Als de katheter op de afdeling is verwijderd, moet u elke 2 uur gaan plassen. Pijn in uw onderbuik of flanken kan een teken zijn dat uw blaas vol is. Dan moet u eerder gaan plassen. Dit geldt zowel voor overdag als 's nachts.
Het is belangrijk dat u na het verwijderen van de katheter minstens 6 glazen vocht drinkt, verdeeld over de dag. Dit is nodig omdat u dan veel urine aanmaakt en we kunnen kijken of het plassen weer op gang komt.
Lukt het niet om spontaan te plassen of blijft er te veel urine achter in de blaas na het plassen? Dan kan u eventueel 1 keer gekatheteriseerd worden. Dit is 1 keer de blaas leeg maken met een katheter.
Na de TOT operatie
Meestal kunt u na enkele uren zelf plassen. Na een ruggenprik krijgt u een katheter tot de verdoving is uitgewerkt. Nadat u zelf de eerste keren geplast heeft, controleert een verpleegkundige met een scan of u de blaas voldoende leegt. Na twee à drie keer plassen lukt dit meestal goed.
Wie niet kan plassen na een operatie, kan met medicatie behandeld worden die de spiercellen rond de blaashals ontspannen. Bij chronische urineretentie door prostaatvergroting wordt ook medicatie voorgeschreven, maar op lange termijn kan een operatie nodig zijn.
Ontspan je bekkenbodem zoveel mogelijk. Hoe meer je je bekkenbodem ontspant, hoe gemakkelijker de urine uit je blaas komt. Neem de tijd om je blaas volledig leeg te maken. Tracht niet te persen.
Het is niet erg om een keer wat langer te wachten om naar het toilet te gaan, maar het is beter om dit niet te vaak te doen. De plas ophouden kan op lange termijn namelijk leiden tot een overactieve blaas en kan bovendien zorgen voor nierproblemen.
Urineretentie is een ophoping van urine in de blaas, omdat men niet meer kan plassen of slechts kleine beetjes plast. Retentie betekent letterlijk: vasthouden. Als u opeens niet meer kunt plassen (acute urineretentie) kan er pijn ontstaan, omdat de blaaswand uitrekt.
Bekende oorzaken van urineretentie bij zowel mannen als vrouwen zijn een beroerte en een trauma waarbij de hersenen of het ruggenmerg beschadigd is (bijvoorbeeld een dwarslaesie). Een andere oorzaak van niet kunnen plassen is het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals verschillende medicijnen tegen longaandoeningen.
In de nieren wordt urine geproduceerd. De hoeveelheid urine per 24 uur hangt af van de hoeveelheid vochtopname en is ongeveer anderhalf tot twee liter.
U kunt het eerste uur na de ingreep last hebben van een branderig gevoel bij het plassen of van een versterkte plasdrang. Bij sommige patiënten duurt dit enkele dagen. Wanneer de plasdrang te vervelend voor u is, kunt u contact opnemen met de polikliniek urologie. Eventueel kunnen hier medicijnen voor gegeven worden.
Het verwijderen van de katheter
De katheter zit vast met een ballonnetje. De verpleegkundige haalt het ballonnetje leeg en verwijdert de katheter. Dit doet meestal geen pijn.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
In deze 'stilstaande plas' (residu) ontstaat sneller bacteriegroei en is er dus grotere kans op een infectie. Het gevolg hiervan is een vol gevoel in uw onderbuik, een branderige aandrang en soms ook ongewild urineverlies.
Bij een acute urineretentie is het belangrijk om de urine weg te laten stromen, omdat anders schade aan de nieren ontstaat. Een katheter plaatsen waardoor de urineafvoer plaatsvindt, vermindert direct de klachten. Een slangetje inbrengen via de plasbuis is de beste oplossing, dit brengt de verpleegkundige bij je in.
Na het legen van de blaas moet u wachten totdat u weer aandrang krijgt om te plassen. Na ongeveer 4 uur wordt er opnieuw gecontroleerd. Is het residu twee keer onder de 100 ml, dan hoeft er niet meer gecontroleerd worden. Als voor de nacht het residu groter is dan 200 ml, krijgt u 's nachts een katheter.
Een goede toilethouding is dus belangrijk, goed zitten en rustig wat bekken kantelen aan het einde van het plassen kan helpen (of zelfs een keer even gaan staan en weer gaan zitten). De bekkenbodemspieren een keer aanspannen en weer loslaten helpt ook.
Er wordt aangeraden om 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Bij deze vochtinname gaat een volwassene gemiddeld 5 tot 8 keer per 24 uur naar het toilet. Plast u 8 keer of minder op een dag? Dan wordt dat gezien als een normale plasfrequentie.
Veel plassen 's nachts komt vaak voor
Als u 's nachts een keer opstaat om te plassen, is dat eigenlijk vrij normaal. Hoewel 's nachts de urineproductie terugvalt tot 25 %, moet meer dan de helft van de mensen ouder dan vijftig minstens eenmaal per nacht naar het toilet.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
De juiste houding om zittend te plassen
We raden u aan om zittend te plassen, omdat het dan makkelijker is om u te ontspannen. Zorg er als u gaat plassen voor dat u goed rechtop zit. De plasbuis bevindt zich dan in verticale positie, waardoor u uw blaas volledig kunt legen.
Gemiddeld gaan mensen zes tot acht keer per dag naar het toilet. "Dat is normaal, met ongeveer drie uur pauze tussen elke plas", vertelt John Heesakkers, uroloog van het Radboud UMC in Nijmegen en bestuurslid van Continentie Stichting Nederland.
Chronische retentie is doorgaans pijnloos. Het kan leiden tot recidiverende infecties, incontinentie, overactieve blaas en beschadiging van de m. detrusor.
Per keer mag het niet meer zijn dan 500 cc. Als dat wel zo is, dan moet u een keer extra katheteriseren.