Spoel de sonde minimaal vier keer per dag goed door met lauwwarm kraanwater of mineraalwater zonder koolzuur met behulp van een 20 ml injectiespuit. Gebruik elke 24 uur een nieuwe pompset. Gebruik spuiten om door te spoelen niet langer dan 72 uur. Maak uw voedingspomp regelmatig schoon met een vochtige doek.
Doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal vier tot zes keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. Doe dit in ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding en medicatie.
Sondevoeding kan ervoor zorgen dat de sonde langzaam verstopt raakt. Om dit te voorkomen moet u de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag met 20 ml lauw kraanwater doorspoelen.
Als u continu sondevoeding krijgt, moet u 4 tot 6 keer per dag de sonde door spuiten om deze schoon te houden. Ook als de sonde niet wordt gebruikt, moet u deze toch 3 keer per dag doorspuiten met 20-30 ml water. Spoel ook voor en na elk medicijn door met water, dus ook tussen de verschillende medicijnen door.
Om te voorkomen dat de sonde uit de neus valt of dat de sonde verschuift, is het belangrijk om eens in de 3 dagen of na een douchebeurt de pleister te vervangen. Wanneer de 3 dagen nog niet voorbij zijn maar de pleister niet meer goed kleeft, moet u hem ook vervangen.
Ligging controleren
Wanneer de pH 5,5 of lager is, ligt de tip van de sonde in de maag. Controleer de ligging van de sonde altijd wanneer de sonde mogelijk is verschoven door: Het loslaten van de pleister. Hoesten of braken.
Leg de nieuwe pleister(s) klaar, verwijder de oude pleister(s), houd de sonde hierbij goed vast zodat deze niet verschuift. Het streepje op de sonde moet direct bij het neusgat te zien zijn, dan weet je dat de sonde niet verschoven is.
Oorzaken kunnen zijn: – Te weinig water in de ballon. Zuig het water uit de ballon op met een spuit, en vergelijk dit met de oorspronkelijk ingespoten hoeveelheid water. Enige lekkage van water is normaal. Vul de ballon weer met de vermelde hoeveelheid water.
Dompelen PEG(J)-sonde
Hiermee wordt voorkomen dat het inwendige plaatje dat in de maag zit in het maagslijmvlies vast gaat groeien. De sonde mag niet gedraaid worden! De dunnere sonde die door de PEG- sonde heen is gevoerd kan hierdoor namelijk terug krullen naar de maag.
Het voordeel van deze voedingssonde is dat hij niet hinderlijk uit de neus komt en niet zichtbaar is omdat hij onder de kleding zit. Het slangetje is dikker dan de voedingssondes die via de neus worden ingebracht. Hierdoor raakt de PEG sonde minder snel verstopt.
Na elke toediening van sondevoeding moet u de sonde met 20-30 ml lauw water doorspoelen. Als u continu sondevoeding krijgt, dient u 4 tot 6 keer per dag de sonde door te spuiten om deze schoon te houden. Ook als de sonde niet wordt gebruikt, moet u deze wel 3 keer per dag doorspuiten met 20-30 ml water.
Bij het overgaan op sondevoeding kan ontlasting er anders uit gaan zien. Het kan ook zijn dat de ontlasting minder frequent komt, bijvoorbeeld één tot twee keer per week. Door onvoldoende lichaamsbeweging, vochtopname en door sommige medicijnen wordt de kans op verstopping (obstipatie) vergroot.
Maak de huid rondom de PEG-sonde elke dag schoon met water.Maak de huid goed droog met een gaasje.Gebruik geen natte alcoholdoekjes om uw huid schoon te maken.
Gaat patiënt niet hoesten dan kun je ervan uitgaan dat de sonde goed zit. Zuig hierna met de spuit maagsap op (lukt dit niet, dan is de sonde niet juist geplaatst, de sonde kan opgekruld in de maag zitten, trek de sonde 3 tot 4 cm terug en zuig nogmaals maagsap op.)
De PEG-sonde mag 2 jaar blijven zitten. Na 2 jaar wordt de PEG-sonde vervangen voor een ballonkatheter. Om de PEG-sonde te wisselen voor een ballonkatheter moet u een afspraak maken op de polikliniek bij uw behandelend arts.
Waarom is de voerdraad korter dan de neus-maagsonde? De voerdraad is korter dan de neus-maagsonde om het inbrengen via de neusholte te vergemakkelijken; zo kan de sonde beter de neusbocht maken. Wanneer het inbrengen toch problemen geeft dan is het mogelijk de sonde tijdens het inbrengen te draaien.
J staat voor jejunum. Dat is het eerste deel van de dunne darm. De PEG-J-sonde lijkt op een PEG-sonde. Het verschil is dat het slangetje door de maag in de dunne darm uitkomt.
Pak de PEG-sonde tussen duim en wijsvinger vast, duw hem twee tot drie centimeter naar binnen en draai hem eenmaal helemaal rond. Hiermee voorkomt u dat het plaatje van de sonde kan ingroeien aan de binnenkant van de maag.
Door de PEG-sonde te draaien en dompelen voorkomt u dat het plaatje aan de binnenkant vastgroeit in de maagwand. Dit moet dagelijks gebeuren. Deze handelingen kunt u het beste uitvoeren tijdens of na het schoonmaken van de PEG-sonde.
Is de insteekplaats en de huid rond de insteekplaats droog en schoon, dan hoeft er geen gaasje meer tussen. Beweeg de PEG-sonde verder zo weinig mogelijk. De PEG-sonde mag nog niet gedraaid en gedompeld worden. U mag de eerste week niet douchen of in bad.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
Hygiëne en een goede verzorging van de sonde, hulpstukken en de packs sondevoeding zijn belangrijk omdat deze gevoelig zijn voor groei van bacteriën. Teveel bacteriën kunnen misselijkheid en diarree veroorzaken. De spuit waarmee u de sonde doorspuit moet wekelijks worden vervangen.
Wanneer de sonde goed ligt kunt u toediening van de voeding starten. De dagelijkse controle of de sonde goed ligt kunt u als volgt doen: De verpleegkundige heeft bij het plaatsen van de sonde een streepje op de sonde gezet.Controleer of dit streepje nog bij uw neusingang zit.
De Peg-J sonde is een katheter (een dun slangetje) die met behulp van een endoscoop en een sneetje in de buikwand in de maag wordt geplaatst.