Andere oplossingen die veel effect hebben, zijn het verkleinen van de veestapel, kringlooplandbouw en vee ander veevoer geven waardoor er minder stikstof in de mest en urine zit. Het volledige rapport 'Niet alles kan' en opvolgende rapport 'Niet alles kan overal' (2020) kun je bekijken op Rijksoverheid.nl.
In stallen komen mest en urine met elkaar in contact. Zo ontstaat drijfmest – modderige, vloeibare mest. Als dat in verbinding komt met zuurstof ontstaat er ammoniak. Naar schatting veroorzaken Nederlandse boeren rond de 60% van de stikstofneerslag in natuurgebieden.
Schiphol en Tata steel bovenaan top-100 stikstofoxiden
Uit de lijst van 100 grootste bronnen van stikstofoxiden blijkt dat Schiphol, na Tata Steel, een van de grootste bronnen van stikstofoxiden is. Alle sectoren, dus ook verkeer, industrie en de luchtvaart moeten bijdragen aan de oplossing.
In sommige gebieden in Nederland moet de uitstoot van stikstof met 70 tot 80 procent worden verminderd. Het gaat bijvoorbeeld om de Gelderse Vallei en De Peel in Noord-Brabant. Haagse bronnen bevestigen een bericht in NRC daarover.
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
Stikstof komt overal
Als alle boeren elk jaar tot 2030 vijf procent van hun veestapel inkrimpen komen we een heel eind. Zij moeten ook zorgen voor minder gebruik van kunstmest, pesticiden, voor normale graslanden en krijgen meer land beschikbaar per dier.
Stikstofgebrek kan ontstaan door het onderwerken van stro en houtsnippers omdat voor de afbraak van deze stoffen, de bacteriën stikstof onttrekken aan de bodem. Compost en dierlijke mest, bloedmeel en hoornmeel zijn natuurlijke bronnen van stikstof. Bloedmeel en hoornmeel zijn verkrijgbaar in poedervorm.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
De stikstofuitstoot naar de lucht bestaat vooral uit ammoniak, wat vrijkomt door uitwerpselen van koeien. Zo'n 87 procent van de ammoniakemissie komt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek vrij in de landbouw en daarom zullen boeren het meeste pijn voelen.
Boeren gebruiken mest omdat het zorgt voor een betere plantengroei en hogere gewasopbrengsten. Uit de mest verdampt stikstof als ammoniak en komt in de lucht. Een ander deel van de stikstof kan uitspoelen naar het grondwater; dit heet (nitraat)uitspoeling.
Te veel stikstofoxiden en ammoniak is slecht voor de natuur. Het leidt tot vergiftiging, vermesting en verzuring. Voor sommige mossen en korstmossen is een te veel aan ammoniak in de lucht direct giftig.
Als de poep en plas van een koe bij elkaar komen, ontstaat er stikstof die schadelijk is voor de natuur. De oplossing: een speciaal koeientoilet om de urine mee op te vangen zodat die niet met de poep mengt! Dus jij gaat Nederland van het stikstofprobleem af helpen?
Nederland stoot al jaren te veel stikstof uit. Dat is slecht voor de natuur en de gezondheid van mensen. Daarom neemt de overheid maatregelen in de industrie, landbouw, verkeer en bouw. Doel hiervan is om de uitstoot van stikstof te verminderen en de natuur te verbeteren.
De hoeveelheid stikstof hangt af van hoeveel melk een koe in een jaar produceert (in kilogram) en van het ureumgehalte (in milligram voor elke 100 gram melk). Ook de hoeveelheid fosfaat hangt af van de melkproductie.
Ook in België boze boeren
Ook België heeft een grote landbouwsector in relatief klein grondgebied. "Waar wij nog een heel klein beetje ruimte hebben, is de grenswaarde in Vlaanderen echt 0,0", zegt De Vries. "Die mogen dus helemaal geen extra stikstof uitstoten rondom natuurgebieden."
6. Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Er zijn reducenten die hun energie halen uit de afbraak van organische stikstofverbindingen. Deze reducenten zetten organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
De inschatting van de minister is dat in 2030 ongeveer 30 procent van de 50.000 boerenbedrijven verdwenen zal zijn. Vooral in bepaalde regio's is de opgave groot. Zo zitten er rond de Veluwe – een groot en kwetsbaar natuurgebied – veel veebedrijven.
Bij teveel stikstof in de natuur verzuurt de bodem. Niet alle planten kunnen daar goed tegen en verdwijnen daardoor. Met als gevolg dat er ook dieren verdwijnen uit de natuurgebieden zoals bijen, insecten en vogels. Hierdoor neemt de biodiversiteit af.
Centraal in het probleem in Nederland staat de uitstoot van ammoniak uit de landbouw en stikstofoxiden uit verbrandingsmotoren. Deze stikstofverbindingen slaan weer neer in droge en natte depositie. In het water en de bodem vinden omzettingen plaats waarbij ook weer gasvormige N2 kan ontstaan.