Herman Ebbinghaus ontdekte het volgende: In de eerste twintig minuten nadat je hebt geleerd, vergeet je relatief gezien het meest. In het eerste uur nadat je iets hebt geleerd, vergeet je ongeveer de helft. Na ongeveer een dag neemt hetgeen je vergeet af.
Er is veel herhaling nodig om te zorgen dat leerlingen onthouden wat ze hebben geleerd. Door te herhalen wordt de leer- stof in het langetermijngeheugen opgeslagen, zodat het niet meer vergeten wordt en over een maand, jaar of decennium nog steeds kan wor- den opgehaald en gebruikt.
Ebbinghaus ontdekte dat mensen nieuw geleerde dingen goed kunnen onthouden, maar dat je na verloop van tijd dingen vergeet. Daarbij ontdekte Ebbinghaus ook iets anders: de snelheid waarin je nieuwe informatie vergeet.
De kracht van herhaling
Ook stelde Pimsleur dat als bij de herhaling items goed zijn herinnerend deze de keer daarna minder snel hoeft herhaald te worden. Hierdoor wordt uiteindelijk veel beter geleerd. Dit principe is in later onderzoek ook vastgesteld door Thomas Landauer en Robert Bjork (1978).
Wie iets nieuws leert, herhaalt de leerstof dus eerst en vooral de dag erna. Daarna laat je 3 dagen tussen, een week, 2 weken, een maand… Wie een maand na de laatste studiesessie de leerstof nog altijd kent, zal er zeker van zijn dat die de leerstof ook zal kennen op het examen!
Door leerstof vaak en aandachtig te herhalen verplaatst de stof van het korte- naar het langetermijngeheugen. Tot het allerlaatste moment wachten met leren en de stof erin stampen doet alleen een beroep op je kortetermijngeheugen. Mensen vergeten al na 24 uur 80% van de zojuist geleerde stof.
Het korte termijn geheugen is een eenvoudig opslagsysteem met een beperkte capaciteit; het kan nieuwe informatie ongeveer tien seconden vasthouden. Een nieuw telefoonnummer of een onbekende naam kan men zonder enige moeite zo lang onthouden.
In de eerste twintig minuten nadat je hebt geleerd, vergeet je relatief gezien het meest. In het eerste uur nadat je iets hebt geleerd, vergeet je ongeveer de helft. Na ongeveer een dag neemt hetgeen je vergeet af. Na ongeveer een week vergeet je een stuk minder.
Zoals in onderstaande grafiek te zien is wordt de meeste kennis vlak na het leren alweer vergeten. Twintig minuten na het bestuderen van een onderwerp weet je nog 60%, na een uur ongeveer 45%, na 6 dagen nog maar 20%. Na ongeveer een week stabiliseert het en zal er niet veel meer vergeten worden.
Wanneer je informatie wilt onthouden door herhalen dan herhaal je het in je kortetermijngeheugen net zo vaak totdat de hersenen er een chemische verbinding van maken. Je zult alles wat je dan voor de rest van je leven wilt onthouden minimaal 300 keer moeten herhalen; Dit moet je verdelen over 7 verschillende momenten.
Herhaling zorgt ervoor dat je informatie langer kan onthouden. Mensen hebben namelijk de neiging om een voorkeur te ontwikkelen voor mensen of dingen die herkenbaar voor hen zijn. Een herhaling van een boodschap zorgt voor herkenning waardoor mensen hier een positiever gevoel bij krijgen.
Lezen is dus niet automatisch onthouden wat je leest. Als je reflexen nog storen en je ogen niet optimaal samenwerken met je hersenen is het lezen al lastig genoeg! Je hersenen hebben geen energie en capaciteit meer over om nog meer te doen, zoals begrijpen en onthouden!
Bij spanningen en heftige gebeurtenissen kan het erger worden. Ook bij een depressie, sommige medicijnen of ziekten werkt het geheugen soms minder goed. U kunt ook andere klachten hebben, zoals problemen met aandacht of dingen begrijpen.
In 1986 onderzocht wetenschapper Thomas Landauer hoeveel visuele en verbale informatie een mens kan opslaan, en hoe snel een mens deze informatie vergeet. Zijn conclusie: een gemiddelde volwassene slaat in zijn leven ongeveer 125 megabyte informatie op. Dit kunt u vergelijken met honderd dikke leesboeken.
Als iemand zich zorgen maakt, veel stress heeft of veel piekert, is er in de hersenen tijdelijk minder ruimte voor andere dingen. De geheugenklachten verdwijnen weer als de zorgen minder worden.
Van wat ze lezen 20%, van wat ze doen 50% en van wat ze zelf ontdekken 100% We hoeven niet over deze cijfers in discussie te gaan om te begrijpen dat zoiets geen argumentatie is voor een ander type onderwijs (niet lezen, niet luisteren, maar zelf doen en zelf ontdekken).
Lester verwijst in zijn artikel naar de Amerikaanse psycholoog Jerome Bruner; die 'onderzoek citeert waaruit blijkt dat mensen slechts tien procent onthouden van wat ze horen, dertig procent van wat ze lezen en ongeveer tachtig procent van wat ze zien en doen.
Rebecca Sharrock kamp met Hyperthymesia, een aandoening waardoor je beschikt over een superieur autobiografisch geheugen. In totaal zijn er tachtig mensen over de hele wereld die hiermee kampen, meldde Daily Mail woensdag.
Het expliciet geheugen: bewuste herinneringen. Het emotioneel geheugen: emoties en gevoelens. Het impliciet geheugen: onbewuste herinneringen en de rest van het geheugen, bijvoorbeeld gewoonten en vaardigheden.
Stampen is niks anders dan het steeds opnieuw herhalen van datgene wat je uit je hoofd wilt leren, totdat je het in je geheugen hebt opgeslagen. Deze vorm van herhaling zorgt ervoor dat er in je hersenen verbanden en patronen worden gevormd waardoor je dat wat je uit je hoofd hebt geleerd makkelijker op kunt zeggen.
Effectieve leerstrategieën zijn altijd actief: je bent op een actieve manier met de leerstof bezig en je gebruikt daarbij verschillende activiteiten. Deze leerstrategieën lijken veel tijd te kosten, maar in de praktijk valt dat mee.
Kinderen hebben behoefte aan regelmaat en structuur. Door het herhalen van situaties, geluiden en patronen, weet je kind precies wat er gaat gebeuren. Dat geeft een gevoel van veiligheid. Als je dit stukje veiligheid wegneemt, kan je kind onrustig worden.