Mannen: trek de voorhuid omhoog, maak de eikel schoon, houd de voorhuid omhoog bij het plassen. Plas een beetje urine uit in het toilet. Plas hierna een deel in het potje. Plas het laatste deel weer uit in het toilet.
Urine opvangen in urinepotje (met en zonder buizensysteem)
Plas eerst een beetje urine in het toilet. Hiermee voorkomt u dat uw urine vuil wordt door cellen en bacteriën van de huid of de geslachtsorganen (vagina) . Daarna plast u in het urinepotje (midstream urine). U sluit het potje met de schroefdop.
De ochtendurine (eerste urine in de ochtend) is het meest geschikt voor onderzoek. Deze urine is namelijk het meest geconcentreerd. Als u erg vroeg wakker wordt, bijvoorbeeld om drie uur 's nachts, vang dan liever de urine op een later tijdstip op. Houd de tijd aan dat u normaal opstaat.
Open het urinepotje, let op dat de binnenzijde van het potje en het deksel niet wordt aangeraakt. Vang vervolgens de urine op in het potje terwijl u de schaamlippen gespreid houdt. Sluit het potje meteen af.
Het beste is om de opgevangen urine zo snel mogelijk bij de huisarts of op het laboratorium af te geven. Als dit niet mogelijk is moet de urine in ieder geval in de koelkast bewaard worden, maar niet langer dan 24 uur. Bij kamertemperatuur kunnen aanwezige bacteriën zich snel vermeerderen, vaak al binnen één uur.
Urine bevat behalve water in water oplosbare stoffen, vooral ureum en anorganische zouten. Urobiline en porfyrine zorgen voor de typische gele kleur. Wanneer iemand erg veel drinkt, wordt de urine bij benadering waterkleurig.
U kunt de urine gedurende 4 uur bewaren in de koelkast. U moet de urine inleveren binnen een uur nadat u geplast heeft of binnen het uur dat u de urine uit de koelkast gehaald heeft.
U begint met plassen in het toilet en houdt na enkele seconden de opvangbeker of het steriele potje onder de urinestraal. Op deze manier heeft u uw plasbuis eerst schoongespoeld. In het geval er ook een urineportie ingeleverd moet worden kunt u de urine die u in het toilet zou plassen, opvangen in een apart urinepotje.
Hou in je vrije hand het urinepotje en begin te plassen. Laat de eerste fractie urine (enkele seconden) in het toilet stromen en verplaats dan het potje zodat er urine instroomt. Raak hierbij de binnenkant van het potje en het deksel niet aan. Plas hierin verder tot het 3/4 gevuld is.
Het is het beste om de eerste urine die u 's ochtends produceert, in te leveren, de zogenaamde ochtendurine. Als u echter al heel vroeg wakker bent (bijv. om 3.00 uur), dan is het beter dat u urine inlevert die later is geproduceerd.
U mag dan vanaf 00.00 uur 's avonds niets meer eten of drinken. Met uitzondering op water, thee of zwarte koffie. Probeer altijd de eerste urine na het slapen in te leveren. Deze urine is het meest geconcentreerd en daardoor zijn eventuele afwijkingen gemakkelijker te vinden.
Eiwit in de urine is vaak een teken van nierschade. De nieren filteren het bloed, waardoor er urine ontstaat die vol zit met afvalstoffen. De filters in de nieren zorgen ervoor dat er alleen water en kleine afvalstoffen worden doorgelaten. Grotere stoffen zoals eiwitten worden door de filters tegengehouden.
Het is algemeen bekend dat urine gaat stinken door het eten van asperges. Ook andere voedingsmiddelen zoals zalm, knoflook en bepaalde specerijen hebben eenzelfde soort effect op de geur van urine. Soms kan stinkende urine echter duiden op gezondheidsproblemen zoals urineweginfecties, nierstenen en prostaatproblemen.
Testen of u een blaasontsteking heeft
Gebruik het liefst de ochtendurine (eerste plas van de dag). Doe de urine in een schoon en goed afsluitbaar potje, met uw naam en geboortedatum erop. Breng de urine binnen 2 uur nadat u het heeft opgevangen naar de praktijk.
De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend. De blaas van een volwassen mens kan (theoretisch) zo'n 1500 ml urine bevatten, in de praktijk zal bij de meeste mensen de blaas nooit voller dan 800 ml worden (gemiddeld tussen 300-500 ml).
Ochtend urine is het meest geconcentreerd en daardoor gemakkelijker te testen. Plas eerst een beetje en vang daarna wat urine op. (een laagje van 1 cm in een potje is voldoende)
Houd het potje vast en druk het buisje met de dop erop én met de dop naar beneden in een keer in de opening van de deksel. De urine loopt nu vanzelf in het buisje en stopt zodra de buis voldoende is gevuld (dit is tot de zwarte streep als de buis na het vullen rechtop gehouden wordt).
Bloed in de urine kan komen door een aandoening aan de urinewegen (de nieren, de urineleiders, de blaas, de plasbuis of de prostaat). De oorzaak kan onschuldig zijn (bijvoorbeeld een blaasontsteking) of ernstiger (zoals kanker). De hoeveelheid bloed in de urine zegt weinig over de oorzaak.
Bij een basische ochtendurine, een pH hoger dan 7, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. De aanwezigheid van bacteriën in de urine maakt deze basisch.
Als je in korte tijd veel water drinkt, kan de urine lichtgeel tot vrijwel kleurloos worden. Dit komt doordat er een lage concentratie nierkleurstoffen (urochroom) in de plas aanwezig is, maar het zegt niets over je gezondheid. Bij slecht werkende nieren of slecht ingestelde diabetes kan de urine ook lichter zijn.
Bij voorkeur ontvangen wij de eerste opgevangen ochtendurine. Het onderzoek van bij kamertemperatuur bewaarde urine is alleen betrouwbaar indien de urine binnen 2 uur na lozing wordt onderzocht. Wanneer dit niet mogelijk is, plaatst u de urine onmiddellijk in de koelkast (tot max. 24 uur na lozing).
In de urine zit altijd een kleine hoeveelheid bacteriën. Als u de urine laat staan bij kamertemperatuur, gaan deze groeien, en vinden wij bij onderzoek de bacteriën die er later bij gekomen zijn. Bij kamertemperatuur is het onderzoek na een uur onbetrouwbaar.
Als er eiwit in je urine zit, is dat een aanwijzing dat je nieren niet goed werken. Ook de aanwezigheid van veel afvalstoffen in het bloed wijzen daar op. Gezonde nieren filteren afvalstoffen uit je bloed, maar laten eiwitten zitten. Bij nierschade 'lekken' er toch eiwitten door.