Het Uitspraakwoordenboek geeft /biˈzɔndər/ op als de enige juiste uitspraak.
Bijzonder, bizonder of biezonder? Officieel is het nog altijd 'bijzonder', maar veel schrijvers en vertalers, vaak niet de minste onder de broederen, schrijven 'bizonder' in de geest van de Middelburgse leraar Hasselbach, die in open lettergrepen vaker de enkele i wenste.
Bijzonder is één woord. Bijvoorbeeld is ontstaan uit 2 woorden. Je haalt er een voorbeeld bij. Dat is later bijvoorbeeld geworden, en de uitspraak is hetzelfde gebleven.
I bijzonder bijv. naamw. Uitspraak: [biˈzɔndər] anders dan anders, anders dan anderen Voorbeelden: `een bijzondere vrouw`, `een bijzondere gebeurtenis`Antoniem: gewoon Synoniemen: ongewoon, apart II bijzonder bijwoord Uitspraak: ...
afwijkend, afzonderlijk, apart, buitengewoon, eigenaardig, excentriek, exceptioneel, markant, ongewoon, opmerkelijk, origineel, raar, speciaal, specifiek, uniek, uitmuntend, vreemd, zeldzaam, zonderling. bijzonder (bn) : eigen, particulier, privaat, privé, singulier.
Ja, 'bijzonderder' mag. Wij vinden het geen heel rare vorm.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Bijvoorbeeld: een frisse, vrolijke werkplek en een vrolijke, frisse werkplek. Er komt alléén een komma tussen twee bijvoeglijke naamwoorden als ze gelijkwaardig of 'nevengeschikt' zijn: ze benoemen dan onafhankelijk van elkaar een eigenschap van het eropvolgende zelfstandig naamwoord.
Het bezittelijk voornaamwoord ons krijgt de vorm onze als het bij een de-woord of een meervoudig woord staat. Bij een enkelvoudig het-woord is ons de correcte vorm.
Ook in de hoofdpunten van het journaal of in koppen verbuigen we bij de VRT het bijvoeglijk naamwoord volgens de regels hierboven. Nieuwe stadhuis klaar. (Kort voor: Het nieuwe stadhuis is klaar.) Vlaamse overheidspersoneel staakt.
Als alle naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we allen. Alle is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en alle ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Je kunt en je kan zijn allebei correct. In Nederland wordt je kan informeler gevonden dan je kunt. In België wordt het gebruik van je kan niet als informeler beschouwd.
Bepaald of onbepaald zelfstandig naamwoord
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'. Dit leidt bijvoorbeeld tot de volgende zinnen: Het boek dat hij heeft gekocht, heeft een blauwe kaft.
Men onderscheidt drie trappen van vergelijking: de stellende trap (of: positief), de vergrotende trap (of: comparatief) en de overtreffende trap (of: superlatief).
De stellende trap is gelijk aan de basisvorm van een bijvoeglijk naamwoord; de vergrotende trap wordt gevormd met het achtervoegsel -er; de overtreffende trap met het achtervoegsel -st. In een enkel geval zijn er afwijkende vormen voor de vergrotende en de overtreffende trap.
Wat en dat zijn allebei mogelijk na woorden zoals alles, al, enige, iets, niets, veel, weinig, na het + een overtreffende trap en in vraagzinnen met het vragend voornaamwoord wat. Veel taalgebruikers hebben in combinatie met alles en al een voorkeur voor wat.
bijzonderheid, hebbelijkheid, individualiteit, karakteristiek, particulariteit, propriëteit.
Antoniemen van bijzonder zijn alledaags, banaal en gewoon.
zeldzaam (bn) : bijzonder, buitengemeen, buitengewoon, extraordinair, ongemeen, ongewoon, uitzonderlijk. zeldzaam (bn) : curieus, eigenaardig, merkwaardig, raar, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, zonderling.
Hij houdt de deur voor je open, tilt je zware tas, geeft de kinderen eten als jij moe bent, laat een warm bad voor je vollopen als je het koud hebt, het zijn de kleine dingen die er toe doen. Hij heeft het nooit te druk om jou te helpen. Een goede man liegt niet, steelt niet en bedriegt niet.