Elke sport beslaat de vijf grondmotorische eigenschappen. Deze eigenschappen zijn spierkracht, uithoudingsvermogen, snelheid, lenigheid en coördinatie.
De basis motorische vaardigheden van een mens zijn: snelheid, kracht, coördinatie, lenigheid en uithoudingsvermogen. Het zijn de vijf bouwstenen van een gezonde ontwikkeling.
Dit zijn uithoudingsvermogen, kracht, snelheid, techniek & coördinatie en lenigheid. Door trainingen te doen, waarin deze 5 motorische basisvaardigheden worden beoefend, gaat je fysieke en daarnaast ook je mentale prestatievermogen vooruit. Zo gebruik je dus de juiste condities om tot een optimaal resultaat te komen.
Dit gesprek baseren we op de KLUCS methode. Dat betekent dat we vragen stellen en testen doen, die te maken hebben met de zogeheten grond motorische eigenschappen: coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid (KLUKS).
De vijf bewegingseigenschappen zijn: • coördinatie: het vermogen om op grond van een nauwe samenwerking tussen zenuwstelsel, zintuigen en spieren bewegingen nauwkeurig uit te voeren • lenigheid: het vermogen om bewegingen met een zo groot mogelijke bewegingsuitslag in de gewrichten uit te voeren • uithoudingsvermogen: ...
Bij het maken van een planning hoort: • het bepalen van het einddoel • het bepalen van subdoelen (tussendoelen) • het bepalen van het tijdpad • het koppelen van acties, werkzaamheden aan de subdoelen.
Je kind leert kruipen, staan, zitten, lopen, fietsen, skaten, enzovoort. Hierbij gaat het om grote bewegingen met de romp, armen en benen. Dit noemen we ook wel de grove motoriek. Bij fijne bewegingen, zoals een kraal vastpakken, knippen en een potlood gebruiken, hebben we het over de fijne motoriek.
Gymnastiek is de ideale sport om de motoriek van kinderen te ontwikkelen. Er komt meer bij kijken dan alleen een handstand of een koprol. Gymnastiek zorgt ervoor dat kinderen hun balans en coördinatie versterken. Naast de ontwikkeling op motorisch gebied, wordt ook gesport in groepsverband.
FITT is een afkorting voor Frequentie, Intensiteit, Tijdsduur en Type training. FITT-factoren zijn vastgesteld zodat je tijdens het opstellen van je trainingsschema rekening houdt met de punten die bij je trainingsmethode horen en zo dus ook van belang zijn voor het bereiken van je fitnessdoelstelling.
Activiteiten die je hart sterker maken, zijn aerobe trainingen. Daarbij moet je denken aan fietsen, hardlopen, wandelen, zwemmen, roeien, aerobics – dat soort sporten. Experts adviseren om drie tot vijf keer per week zo'n aerobe training te doen.
Je hebt mixt je workouts niet genoeg. Het is belangrijk om je workouts regelmatig af te wisselen. Als je steeds dezelfde training doet went je lichaam hieraan en daarom zul je minder snel verbeteringen zien. Ook raak je (hopelijk) minder snel verveeld als je steeds iets nieuws uitprobeert.
Met welke sporten kun je snel een goede conditie opbouwen? Klassieke duursporten zoals lopen, wandelen, zwemmen en fietsen zijn ideaal om je conditie op te bouwen. Maar je kunt evengoed kiezen voor alternatieven zoals nordic walking, skeeleren, mountainbiken, roeien, touwtjespringen, schaatsen...
Bij fysieke vaardigheden gaat het om het functioneren van het lichaam, waarbij sensorische functies, stem en spraak, uithoudingsvermogen, het bewegingssysteem en mobiliteit van belang zijn.
Om de bewegingsvaardigheid van leerlingen in kaart te brengen, zijn veertien verschillende onderdelen afgenomen. Deze onderdelen hebben betrekking op de leerlijnen balans, mikken en jongleren, hardlopen, springen, zwaaien en doelspelen.
De leeftijdsperiode van twee tot en met dertien jaar is een belangrijke periode voor het ontwikkelen van de fundamentele- of elementaire motorische vaardigheden. De fundamentele motorische vaardigheden bestaan uit: evenwicht, coördinatie en oog-handcoördinatie.
Fundamentele bewegingsvaardigheden zijn de basis van het bewegen. Een goede beheersing van deze vaardigheden zorgt ervoor dat je 1) gaat bewegen en 2) in staat bent meer complexe vaardigheden in een later stadium aan te leren.
Het ASM is andere manier van denken over bewegen en/of het onderwijs daarin. Het is een methode waarmee sporters met behulp van een concentrische opbouw worden opgeleid tot veelzijdige bewegers en zich van daaruit ontwikkelen tot veelzijdige atleten die zich mogelijk gaan specialiseren binnen een sport.
Het ASM zorgt er voor dat kinderen breed en veelzijdig worden opgeleid, dit zorgt uiteindelijk voor minder problemen zoals overbelasting en uitval. Het niet iedere keer dezelfde beweging uitvoeren tijdens bijvoorbeeld trainingen kan er voor zorgen dat de kans op overbelasting en blessures verkleind wordt.
Laat je kind helpen bij dagelijkse activiteiten en karweitjes, zoals brood smeren, een banaan in stukjes snijden, iets uitdelen, de post openmaken en in de tuin werken. Geef materialen die de ontwikkeling van de fijne motoriek stimuleren, zoals potloden, verf, klei, een kinderschaar en kralen om te rijgen.
Voelen, aanraken en vastpakken: al deze vaardigheden helpen bij de ontwikkeling van de fijne motoriek.
Motoriek is het vermogen om te bewegen. Dit kan het menselijk lichaam of dat van een dier betreffen. Meestal maakt men voor de mens onderscheid tussen grove en fijne motoriek. De grove motoriek bestaat uit grote, grove bewegingen die men met (grote delen van) het lichaam maakt, bijvoorbeeld lopen, zwemmen of schoppen.