zomers koelen en dan draait de warmtepomp ook.
Heb ik een vergunning nodig? Voor een lucht/water warmtepomp heb je geen ver gunning nodig, tenzij je in een monument of in een beschermd stads gezicht woont of wanneer de buitenunit van de warmtepomp zeer goed zichtbaar is voor de omgeving.