Blaaskanker ontwikkeld zich meestal langzaam en komt vaker voor bij ouderen van boven de 60 jaar. Blaaskanker kent verschillende groeistadia, en de behandeling hangt af van het stadium waarin de tumor zich bevindt.
Jaarlijks krijgen ongeveer 6.800 mannen en vrouwen in Nederland de diagnose. Symptomen zijn onder meer vaak moeten plassen, aandrang hebben om te plassen, bloed in de urine of chronische blaasontsteking. Blaaskanker groeit meestal langzaam.
Blaaskanker kan uitzaaien. Bij 6 van de 100 mensen met blaaskanker zijn er uitzaaiingen als de kanker ontdekt wordt. Er kunnen ook uitzaaiingen ontstaan na de behandeling. Bij niet-spierinvasieve blaaskanker is de kans op uitzaaiingen heel klein.
Klachten bij blaaskanker
Bloed plassen. Vaak moeten plassen. Pijn of branderig gevoel bij het plassen. Pijn in de onderbuik.
Tumoren van de blaas kunnen goedaardig zijn, maar zijn meestal kwaadaardig.
Kans op terugkeer
Nadat de tumor door middel van een TUR-blaas is verwijderd, is er bij laag risico patiënten 15 procent kans dat de ziekte binnen 1 jaar terugkeert, en 31 procent kans binnen 5 jaar. Voor midden risico zijn deze kansen 24-62 procent en voor hoog risico 61-78 procent.
Een type dunne, stijve cystoscoop, een resectoscoop genaamd, wordt via uw urethra in uw blaas gebracht. De resectoscoop heeft een kleine telescoop waar de arts doorheen kan kijken en een draadlus aan het uiteinde die wordt gebruikt om afwijkend weefsel of tumoren te verwijderen. Het verwijderde weefsel wordt naar een laboratorium gestuurd voor onderzoek.
De 5-jaarsoverleving voor blaaskanker is 57%. Na 10 jaar is nog 46% van de mensen met blaaskanker in leven. De cijfers verschillen per vorm blaaskanker: mensen met oppervlakkige blaaskanker hebben meestal meer kans op genezing dan mensen met een spierinvasieve blaaskanker.
Meestal is blaaskanker 'oppervlakkig'. Dat betekent dat de tumor in het slijmvlies van de blaas zit, maar niet is doorgegroeid in de spierwand van de blaas. We noemen dit niet-spierinvasieve blaaskanker. Als een blaastumor wél is doorgegroeid in de spierwand van de blaas noemen we dit spierinvasieve blaaskanker.
Verschijnselen. Een blaasontsteking geeft klachten als vaker moeten plassen, kleine beetjes plassen, pijn bij het plassen en soms bloed plassen. De urine heeft vaak een vieze geur. Ook kunnen buikpijn en misselijkheid optreden.
Symptomen van blaaskanker
Aandrang hebben om te plassen. Pijn bij het plassen. Buikpijn. Korte hevige krampende pijn in de buik (koliekpijn)
Stadia bij blaaskanker
T1: de tumor is nog oppervlakkig, maar groeit al wel in de bindweefsellaag onder het slijmvlies (nog niet in de spierlaag). T2: de tumor groeit ook door in de spierlaag. T3: de tumor groeit ook door in het omliggende vetweefsel.
In een echografisch onderzoek maken we via geluidsgolven de organen in de buik zichtbaar (een echo).Zo kunnen we de blaas en nieren goed bekijken. Dit onderzoek is pijnloos.
De meeste mensen met blaaskanker hebben in het begin geen klachten. Als de tumor groeit, kun je last krijgen van bloed in je urine. Opvallend is dat je hierbij geen andere klachten hebt, zoals pijn of het gevoel van een blaasontsteking.
Uitwendige bestraling kan: pijn door de blaaskanker verminderen. pijn van uitzaaiingen verminderen. Blaaskanker zaait meestal uit naar de lymfeklieren, longen, lever en botten.
Blaaskanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De meeste blaaskankerpatiënten zijn ouder dan 55 jaar maar het kan op elke leeftijd voorkomen.
Bloed of pijn bij het plassen zijn vaak de eerste klachten van blaaskanker. Blaaskanker groeit meestal langzaam. In het begin hebben de meeste mensen weinig of geen klachten. Blaaskanker wordt daarom vaak toevallig ontdekt.
Bij blaaskanker die in de blaasspier is gegroeid kunt u pijn in de zij of in het bekken voelen. U krijgt een CT-scan van de buik en borst, of een MRI van het bekken met een longfoto. Hiermee is te zien of er uitzaaiingen zijn. Als u geen uitzaaiingen heeft, kan behandeling u genezen.
T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid. De grootte van de tumor maakt hierbij niet uit.
Patiënten met oppervlakkige blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving. Meer dan de helft van deze patiënten is 5 jaar na de diagnose overleden aan blaaskanker.
Bloed in de urine kan wijzen op blaaskanker. Om erachter te komen of iemand daadwerkelijk blaaskanker heeft, moeten artsen een kijkonderzoek met cystoscoop doen. Slechts een klein deel van de mensen met bloed in de urine blijkt uiteindelijk blaaskanker te hebben.
Patiënten met oppervlakkig blaaskanker zijn goed te genezen. Hun leven wordt niet door de ziekte bedreigd, maar de ziekte kan wel gemakkelijk terugkomen. Controles worden daarom volgens een vast schema voor langere tijd uitgevoerd.
Het duurt 6 weken vanaf de datum van de operatie om volledig te herstellen van uw operatie. Dit kan worden verdeeld in twee delen: de eerste 2 weken en de laatste 4 weken. Tijdens de eerste 2 weken vanaf de datum van uw operatie is het belangrijk om "een persoon van ontspanning" te zijn.
Wanneer blijkt uit onderzoeken dat er een tumor in de blaas zit, plannen wij een operatie voor u. Een blaastumor moet altijd verwijderd worden, omdat deze groter kan worden, bloedingen kan veroorzaken en agressiever kan worden. Hier leest u meer over behandelingen bij blaaskanker.
De volgende factoren verhogen het risico op terugkeer in de urineleiders: eerdere niet-spierinvasieve blaaskanker. meerdere blaastumoren. een tumor dichtbij het de uitmonding van de urineleiders in de blaas.