In ziekenhuizen moet de voedingsslang elke 24 uur worden vervangen. Sluit de voedingssonde (de voedingslume) bij bolustoediening na elke toediening af met een schoon dopje. Gebruik een dopje maximaal 24 uur. Maak de voedingspomp dagelijks en na morsen huishoudelijk schoon.
U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Doorspoelen met lauw water
Ter voorkoming van verstopping van de sonde: Na iedere toediening van sondevoeding moet u de sonde met 20-30 ml lauw water doorspoelen. Als u continu sondevoeding krijgt, dient u 4 tot 6 keer per dag de sonde door te spuiten om deze schoon te houden.
- Een voedingsslang kan meerdere malen gebruikt, mits de tussenliggende periode niet meer dan 8 uur bedraagt. Laat dan wel 10 ml voeding uit de voedingsslang weglopen voor aansluiting op de sonde. Vervang bij intermitterende toediening de slang na 24 en bij continue toediening na 96 uur.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
Pak de sonde tussen duim en wijsvinger vast en duw hem twee tot drie centimeter naar binnen. Dit noemen we dompelen. Heeft u een PEG-sonde dan draait u de sonde helemaal rond. Heeft u een PEG(J)-sonde dan mag u deze niet ronddraaien.
Het toedieningssysteem en spuit om voeding toe te dienen elke 24 uur te wisselen. Een glazen fles sondevoeding maximaal 8 uur na aansluiting te laten lopen. Een plastic fles of zak maximaal 24 uur na aansluiting te laten lopen.
Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links- en 180 graden rechtsom). Twee keer per week de sonde “Dompelen” (plan hiervoor vaste dagen): Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.
Dompelen: schuif 2 maal per week het fixatieplaatje van de buikwand af en duwt u de sonde vijf centimeter in de maag en terug. Hierna het fixatieplaatje weer strak zetten, zodat er net een muntje tussen het plaatje en de buikhuid kan.
Doorspoelen van een neus-duodenumsonde
U moet de sonde minimaal vier tot zes keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. Doe dit in ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding en medicatie.
Wat is een neusmaagsonde? De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Een PVC sonde mag 1 tot 7 dagen in blijven zitten. Hierna kunt u een nieuwe gebruiken.
1 liter = 1.000 ml. Formules: Aantal ml / aantal uur = ml per uur = pompstand. Aantal ml x 20 / aantal uur x 60 = aantal druppels per minuut.
Stel de pomp in op de juiste inloopsnelheid (zie handleiding pomp); Spuit de sonde door met minimaal 20 ml lauw water; Sluit het andere einde van de pomp set aan op de sonde; U kunt nu de voedingspomp starten.
Een patiënt die sondevoeding krijgt, kauwt vaak minder en vloed vaak minder speeksel af. Hierdoor is de kans op ontstekingen en irritaties in de mond groter. Om dit te voorkomen is het kauwen van suikervrije kauwgom, zuigen van snoepjes en mondhygiëne (tanden en tong 3x per dag poetsen) extra belangrijk.
Probeer de sonde met een 5 ml spuitje met lauw kraanwater door te spuiten. Herhaal dit enkele malen. Als het niet lukt zal de sonde vervangen moeten worden. Neem contact op met de behandelend arts of de verpleegkundig consulent en overleg hoe verder te handelen.
Als het niet lukt om via de mond uw voeding binnen te krijgen, is de PEG J-sonde een goed hulpmiddel. Via de PEG J-sonde wordt voeding direct in de dunne darm gebracht. Als drinken via de mond ook niet kan, dan kan via de PEG J-sonde ook vloeistof in de dunne darm worden gebracht.
De sonde is lang en dun en kan daardoor snel verstopt raken. Bij de sonde hoort een speciale voerdraad met een sensor. Deze kan eventueel opnieuw gebruikt worden door de polikliniek MDL, als de sonde niet meer goed in de dunne darm ligt. Het is daarom belangrijk om de voerdraad van de voedingssonde goed te bewaren.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
− Draai de katheter helemaal rond (360 graden) om de lengteas in de insteekopening, zowel linksom als rechtsom. − Schuif het huidplaatje terug in de oorspronkelijke stand. Schoon en droog De huid rond de insteekopening en het huidplaatje moeten elke dag schoongemaakt worden met lauw water.