Uw arts kan dit op verschillende manieren vaststellen: bloedonderzoek. lichamelijk onderzoek: de arts luistert met een stethoscoop naar uw longen. röntgenfoto van de longen.
Een longontsteking is goed te diagnosticeren door de huisarts na het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek en aanvullende testen. De huisarts zal allereerst de vitale functies onderzoeken. Dit door het meten van bloeddruk, temperatuur, hartslag, ademhalingsfrequentie en het zuurstofgehalte in het bloed.
Als je arts een longontsteking vermoedt, kan hij een röntgenfoto van je longen laten maken. Die foto kan de diagnose bevestigen, en helpen om het onderscheid te maken tussen een longontsteking en een bronchitis. Bij een beginnende longontsteking is er soms nog niets abnormaals zichtbaar op een röntgenfoto.
De huisarts kan vaak met behulp van een stethoscoop horen of er inderdaad een ontsteking zit. Vocht in de longen maakt namelijk een krakend geluid. Ook klopt de huisarts op de plek waar de longen zitten, omdat ontstekingen voor een gedempt geluid zorgen.
Onderzoeken. Als we vermoeden dat u een longontsteking heeft, maken we een röntgenfoto van de longen. Ook prikken we bloed om uw nier- en leverwaarden, ijzergehalte en ontstekingswaarden te controleren. We prikken het bloed in de slagader in uw pols om het zuurstofgehalte goed te kunnen meten.
De arts kan jouw bloed of slijm testen om de oorzaak van de longontsteking vast te stellen. Hij onderzoekt of er een virus of bacterie aanwezig is, of allebei. De arts bepaalt hiermee hoe hij jouw longontsteking behandelt.
Diagnose van longontsteking
Uw huisarts kan longontsteking diagnosticeren door naar uw symptomen te vragen en uw borstkas te onderzoeken . In sommige gevallen zijn er mogelijk verdere tests nodig. Longontsteking kan moeilijk te diagnosticeren zijn omdat de symptomen vergelijkbaar zijn met die van andere aandoeningen. Bijvoorbeeld verkoudheid, bronchitis en astma.
Vaak schrijft de arts je bij een longontsteking antibiotica voor. Bij een ernstige longontsteking word je soms opgenomen in het ziekenhuis. Antibiotica helpen alleen tegen bacteriën en niet tegen virussen. Toch zal de arts bij een longontsteking je bijna altijd een kuur voorschijven.
Met behulp vijf klinische gegevens (koorts, hoofdpijn, pijnlijke cervicale lymfeklieren, diarree en rhinitis) kan een huisarts onderscheid maken tussen een bacteriële en een virale oorzaak van een infectie van de lage luchtwegen.
U kunt langere tijd last houden van: hoesten, dyspnoe, vermoeidheid en/of pijn. Een normaal herstel van een longontsteking kan 6 weken tot 3 maanden duren. Neem de medicatie in volgens voorschrift van de arts, het is belangrijk om de antibioticakuur af te ronden, ook als u geen klachten meer heeft.
Pijn bij het ademhalen, benauwdheid en veel hoesten kunnen - in combinatie met koorts, spierpijn en minder eetlust - duiden op een longontsteking.
Een goede saturatie ligt tussen de 95% en 100%. Bij een longziekte kan de saturatie lager zijn, maar onder de 90% is niet goed. Als de uitslag onder de 95% is, meet je na tien minuten aan een andere vinger. Is de saturatie nu nog te laag, neem dan contact op met de huisarts.
Tips bij een longontsteking
Neem rust en blijf thuis van werk of school. Zeker als je koorts hebt en slijm ophoest. Drink veel water, vooral als je koorts hebt. Rook niet en voorkom meeroken.
Een longontsteking kan vanzelf overgaan. Maar vaak zijn de klachten te hevig om dat af te wachten. Welke behandeling u dan krijgt, is afhankelijk van de oorzaak van de ontsteking. Als bacteriën de longontsteking hebben veroorzaakt, krijgt u een antibioticakuur.
Milde symptomen kunnen lijken op een gewone verkoudheid of griep (malaise, hoesten, koorts, etc.), maar ze duren langer en verergeren als ze onbehandeld blijven. Bij ouderen, mensen die al ziek zijn en mensen met een verzwakt immuunsysteem kan dit ernstigere symptomen veroorzaken en opname in het ziekenhuis vereisen.
Virussen en bacteriën kunnen vergelijkbare symptomen veroorzaken, zoals koorts, hoesten en huiduitslag. De enige manier om te weten wat voor soort infectie u heeft, is door een zorgverlener u te laten beoordelen . Als u symptomen heeft die langer dan een paar dagen aanhouden of die u zorgen baren, raadpleeg dan uw zorgverlener.
Op basis van klachten kan de huisarts de diagnose 'influenza' niet stellen. Tijdens het griepseizoen neemt de kans toe dat het influenzavirus deze klachten veroorzaakt tot 60 à 70%.
Onderzoek longontsteking
De diagnose wordt gesteld op geleide van de symptomen, klachten en lichamelijk onderzoek. Aanvullend worden bij bloedonderzoek verhoogde ontstekingswaarden gezien. Op een longfoto is in het begin soms weinig tot niets te zien, echter na enkele dagen zal hier een ontsteking te zien zijn.
De ademhaling kan een hoge piep geven doordat de luchtwegen minder ruimte hebben. Soms hoor je ook een brommend (lager) geluid of een zagende ademhaling.
Artsen kunnen bloedkweken gebruiken om te testen op bacteriën in uw bloedbaan. Oximetrie. Een oximeter kan de hoeveelheid zuurstof in uw bloed schatten. Een sensor in een manchet of clip wordt op het uiteinde van uw vinger geplaatst.
De longfunctietest kan bij je huisarts worden uitgevoerd, maar ook in het ziekenhuis, of een speciaal laboratorium. Een longfunctietest is een soort blaastest. Deze wordt ook wel spirometrie genoemd. De arts weet door deze test hoe goed je longen werken en of er sprake is van vernauwing van je luchtwegen.
Een lichte longontsteking kan thuis behandeld worden. Bij een ernstige longontsteking kan opname in het ziekenhuis nodig zijn. Hier krijgt u medicijnen (zoals antibiotica) en eventueel vocht via een infuus en zonodig extra zuurstof.