U spreek je uit als 'oe', maar Ü spreek je uit als 'uu'. O spreek je uit als 'oh', maar Ö spreek je uit als 'eu'. Au spreek je uit als 'au', maar Äu spreek je uit als 'oi'.
Je gebruikt het als er twee klinkers naast elkaar staan die je als één klank kunt lezen, terwijl ze in twee verschillende lettergrepen staan. Kijk bijvoorbeeld naar efficiënt. Zonder trema zou je ie als één i-klank uitspreken. Met trema spreek je het uit als twee klanken: een i en een e.
De Duitse ü klinkt precies als de Nederlandse u. Dus für spreek je uit als /vuur/.
De Ä/ä (spreek uit: A-umlaut of A met trema) is een letter in het Latijnse alfabet. De letter wordt, in de talen waarin zij gebruikt wordt, meestal uitgesproken als /ɛ/ of /æ/.
De letter "u" wordt in bijna alle talen uitgesproken als "oe".
(ß staat voor een dubbele 'ss'. De uitspraak is die van een scherpe 'ss' [s].
Het is voor Nederlanders heel makkelijk om Duits te leren
Aan het begin moet je een beetje aan de uitspraak letten en de naamvallen kunnen soms lastig zijn. Maar Duits is voor Nederlanders geen moeilijke taal om te leren, zeker niet in vergelijking met bijvoorbeeld Fransen, Amerikanen of Chinezen.
Het duurt gemiddeld 44 weken en 1110 lesuren om dit soort talen onder de knie te krijgen.
De 'ğ' spreek je niet uit. Het heeft zelf geen klank, maar het is van invloed op hoe de klinkers worden uitgesproken. Het verlengt namelijk de klank van de klinker die aan deze letter vooraf gaat. Een goed voorbeeld is het woord 'oğlu'.
"Ø", "ø" is een klinker en een letter die gebruikt wordt in het Deens, Faeröers en Noors en bestaat uit een O of o met een schuine streep. De uitspraak van de klinker is ongeveer als het Nederlandse "eu" (fonetisch symbool: [ø]) in het woord "reus".
De Ö (onderkast ö) (spreek uit: umlaut-o of o met trema) is een in het Latijns alfabet voorkomende letter. De letter wordt gevormd door het karakter O met een daarboven geplaatst trema.
Koppelteken = Een koppelteken is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen of samenkoppelingen met elkaar verbindt. Het heeft de vorm van het kortste liggende streepje en komt daarmee uiterlijk overeen met het afbreekstreepje en het...
Is Frans of Duits moeilijker? Voor de meeste Nederlanders is het makkelijker om Duits te kunnen dan Frans, omdat Duits meer op het Nederlands lijkt en ook makkelijker is qua uitspraak. Maar let op: het niveau Frans en het niveau Duits dat je op school leert is niet gelijk.
Behalve in Nederland, spreekt men Nederlands in Vlaanderen en in Suriname. Nederlands is ook een officiële taal in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Nederlands heeft eenvoudigere grammatica en is lexicaal meer vergelijkbaar met Engels dan Duits. Daarom zou het juiste antwoord logischerwijs moeten zijn dat: Nederlands makkelijker is! Echter, het leren van een taal is niet alleen een kwestie van hoe vertrouwd de grammatica en woorden zijn met talen die je al kent.
De sleutel tot de Russische uitspraak
Een schrale troost: het valt nog mee met de medeklinkers in het Russisch in vergelijking met andere slavische talen. Door de vele sisklanken is het Russisch een taal die je moeilijk kunt verstaan. Maar een beetje geoefend oor kan de klanken goed onderscheiden.
Moeilijk en minder moeilijk
Voor Nederlanders zijn Japans, Chinees, Koreaans en Arabisch ingewikkelde talen om te leren. Alleen al het schrift van deze talen is ontzettend lastig omdat het uit tekens bestaat en niet uit letters zoals wij die kennen.
Spaans is een taal waarbij de koppeling van letters aan klanken eenduidig en de woordstructuur makkelijk is (veel lettergrepen met enkel medeklinker-klinker combinaties). Spaans zal dus over het algemeen makkelijker te leren zijn dan Frans.
Aigu (á, é, í, ó, ú, ý): typ het teken ' (links naast de Enter-toets) en daarna de letter. Cedille (ç): typ het teken ' (links naast de Enter-toets) en daarna de letter c.