Een goede richtlijn is om te beginnen met één of twee keer per dag drie à vier lepeltjes. Dit kan je steeds verder opbouwen, zodat de vaste voeding op een gegeven moment de melkvoeding vervangt. Een goed tijdstip om zijn eerste hapjes te geven, is direct na zijn melkvoeding of tussen twee voedingen door.
Hoe vaak geef ik hetzelfde hapje? Je begint met losse en zachte smaken en die geef je een aantal, bijvoorbeeld 3 dagen, achter elkaar. Bijvoorbeeld 3 dagen pompoen, 3 dagen bloemkool, 3 dagen worteltjes en daarna op die manier fruithapjes. Zo leert je baby de smaken beter herkennen en waarderen.
Hoeveel oefenhapjes geef je aan je baby? Oefenhapjes zijn een extraatje naast borst- of flesvoeding en zijn echt bedoeld om te oefenen. Geef daarom maar één of twee keer per dag zo'n 3 à 4 lepeltjes.
Je start met het geven van oefenhapjes als je baby tussen de 4 en 6 maanden is. Begin niet eerder en niet later. Je kunt met 4 maanden al starten, maar als je nog enkele weken wilt wachten, is dat ook goed. Kijk vooral of je baby eraan toe is.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Als je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes vast voedsel (goed geprakt).
Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Indien je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes geprakte groente of fruit. Voorbeeld flesvoeding: weegt je baby 7 kg? Dan heeft hij ongeveer 7 x 150 ml = 1050 ml flesvoeding per dag nodig.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per voeding: 150 - 200 ml. 1 à 2 keer per dag een paar lepels geprakte groente, fruit, rijst of pasta en als je kindje wil een beetje brood zonder korst. Uitleg bij flesvoeding: Geef je baby 4 tot 6 keer per dag 150 – 200 ml opvolgmelk.
Signalen van je baby vaste voeding:
Je kindje sabbelt op zijn handje of stopt dingen in zijn mond. Je kindje maakt smakgeluidjes of hapbewegingen. Je kindje heeft veel interesse in jouw eten en volgt met zijn ogen de lepel van je bord naar je mond. Je baby wil meer borst- of flesvoeding dan normaal.
De bedtijd van je baby van 4 maanden wordt nu vervroegd en ligt gemiddeld ergens tussen 17:30 en 19:30 uur. Hierbij speelt het een rol hoeveel slaap je baby overdag al heeft gehad. Een baby van 4 maanden heeft gemiddeld behoefte aan ongeveer 11 tot 12 uur slaap. Hiermee komt het totaal aantal uur op 14 tot 17 uur.
Potjesvoeding is dus niet zo zeer ongezond, maar er kunnen wel wat andere nadelen aan zitten. Nadelen: In een potje worden vaak verschillende smaken met elkaar gemengd, waardoor je baby niet goed kan wennen aan de ''echte'' smaken van de groenten en fruit.
Soms wordt beweerd dat je bepaalde soorten fruit beter niet kunt geven tot je kind bijvoorbeeld 1 jaar is, vanwege de spijsvertering of voedselallergieën. Bijvoorbeeld aardbeien of bessen. Maar alle soorten zijn geschikt.
Het is belangrijk dat het groente- of fruithapje in het begin niet te grof of te dik gepureerd is, omdat je baby anders moeite kan hebben om het door te slikken. Hoe ouder je baby wordt, hoe grover de puree mag zijn, zodat hij stap voor stap leert om op zijn eten te kauwen.
Begin met een paar theelepeltjes, zo'n 10 gram, en geef elke dag een paar hapjes meer als je baby daarom vraagt. Ik zou in deze fase niet meer dan 50 gram geven, want je wil dus niet dat je baby vol zit van een hapje en daardoor minder melk drinkt.
Het antwoord daarop verschilt per kind. Kijk goed waar jouw baby zelf behoefte aan heeft. Voor kindjes van 6-7 maanden kun je voor de totale warme maaltijd ongeveer 200 gram aanhouden. Denk hierbij aan ongeveer 75 gram groente, 50 gram vlees of vis en 75 gram aardappelen, rijst of pasta.
Geef het fruithapje na een voeding of tussen twee voedingen in. Het is belangrijk dat je kindje rustig en ontspannen is wanneer je hem kennis laat maken met een nieuwe smaak. Daarom kan het helpen om een fruithapje na een voeding of tussen twee voedingen in te geven.
Bij flesvoeding kun je van 6 voedingen naar 5 voedingen wanneer je baby er aan toe is. Dit is meestal rond de 6 weken. Omdat je één voeding minder geeft kun je meer voeding aanbieden bij flesvoeding waardoor je baby meer tevreden is na de voeding en het langer vol kan houden.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Start met een paar kleine lepeltjes per dag. Je kind zal de voeding waarschijnlijk eerst van het lepeltje zuigen, net alsof hij uit de borst of fles drinkt. Het duurt even voordat je kleintje gewend is aan eten van een lepeltje. Maak je geen zorgen als hij de eerste hapjes direct weer uitspuugt.
Begin met één soort groente tegelijk
De eerste twee weken kun je het beste beginnen met één soort groente tegelijk, zodat je kindje deze smaak leert herkennen en deze accepteert. Een paar theelepeltjes per keer is al genoeg om je baby kennis te laten maken met vast voedsel.
Een kind heeft tot de leeftijd van 6 maanden geen vaste voeding nodig om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Borstvoeding en kunstvoeding leveren alle voedingsstoffen die een kind in de eerste 6 maanden nodig heeft. Daarna is ook vaste voeding nodig voor de verdere groei en ontwikkeling.
Voedingsschema baby 6 maanden
Vaste voeding: 1 tot 2 keer per dag, bijvoorbeeld geprakte groente, pap, fruit, rijst, pasta, aardappel, of brood. Natuurlijk kan je ook verschillende dingen mixen in een prakje. Flesvoeding: 4 tot 6 flesvoedingen per dag met opvolgmelk, per voeding 150-200 ml.
11 – 12 uur: Lunch. 200ml borst- of flesvoeding* en wat stukjes lichtbruin brood, eventueel gedoopt in borst- of flesvoeding of water.