De kerstster heeft weinig water nodig. Wanneer je te veel giet zal de plant haar bladeren laten vallen. Onder in de pot mag nooit water staan. Het is aan te bevelen om de wortels eens per week in lauwwarm water onder te dompelen tot er geen luchtbelletjes meer opstijgen.
De temperatuur moet minimaal 15 °C zijn. De kerstster houdt van een lichte standplaats, maar verdraagt tijdens de bloei geen direct zonlicht. Zorg voor voldoende vocht. De droge lucht van de centrale verwarming is vaak de oorzaak van voortijdig bladverlies.
Als een kerstster haar bladeren laat vallen, is dat meestal te wijten aan kou en tocht. De uit Mexico afkomstige plant heeft daar namelijk een hekel aan. Thuis heeft de kerstster graag een licht, tochtvrij plekje zonder direct zonlicht bij een temperatuur van 15 tot 22 graden.
Ze kunnen wel een half jaar mooi blijven, dus tot ver na kerst heeft u zo kleur in de woonkamer. Kerststerren zijn 'kortedagplanten', wat inhoudt dat zij een periode lang minder dan 10 á 12 uur licht gehad moeten hebben om tot bloei te komen. Bij kwekers wordt dit proces aan het einde van de zomer ingezet.
– Zet de plant op een plek met voldoende daglicht. Poinsettia kan zelfs in de volle zon staan. – Geef regelmatig een royale scheut water. Als de potgrond lichtvochtig aanvoelt, is dat voldoende.
De planten komen vormen hun gekleurde schutbladeren slechts nadat ze een periode ,,korte dagen'' hebben doorgemaakt. De nacht moet dan ongeveer 14 uur duren, de dag slechts 10. Kwekers sturen de belichting kunstmatig bij met behulp van schermen en extra belichting. Ook u kan de plant 14 uur per dag duister zetten.
Kerstrozen kunnen ook als potplanten binnenshuis worden gehouden. Zet ze dan wel in een ruime pot en op een koele plek, en zorg ervoor dat ze niet uitdrogen. Gebruik bij goede potgrond en vermeng deze met aarde uit de tuin, zodat de planten worden voorzien van de beste voedingsstoffen.
Het beste moment om jouw Kerstster (Poinsettia) naar buiten te verplaatsen is zodra de kans op vorst helemaal voorbij is. Zoals hierboven al stond: deze plant groeit inheems in warme gebieden. De Kerstster kan absoluut niet tegen vorst. Bij het naar buiten verplaatsen van jouw plant kun je hem ook meteen terugsnoeien.
Hoe vaak moet je een kerstcactus water geven? Tijdens de bloei geef je de kamerplant een keer per week water en haal je af en toe oude bloemetjes weg. Na de bloei wil de kerstcactus even vakantie en heeft hij in augustus of september een maand volledige droogte nodig en wat minder licht.
Kerstster staat graag licht, zonder felle zon. De kluit mag altijd licht vochtig zijn. De plant kan niet tegen tocht of heel warme plekken, zoals boven de verwarming of pal naast een knapperend haardvuur.
Kerststerren zijn een niet erg giftige soort kerstplanten. Meestal krijgen dieren er maag- en darmklachten van die vanzelf weer over gaan, zoals niet willen eten, braken, sloomheid … Medicatie kan soms verzachting bieden. Daarom is het aangeraden om toch een dierenarts te raadplegen indien uw dier ervan heeft gegeten.
Een helleborus is een plant, maar deze plant bezit bloemen. Het snoeien van deze planten is ook niet nodig en gaat ook niet bij deze plant. Je zult hiermee de plant alleen maar beschadigen. Wat je wel kunt doen is de beschadigde en de wat minder mooie bloemen en bladeren af te knippen.
Deze tuinplant bloeit van november tot en met maart. De bladeren van de kerstroos zijn donkergroen en hebben een leerachtige structuur. De plant is winterhard en trekt zich niks aan van sneeuw of vorst. Je kunt de kerstroos in zowel de grond als in een pot planten.
Je hoeft tijdens de bloei geen voedsel te geven. Kerststerren zijn niet winterhard, maart wel meerjarig. Je kunt ze dus in principe jarenlang hebben en verzorgen, maar meestal bloeien ze dan minder rijk dan wanneer je iedere herfst nieuwe koopt.
De kerstster of poinsettia (Euphorbia pulcherrima) is een plant uit de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae). De soort komt van oorsprong voor in Mexico maar wordt veel gekweekt om de sierwaarde. Hij wordt in de gematigde streken, waaronder de Benelux, voornamelijk gekocht voor de kerst.
De uitgebloeide bloemen kun je telkens verwijderen voor een langere bloei, maar je kunt ze ook laten zitten om er zaad uit te winnen dat je eind mei, begin juni in potten of ter plekke in de tuin kunt zaaien. Je kunt een kerstroos ook vermeerderen door hem in september te delen.
Helleborussen zijn bosplanten en gedijen het best in de halfschaduw. Helleborus houdt ook van grond die niet te nat is. Alleen Helleborus argutifolius kan volle zon verdragen. Als bemesting gebruik je het best organische meststof zoals beendermeel, koemest of een andere samengestelde meststof van bijvoorbeeld Ecostyle.
Waar en hoe een kerstroos planten? Plant ze niet dieper dan ze in de pot stonden. In pot gekochte kerstrozen die je eerst een tijdje in de woonkamer zet, kan je daarna (als het niet vriest) buiten op een beschut, halfbeschaduwd plekje planten. Daar kunnen ze jarenlang blijven staan.
De kerstroos is een tuinplant die schitterend bloeit in de wintermaanden. In deze koudere periode zal de kerstroos de aandacht trekken in jouw tuin. De kerstster, daarentegen, is juist een kamerplant die binnenshuis schittert in allerlei verschillende kleuren, waaronder dieprood.
ð§ Begieten en verzorgen. Geef regelmatig water zodat de plant niet uitdroogt. Wanneer de bladeren slap worden, is het hoog tijd om de helleborus water te geven. Bij vriesweer is het vanzelfsprekend niet nodig om water te geven.
Helleborus niger, of kerstroos, komt van oorsprong uit de kalkrijke berggebieden met naaldbossen van de Oostelijke Alpen en de Noordelijke Apennijnen. De witte bloemen van Helleborus niger zijn tussen de 4 en 8 cm groot en verkleuren naar roze. De hoogte van deze wintergroene plant bedraagt tussen de 20 en 30 cm.
Helleborus bloeit van januari tot in april. Het blad blijft het hele jaar aan de plant, maar wordt op den duur wel lelijk. In februari kun je al wat blad wegknippen, maar wacht met alles weg te knippen tot het nieuwe blad verschijnt!
De kamerplanten welke altijd in vochtige grond moeten staan, krijgen water wanneer de bovenkant van de grond lichter van kleur wordt. Nog beter; steek een vinger in de grond, plakt er aarde aan je vinger? Dan is de grond nog vochtig genoeg. Wacht nog even met water geven.
Dit soort verkleuringen worden meestal veroorzaakt door een tekort aan voedingsstoffen. Deze kun je aanvullen door je plant te verpotten en door regelmatig plantenvoeding te geven. Een verkleuring door een tekort aan voedingsstoffen kan in veel gevallen ook weer bijkleuren.