Mensen met autisme hebben een lagere levensverwachting dan mensen zonder autisme. Ze leven gemiddeld 16 jaar korter.
Autisme op zich verlaagt de levensverwachting niet. Maar mensen met autisme sterven meestal jonger dan de algemene bevolking.
A: Autisme zelf heeft geen directe impact op de levensverwachting . Sommige personen met autisme kunnen echter gelijktijdige gezondheidsproblemen hebben die hun levensverwachting kunnen beïnvloeden. Het is essentieel om te focussen op de algehele gezondheid en het welzijn in plaats van de levensverwachting alleen aan autisme toe te schrijven.
Maar oud worden is bij uitstek een onvoorspelbaar proces en daardoor lopen senioren met autisme vaak vast. Zij merken het bijvoorbeeld sneller op wanneer hun hoofd of lijf achteruitgaan. En maken zich vervolgens drukker dan mensen met een niet-autistisch brein over het onvoorspelbare verloop van die aftakeling.
Autisme en dementie
Studies hebben aangetoond dat volwassenen met autisme ongeveer 2,6 keer meer kans hebben om vroegtijdige dementie te ontwikkelen dan volwassenen zonder autisme.
Proefpersonen met autisme bleken ongebruikelijk sterke connecties te hebben tussen de thalamus – het deel van de hersenen waar zintuiglijke prikkels binnenkomen – en de gebieden op de hersenschors, waar we ons bewust worden van deze prikkels.
Kinderen met autisme hebben geheugenproblemen die niet alleen hun geheugen voor gezichten belemmeren, maar ook hun vermogen om andere soorten informatie te onthouden, volgens nieuw onderzoek van de Stanford School of Medicine. Deze beperkingen worden weerspiegeld in verschillende bedradingspatronen in de hersenen van de kinderen, zo bleek uit het onderzoek.
Mensen met autisme in combinatie met een verstandelijke beperking sterven zelfs 30 jaar eerder, op een gemiddelde leeftijd van 39. Bij die groep is epilepsie de belangrijkste doodsoorzaak. Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 in plaats van 70.
Het is echter essentieel om te erkennen dat bepaalde factoren autismesymptomen kunnen verergeren, waardoor het voor individuen moeilijker wordt om hun dagelijkse leven te leiden. Deze factoren kunnen bestaan uit omgevingsstressoren, gebrek aan ondersteuning en ontoereikende toegang tot geschikte bronnen en therapieën .
Mensen met autisme geven zelf vaak aan dat ze worden overvallen door een intens gevoel van stress en paniek, en dat een op het eerste gezicht kleine aanleiding, zoals een hard geluid, al snel tot enorme stress kan leiden. Er is dan geen ruimte voor reflectie, 'je wordt 'overweldigd' door de stress'.
De meeste kinderen met autisme hebben moeite met veranderingen. Plotselinge veranderingen kunnen bij hen vaak leiden tot heftige reacties, zoals driftbuien, blokkades en angstgevoelens.
Is autisme erfelijk? Als uw vader of moeder autisme heeft, is de kans dat u ook autisme krijgt ongeveer 15 tot 20%. Als twee mensen uit uw gezin deze psy chische aandoening hebben, is de kans dat u het krijgt 40%.
Autisme Spectrum Stoornis of ASS is een ontwikkelingsstoornis. De aanvang hiervan heeft plaats in de vroege kindertijd. Een ontwikkelingsstoornis heeft een stabiel verloop met progressieve verbeteringen. Dat wil zeggen dat er op volwassen leeftijd vaak een milder beeld is als tijdens de kindertijd.
Is de diagnose ASS of autisme levenslang? ASS wordt meestal gezien als een levenslange diagnose. Wel treden er in de loop van de verschillende ontwikkelingsfasen vaak verschuivingen op in het klinisch beeld en zijn er kinderen die na een periode buiten de classificatie ASS kunnen vallen (Helt, et al., 2008).
Ongeveer 1% tot 2% van de Nederlanders, meer dan 200.000 mensen, heeft autisme. Het aantal mensen dat te maken heeft met autisme – zoals ouders, broers, zussen, partners, leraren en zorgverleners – is vele malen groter.
Inmiddels is duidelijk dat autisme voorkomt bij zowel mannen als vrouwen. Precieze cijfers over de prevalentie van autisme bij mannen en vrouwen ontbreken nog. Veel wetenschappers gaan op dit moment uit van de verhouding 4:1 – dus vier keer zoveel autisme bij mannen als bij vrouwen.
Een gezond dieet voor kinderen met autisme betekent het eten van hele voedingsmiddelen zoals vers fruit en groenten, vlees, eieren, bonen, noten, zaden en volkoren granen . Voedingsmiddelen die van nature meer vitaminen en mineralen bevatten, zijn goed voor autisme.
In totaal volgde Scheeren 917 volwassenen (425 mannen en 492 vrouwen) met autisme tussen de 18 en de 65 jaar. Allen zijn deelnemers van het NAR. Met de meesten – 86 procent – gaat het redelijk tot zelfs heel goed. En in de loop van de tijd voelen zij zich bovendien steeds vaker gelukkig.
Een chronische aandoening als autisme kan leiden tot andere problemen 11. De momenteel beschikbare literatuur suggereert een verhoogde kans op verschillende klinische problemen bij volwassenen, waaronder angst en depressie (die beide kunnen reageren op verschillende behandelingsmodaliteiten).
Longitudinale studies die mensen met autisme meer dan 20 jaar volgden, lieten zien dat de gemiddelde levensverwachting varieert tussen 39 jaar en 58 jaar . Personen die ernstiger getroffen zijn door autisme hebben een kortere levensverwachting dan personen die minder getroffen zijn door de stoornis.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Bij autisme kunnen er in sommige delen van de hersenen te veel verbindingen zijn en in andere te weinig. Dementie wordt daarentegen gekenmerkt door een breuk in de verbindingen tussen hersencellen.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
Onderzoek naar het hersenfunctioneren bij ASS wijst erop dat bepaalde hersengebieden anders functioneren, of dat de communicatie tussen hersengebieden anders verloopt. Over hoe dat anders functioneren er precies uitziet en welke hersengebieden daarbij betrokken zijn, is nog discussie en onduidelijkheid.