Om het diafragma aan te passen, houd de E (N) -knop ingedrukt terwijl u aan de instelschijf draait (naar links voor grotere diafragma's/lagere f-waarden en naar rechts voor kleinere diafragma's/hogere f-waarden).
In het objectief van je camera vind je een verstelbare opening. Deze opening wordt het diafragma genoemd. Door de opening groter of kleiner te maken, bepaal je hoeveel licht er op de sensor van de camera valt. Als je een foto maakt, kun je aan de f-waarde zien hoe groot of klein het diafragma op dat moment is.
Het diafragma is de opening van de lens. Het is opgebouwd uit meerdere lamellen die verschuiven. Hiermee maak je de lensopening groter of kleiner. Zo bepaal je hoeveel licht op de sensor van je camera valt.
Diafragma is een verstelbare opening tussen de lens en de sluiter, waardoor het licht op de beeldchip valt. Hoe groter de opening, hoe meer licht er op de beeldchip terecht komt. De opening van wordt aangegeven in F-getallen namelijk F-stops zoals F2.
Het diafragma regelt hoeveel licht er op de sensor valt, de sluitertijd hoe lang het licht op de sensor valt en de ISO hoe gevoelig de camera is voor deze hoeveelheid licht.
Het diafragma werkt in stappen in fotografietermen stops genoemd. Elke stop betekent een halvering of een verdubbeling van het licht. Draai je het diafragma van f/ 4 naar f/ 5.6 is dit een halvering van de hoeveelheid licht dat op de sensor valt.
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die je camera binnenkomt. Diafragma de instelbare lensopening waarmee je regelt hoeveel licht er in de camera valt. Weten hoe je deze drie instellingen aanpast aan je locatie en onderwerp is essentieel voor een goede belichting.
Diafragma gebruiken voor scherptediepte
Hoe kleiner de diafragma opening, hoe groter het gebied wordt dat scherp is. Hoe groter de diafragma opening, hoe kleiner het gebied wordt dat scherp is. Een groot diafragma getal betekent een grote scherptediepte, een klein diafragma getal een kleine scherptediepte.
Welk diafragma bij veel licht? Bij veel licht kun je het beste kiezen voor een klein diafragma, dus een hoog f-getal zoals f/16 of hoger. Dit komt doordat bij een klein diafragma minder licht wordt doorgelaten, waardoor de foto minder snel overbelicht raakt.
Tip 2: kies voor een klein diafragma
Bij nachtfotografie speelt scherptediepte een kleinere rol, omdat je vaak fotografeert met een groothoeklens. Daarom kan je vaak beter kiezen voor een kleiner diafragma tussen de f/11 en f/16. Veel lenzen geven met dat diafragma ook een scherper resultaat.
Bewolkte hemel, 's avonds of binnenshuis zonder flits: 400 - 800 ISO. 's Nachts of in donkere ruimten: meer dan 800 ISO.
Als je camera niet scherpstelt, zit je misschien te dicht op je onderwerp. Elke lens heeft een minimale scherpstelafstand. Is het onderwerp te dichterbij, dan kun je niet scherpstellen. Neem iets meer afstand en focus opnieuw op je onderwerp totdat deze scherp in beeld is.
Een diafragma van f/5.6 of f/8 geeft een goed scherptebeeld." Als iets de mensen in je groepsfoto afleidt, zorg er dan voor dat je hun aandacht krijgt door te schreeuwen of te zwaaien, zodat ze je recht aankijken.
Een lichtsterke lens heeft een maximaal diafragma van f 2.8 of nog lager. Dit betekent dat er door de grote opening meer licht de sensor kan bereiken. Je kunt daardoor de sluitertijd korter houden, waardoor je weer bewegingsonscherpte kunt voorkomen.
Ook bij veel licht kan een zeer groot diafragma nodig zijn, om een zo groot mogelijke achtergrondonscherpte te krijgen. Diafragma f/1.4 of zelfs nog grotere diafragma's voeren echter in dat soort situaties vaak tot overbelichting. 1/250 s bij f/8 en 100 ISO is in de zomer zeker in Italië heel normaal.
Diafragma-instelling bij flitsen
Een gemiddelde diafragmaopening, zoals f/5.6 of f/8, is vaak geschikt bij gebruik van flitslicht. Dit biedt een redelijke scherptediepte, wat handig is bij portretfotografie, terwijl het de lens open genoeg houdt om voldoende licht binnen te laten voor een goede belichting.
Over het algemeen geldt: hoe kleiner het F-getal, hoe meer licht in de camera komt en hoe meer vervaging u kunt hebben. Elke lens heeft een minimaal F-getal. Dit wordt het maximale diafragma van de lens genoemd.
De "F" in F-stop staat voor de "focal length" of de brandpuntsafstand van de lens. Hoewel de brandpuntsafstand zelf verwijst naar het gezichtsveld van een lens, gaat het bij de F-stop om de hoeveel licht die je via het diafragma op de sensor laat vallen.
De ISO hou je altijd zo laag mogelijk bij portret. Hoe lager die is, hoe minder ruis je in je beeld hebt. De sluitertijd moet kort genoeg zijn om geen bewegingsonscherpte te hebben. 1/125 seconde is een goed startpunt.
Door te spelen met je diafragma kun je een meer of minder scherpe voor- en achtergrond in je foto creëren. De kwaliteit van deze onscherpe delen noemen we bokeh. Het diafragma geeft je de mogelijkheid om creatief te fotograferen. Jij als fotograaf beslist wat je wel of niet scherp wilt hebben.
Op veel systeemcamera's vind je bovenop het toestel een draaiwieltje. Door dit wiel naar rechts te draaien verkort je de sluitertijd.Als je het wieltje naar links draait, maak je de sluitertijd langer. Vaak stel je de sluitertijd ook in via het scherm of via de bedieningsknoppen van je camera.