Geef ze geregeld – één tot twee keer per week - een slokje water, maar ook niet meer dan dat. Bij te veel water gaat de bol rotten. Als de aarde lichtjes vochtig aanvoelt, doe je het goed. Extra voeding hebben bollen-op-pot niet nodig; alle maaltijden voor enkele weken groei en bloei zitten in de bol opgeslagen.
Narcissen zijn tolerant wat de standplaats betreft, zon, licht en halfschaduw worden verdragen. Wat de temperatuur betreft vinden ze een koelere temperatuur prettiger, ideaal zijn tussen 10 en 15° C. Tijdens de bloei kunnen ze ook in een verwarmde kamer staan. Hier geldt echter dat hoe warmer, hoe sneller uitgebloeid.
Narcissen worden meestal droog aangeleverd, geef ze niet meteen water maar doe dit na 1 tot maximaal 2 dagen. 5cm is dan voldoende. Niet in de volle zon, bij de verwarming of heater plaatsen. Controleer het waterpeil dagelijks en vul aan met vers water, gooi geen water over uit andere emmers.
Narcissen in potten die een plaatsje in de woonkamer krijgen, gaan door de warmte binnenshuis al snel bloeien. De bloemen bloeien één tot twee weken lang, maar hoe koeler de omgeving, hoe langer de plant zal bloeien.
Narcissen bloeien van februari tot mei en komen meestal voor in het geel met oranje of wit. Het zijn vrolijke bloemen die zich al einde winter laten zien.
Als je je narcissen niet wilt laten verwilderen, kan je ze ook uit de grond halen. Op deze manier kan je ze het volgende jaar op een andere plek in je tuin plaatsen. Laat ook in dit geval het blad en de steel helemaal geel worden voordat je ze rooit. Als dit het geval is kan je het loof van de bol afknippen.
Bekende bloembollen voor binnen zijn bijvoorbeeld imposante amaryllissen, heerlijk geurende hyacinten en een droogbloeiende colchicum. Maar ook tulpen en narcissen kan je op pot zetten.
Kun je narcissen in de grond laten zitten? Je kunt narcissen na hun bloei prima in de grond laten zitten. Om het volgende voorjaar weer te kunnen bloeien, heeft de narcis voldoende reservevoedsel nodig. Dit haalt de bol uit de bladeren.
Dat komt omdat narcissen geschikt zijn om te verwilderen. Dit betekent dat de bollen elk jaar terugkomen en na de bloei zelfs ondergronds nieuwe bollen vormen. Dit betekent dat narcissen niet alleen elk jaar terugkomen, maar zich ook voortplanten. Vaak wordt de bloei wel elk jaar steeds iets minder.
Om ervoor te zorgen dat de narcis elk jaar terug blijft komen, moet u hem op de meest gunstige plek in uw tuin planten. Zoals veel bloembollen staat de narcis het liefst in de zon. Zes uur zonlicht per dag zorgt ervoor dat de narcis, ook na de bloei, weer kan gaan werken aan het ontwikkelen van nieuwe bloemen.
Geef ze geregeld – één tot twee keer per week - een slokje water, maar ook niet meer dan dat. Bij te veel water gaat de bol rotten. Als de aarde lichtjes vochtig aanvoelt, doe je het goed. Extra voeding hebben bollen-op-pot niet nodig; alle maaltijden voor enkele weken groei en bloei zitten in de bol opgeslagen.
De loof kan je van de bollen verwijderen door deze met een scherpe en schone snoeischaar af te knippen. De bollen van de narcis kun je het beste bewaren op een droge plaats. Op deze manier kunnen de bollen drogen en in het najaar weer terug de tuin in.
Narcissen kunnen lijden aan iets wat Britten 'blindness' noemen. Dan produceren ze gezonde bladeren, maar komen ze niet tot bloei. Er zijn verschillende redenen waarom dit kan gebeuren, waaronder slechte grond, schaduw en te veel bollen te dicht op elkaar.
Als droge bol – de Hippeastrum komt ook als droge bloembol tot bloei. Ze kan zelfs zonder water of aarde bloeien. Leg ze op een mooie schaal of verwerk ze in een bloemstuk. Besproei ze af en toe met water of leg ze af en toe een poosje in een bak water.
Bloembollen in potten hebben ook water nodig in de periode na het planten, omdat de grond in potten sneller uitdroogt. Ook zomerbloeiende bollen of knollen hebben direct na het planten extra water nodig. Houd de grond in de tuin of in de potten/plantenbakken na het planten vochtig zonder dat er wateroverlast ontstaat.
Op elke plek in je tuin mag je narcissen planten. Wel adviseren de kwekers ons allen dat we narcissen planten op een zon/schaduw plek. Vooral in wat meer schaduw. Want narcissen planten in de schaduw zorgt ervoor dat de bloei langer duurt.
Narcissen vermeerderen
De beste manier om narcissen te vermeerderen, is door de bollen uit te graven en te verdelen als ze niet meer actief zijn.
Blauwe druifjes, narcissen en tulpen. De voorjaarsbollen hebben afgelopen weken menig huiskamer versierd. Nu het seizoen op zijn eind loopt, zijn de bloemen ook uitgebloeid. De meeste mensen gooien de bollen dan meteen in de prullenbak, maar dat hoeft niet: je kunt ze prima bewaren voor volgend jaar.
Bloembollen haal je uit de grond als ze volledig uitgebloeid zijn en het blad en de steel helemaal afgestorven zijn. Schep ze voorzichtig uit de grond en veeg de aarde van bol af. Spoel ze niet af met water! Aan de onderkant van de uitgebloeide bloembollen zie je vaak nieuwe bolletjes ontstaan.
Je kan je narcissen voor de eerste keer bemesten wanneer de eerste bladeren ontkiemen.Hiervoor gebruik je bij voorkeur een meststof die heel snel oplost en niet te veel fosfaat bevat. Bemest je narcissen direct na de bloei een tweede keer.
Regelmatig dode bloemen afknippen is ontzettend belangrijk. Bloemen koppen, heet dat. Planten zullen blijven proberen hun levenscyclus te voltooien door zaad te zetten om te verspreiden. Voorkom dus dat planten zaad produceren, en ze zullen nieuwe bloemen blijven aanmaken.
Narcissenbollen planten wordt gedaan door de grond eerst goed los te maken. Stop de narcissen bol vervolgens met de punt omhoog op twee keer de hoogte van de bol in de grond. Grond eroverheen, een beetje aandrukken en u bent klaar.
Bloembollen-op-pot hebben behoefte aan voldoende water, dus geef ze 1 tot 2 keer per week wat water. Let erop dat je ze niet op een te warme plek in huis neerzet, want dat beperkt de bloeiduur.
Graaf een gat voor een groep bloembollen of meerdere individuele gaten voor het planten van enkele bloembollen. De grootte van de bloembol bepaalt hoe diep je moet planten. Grote (5 cm en groter) plant je 15 cm diep en kleine (2,5 - 5 cm) 7 tot 10 cm diep. Zet de bloembollen zachtjes in de grond met de punt naar boven.
Plant uitgebloeide bloembollen opnieuw in en geniet het jaar erop weer van voorjaarsbloeiers. In het vroege voorjaar en daarna kun je enorm genieten van eenjarige en meerjarige planten, zoals bloeiende tulpen, hyacinten, narcissen en blauwe druifjes.