Aanhef rechter De aanhef in uw brief kan dus zijn: “Edelachtbare heer/vrouwe, …”. Of “Geachte mevrouw/meneer de rechter”.
De titel kan worden bepaald door het beroep. Zo schrijven we aan een rechter in een rechtbank: aan de edelachtbare heer mr.F.Visser.
Hij wordt net als de rechter(s) aangesproken met 'edelachtbare' (bij een rechtbank), 'edelgrootachtbare' (bij een gerechtshof) of 'edelhoogachtbare' (bij de Hoge Raad).
In officiële processtukken, zoals pleitnota's, spreken we de rechter aan met zijn officiële titel. Dat is 'Edelachtbare'.
Om advocaten mondeling in hun functie aan te spreken, gebruiken we de aanspreektitel meester, meestal in combinatie met de familienaam. Ook in de aanhef van een brief of e-mail wordt meester geschreven, zonder het bijvoeglijk naamwoord geachte.
Als je de naam van de ontvanger kent, gebruik je die ook in de aanhef. Bij geachte past de achternaam het best: Geachte heer Winkel, Geachte mevrouw Amrani. Bij een informele aanhef past een voornaam beter: Beste Tim, Dag Soumaya. Sommigen combineren voor- en achternaam: Geachte Tim Winkel, Beste Soumaya Amrani.
U kan de voorzitter gewoon aanspreken met "mevrouw" of "mijnheer" of "mevrouw of mijnheer de rechter". De procureur des Konings kan u eveneens aanspreken met "mevrouw" of "mijnheer" of "mevrouw of mijnheer de procureur".
Van oudsher gelden voor de aanspreekvorm van mensen met een bepaalde titel, rang of functie in formele situaties speciale regels. Zo is de titulatuur van een advocaat 'weledelgestrenge' en adresseert u een arts met 'weledelzeergeleerde'.
De functie van rechter is ingedeeld in salariscategorie 9 Rechterlijke Macht. Bij een volledige werkweek (36 uur) bedraagt het salaris minimaal € 6.585,92 en maximaal € 8.472,28 bruto per maand. Dit is exclusief 8% vakantietoeslag en 8,3% eindejaarsuitkering.
Een kantonrechter oordeelt net als een civiele rechter over civiele conflicten. Het verschil zit in de hoogte van het bedrag waar de zaak over gaat en het onderwerp. Een kantonrechter gaat over conflicten: met een waarde van € 25.000 of minder.
Als u de gedaagde bent in een kort geding hoeft u geen advocaat in te schakelen. Tenzij u in een kort geding bij de civiele rechter een tegeneis indient. Dan is een advocaat wel verplicht. De gedaagde is de partij die zich verweert.
Een pastoor wordt echter aangesproken met de formule meneer pastoor en een pater met de formule (weleerwaarde) pater. Hogere geestelijken (aartsbisschop, bisschop, hulpbisschop) worden aangesproken met monseigneur. Voor een kardinaal wordt ofwel eminentie gebruikt, ofwel meneer de kardinaal.
'Meester in de rechten' wordt afgekort tot mr.(zonder hoofdletter, met punt), dat voor de naam wordt geplaatst. Na invoering in 2002 van het bachelor-masterstelsel is het de titel Master of Laws, afgekort met LL. M., dat achter de naam wordt geplaatst.
Om een advocaat in zijn of haar functie aan te spreken, gebruiken we de aanspreektitel meester, meestal in combinatie met de familienaam. Ook in de aanhef van een brief of e-mail wordt meester geschreven, zonder het bijvoeglijk naamwoord geachte.
Aanhef rechter
De aanhef in uw brief kan dus zijn: “Edelachtbare heer/vrouwe, …”. Of “Geachte mevrouw/meneer de rechter”.
Als de groep bestaat uit mensen met een verschillende rol, kan een aanhef als Beste allen, Dag allemaal of Beste mensen gebruikt worden. Ook de meervoudsvormen Besten en Geachten zijn mogelijk. Die worden vooral in Nederland gebruikt.
Beste is informeler dan Geachte. Het klinkt iets persoonlijker en minder afstandelijk dan Geachte. Beste is bruikbaar in allerlei (zakelijke) contexten, bijvoorbeeld in brieven aan klanten. Naast Beste kan in zulke gevallen ook Dag gebruikt worden.
Een zakelijke brief begin je over het algemeen met 'Geachte heer ...' of 'Geachte mevrouw ...' Zeker als je voor het eerst met elkaar correspondeert, en het een formele relatie betreft, heeft dit de voorkeur.
Het woord heer hoort, zoals gezegd, nooit alleen te staan. In bijvoorbeeld een adressering schrijf je de heer (of afgekort: dhr.), en in een aanhef Geachte heer of Beste heer. Daar komt de achternaam achter, als je die weet: 'Geachte heer Van Wingerden'. Meestal gaat het goed en word ik aangeschreven als 'De heer'.
Voor een zakelijke brief gebruik je een passende aanspreking, zoals 'Geachte heer/mevrouw'. Je begint de eerste alinea met een hoofdletter en je begint nooit met 'ik'.
Jurist is namelijk geen beschermde titel, dus in principe mag iedereen zichzelf jurist noemen. Dit in tegenstelling tot de titel advocaat; het is strafbaar om jezelf advocaat te noemen terwijl je dat niet bent.
Iedereen die een universitaire studie Rechtsgeleerdheid heeft afgerond (bachelor en master) is een jurist. Als jurist mag je de titel 'meester in de rechten (mr.) ' gebruiken. Om als advocaat aan de slag te kunnen, moet een jurist beëdigd worden als advocaat.
Een jurist is iemand die zich bezighoudt met het recht. Dat houdt in: een advocaat is jurist, een rechter is jurist, een officier van justitie is jurist, een bedrijfsjurist is uiteraard ook jurist én iemand die zich anderszins met het recht bezighoudt mag zich jurist noemen.