Start met intervallen van 10 minuten op 100% van je FTP en een totale trainingstijd van 30 minuten in de eerste week. Verleng de intervallen wekelijks naar 15-20-30 minuten en verhoog de trainingstijd in de zone wekelijks met 10-15 minuten per training. Eindig met 2 intervallen van 1 uur op 88-95% van je FTP.
Een stijging van je FTP met 2,5% gedurende één trainingscyclus (6-8 weken) een goede vooruitgang. Is de stijging hoger, dan weet je zeker dat dit niet zo door zal blijven stijgen. Als je ziet dat je FTP gedurende 3 of meer tests daalt of gelijk blijft, dan is het tijd om met je schema aan te passen.
Een Tour de France prof heeft ongeveer een FTP tussen de 5,5 Watt/kg en 6,5 Watt/kg (voor de klassementswinnaar). Een ongetraind iemand zit meestal tussen de 1,5 tot 2 Watt/kg bij mannen en 1,3 tot 1,7 Watt/kg bij vrouwen.
Fietsen verbetert je weerstand. Fietsen is bevorderlijk voor je immuunsysteem, zeker wanneer je regelmatig de fiets pakt. Indien je 5 of meer dagen per week 30 min tot 1 uur per dag fietst, wordt je lichaam sterker en is het beter in staat virussen en griep af te weren.
De extra lange rustige duurtraining bouw je geleidelijk op: elke derde week fiets je ongeveer tweederde van de afstand van de week daarvoor. Duurtraining tempo 3 (93%) is gelijk aan het tempo wat je tijdens de 100 km wilt gaan fietsen.
De laatste 10 minuten voorafgaand aan een fietssprint loopt het vermogen dat profwielrenners leveren op van ruim 300 W tot bijna 500 W op een minuut voor de sprint. Tijdens de sprint ligt het piekvermogen van de sprinters ongeveer rond de 1250 W waarbij de snelheid richting de 70 km/u gaat.
Een FTP waarde van 4,5 watt/kg is al behoorlijk hoog voor amateur wielrenners. Bij Zwift vallen de renners met een FTP waarde van boven de 4 watt/kg in de A categorie.
Om dit wat te kaderen volgend voorbeeld: als een gemiddelde wielertoerist over een rit een gemiddelde heeft van 180 watt, heeft hij een mooie inspanning geleverd. Bij de toprenners in Gent-Wevelgem heb ik gemiddelde waarden gezien die tot 320 à 340 watt gaan.
Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe. En 250 watt trappen is voor een goed getrainde fietser voluit fietsen en net een uur vol te houden.
Dit kun je doen door blokken van een paar minuten met een trapfrequentie van 70-80 rpm te doen. Tijdens deze blokken blijft je hartslag of vermogen onder je omslagpunt. Deze intensiteit van deze blokken kun je langzaam opbouwen.
Tot slot levert de tweevoudig winnaar van De Ronde in de indrukwekkende eindsprint zijn maximale vermogen – niet geheel verrassend – van de hele wedstrijd: 1406 watt. Gedurende de 14 seconden die zijn sprint duurde, trapte hij gemiddeld 1.136 watt.
Bij een snelheid van 40 km/h is het aandeel van de rolweerstand in zijn totale vermogen dus 36,5/300 = 12,1%. In de grafiek zien we dat de rolweerstand van Snelle Eddy in de praktijk kan variëren van 10-55 Watt.
Functional Threshold Power (FTP) of het anaerobe omslagpunt wordt vaak gezien als de indicator van jouw niveau. FTP is het maximale vermogen dat iemand voor een uur kan vasthouden. Je kan je FTP testen, trainen en bovenal verbeteren.
Voer de zwaarte op totdat je hartslag ligt tussen de 120-170 slagen. Het wattage is daarbij waarschijnlijk voor mannen 100 of 150 watt en voor vrouwen tussen 75 of 100 watt. Als de fietsergometer geen wattage aangeeft is het ook mogelijk te fietsen op kpm inspanning.
In elke training zie je precies hoe lang je welke trainingszone aan moet houden. Door heel gestructureerd te trainen kun je jezelf echt beter maken. En als je elke 4 tot 6 weken een FTP-test doet, dan kun je jouw voortgang precies bijhouden.
Om 30 km/uur te fietsen (uitgaande van geen tegenwind) moet een renner van 70 kg met een fiets van 9 kg ongeveer 172 watt fietsen. Weegt deze renner 80 kg dan komt dit neer op 176 watt en voor iemand van 95 kg 183 watt.
Vroemen heeft meerdere (olympische) topsporters onder zijn hoede en was als sportarts verbonden aan wielerploeg Roompot. Hij is tevens auteur van het boek Het geheim van wielrennen. Dumoulin zat op 6,2 watt, net als op het WK tijdrijden.
Train vooraf, fiets minimaal 1.000 km, verdeeld over 2 à 3 ritten van 3 uur per week, zo mogelijk met hoogteverschil. Eet en drink gezond. Alcohol en tabak worden sterk afgeraden. Zorg voor een geschikte fiets, met goede remmen en een goed verzet.
De gemiddelde vakantiefietser fietst zo'n 70 kilometer per dag. Er zijn mensen die 30 kilometer fietsen maar ook die dagelijks 150 kilometer fietsen. Hieronder vind je een tabel om je een indicatie te geven van het aantal kilometers dat je maximaal zou kunnen fietsen.
Het is slim om twee tot drie keer per week te fietsen om zo goed mogelijk aan het fietsen te wennen. Met één keer fietsen per week zal het heel lang duren voordat je conditie opbouwt.
Luister elk moment naar je lichaam.
Je langste rit plan je best een 2 tal weken voor je uiteindelijke doel. Zelfs als je traint voor een tocht van meer dan 200 km hoeft deze rit niet veel langer dan 6 uur te zijn. Zeer lange trainingen zijn zeer belastend voor je lichaam waardoor je deze beter in aantal beperkt.