“Bij CT wordt een dosis röntgenstraling gebruikt die vele malen hoger is dan bij een gewone röntgenfoto. Röntgenstraling is schadelijk en richt zijn schade aan op het moment van toediening. Als standaard zou je kunnen aanhouden dat iemand niet meer dan drie maal per jaar CT-onderzoek mag ondergaan.
Nadelen zijn: een CT-scan betekent een relatief sterke stralingsbelasting: een onderzoek met een CT-scan staat ongeveer gelijk aan 200 röntgenfoto's. het is een kostbaar onderzoek. er is contrastmiddel nodig om de bloedstroom beter af te beelden.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
Nee, de straling die wordt gebruikt bij röntgenonderzoeken blijft niet achter in uw lichaam. Na het röntgenonderzoek bent u dus niet radioactief.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Een CT-scan (ook wel RX, CAT of computertomografie genoemd) is een radiologisch onderzoek dat compleet pijnloos is en dat beelden 'in plakjes' levert van het lichaam. Bij deze methode worden röntgenstralen of X-stralen gebruikt. Het principe is eenvoudig. Elk weefsel van ons lichaam (huid, vet, organen, bot enz.)
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Het laten maken van één of twee, of zelfs meerdere röntgenfoto's per jaar kan geen kwaad. Röntgenstraling is alleen schadelijk als u er vaak en lang aan blootgesteld wordt.
Het voornaamste risico van grote doses straling is het ontstaan van kanker. De hoeveelheden straling die gebruikt worden bij een röntgenonderzoek zijn te klein om aan te tonen dat hierdoor kanker ontstaat.
We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking. Met een CT-scan kunnen we ook controleren wat het resultaat is van een behandeling zoals een operatie of een medicijnenkuur.
Uw lichaam neemt het contrastmiddel vanzelf op waarna het via de urine wordt uitgescheiden. Ondanks het feit dat het contrastmiddel veilig is, kan het zijn dat uw persoonlijke situatie maakt dat het toedienen van contrast afgeraden wordt.
Soms is een CT-scan met contrastmiddel nodig. Daarop zijn organen en bloedvaten nog beter te zien.
Het magnetische veld is verder niet schadelijk voor het lichaam. Dit is ook de belangrijkste reden waarom we bij Prescan kiezen voor een MRI-scan en niet voor een CT-scan. We willen je niet onnodig blootstellen aan röntgenstraling. Bij een CT-scan wordt ook meer röntgenstraling gebruikt dan bij een röntgenfoto.
Na het onderzoek
Het contrastmiddel wordt via de nieren uitgescheiden. Om dit proces te versnellen is het goed om na het onderzoek extra te drinken.
Op de dag van het onderzoek mag u niet meer eten en drinken in de twee uur vóór de CT-scan. Wanneer u medicijnen gebruikt mag u deze innemen met een beetje water, tenzij uw arts u vertelt dat u deze medicijnen voor het onderzoek niet mag slikken. Neem iets te eten mee voor ná het onderzoek.
De wetgeving hanteert limieten die niet overschreden mogen worden. Voor werknemers die tijdens het werk met ioniserende straling te maken hebben, geldt een maximale effectieve dosis van 20 millisievert (mSv) per jaar.
Röntgenstraling kan het DNA beschadigen. Te veel ioniserende straling kan namelijk de opbouw van atomen veranderen. Wanneer beschadigd DNA niet goed hersteld wordt, kan dit op langere termijn kanker veroorzaken.
Ioniserende straling heeft directe en late effecten op ons lichaam. Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen. Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes.
De symptomen van stralingsziekte zijn hoofdpijn en vermoeidheid bij lichte vormen. Bij zeer zware gevallen treden zwaardere symptomen op, zoals misselijkheid, overgeven en uiteindelijk de dood binnen een paar weken. Iedereen die wordt blootgesteld aan een extreem hoge dosis straling krijgt stralingsziekte.
Radioactieve of beter gezegd ioniserende straling delen we in in alfa-, bèta- en gammastraling. Alfastraling is de gevaarlijkste van de drie. Alfastraling bestaat uit de kernen van heliumatomen die met 10.000 tot 20.000 km/s rondrazen.
Mensen bij wie een vlekje op de long wordt geconstateerd, krijgen minder vaak kanker dan tot nu toe werd aangenomen. Vervolgonderzoek is daarom in maar twintig procent van de gevallen nodig. De grootte en de groei van het vlekje zijn bepalend.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.