Merels eten wormen en insecten maar ze zijn ook gek op de bessen in je tuin. Leg in de winter eens een appel in je tuin en ze zijn voor altijd je vriend. Als een merel aan je gewend is zal hij zich redelijk tam gedragen al blijft hij altijd voorzichtig en op scherp.
In eerste instantie dacht dat de merel op zoek was naar wormen. Maar hij/ zij pikte met de snavel een kuiltje van zo'n 3 cm. diep en haalde vervolgens een grijs/ witte larve/ pop uit de dorre grond, ongeveer de lengte van de snavel en vloog ermee weg.
Onder een stukje gazon leven veel wormen, en dat weet de merel ook. Daarom zit de vogel met zijn goudgele snavel vaak op een gazon heen en weer huppen. Hierbij let de merel op elke beweging en grijpt bliksemsnel toe als een worm zich laat zien. Het gehup merken de wormen in de grond op.
Vogels hebben een hekel aan harde, vreemde geluiden. Harde muziek jaagt vogels weg! Strooi peper, kaneel of andere specerijen. Vogels hebben een hekel aan sterke geuren!
Veel vogels verstoppen zich daarom 's nachts. Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak.
4/ Zangrepetitie. Merels maken gemakkelijk duidelijk hoe ze zich voelen. Gaande van zacht contact met elkaar houden tot een luide, paniekerige alarmkreet bij potentieel gevaar. Met melodieuze liederen bakenen ze hun territorium af.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix. Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Merels zijn luidruchtig. Als er een kat in de buurt is, waarschuwen ze langdurig met hun luide alarmroep andere dieren. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen.
Dit geeft verkoeling. Dit doen ze al zonnebadend. Dan spreiden ze alle veren helemaal uit. Dit heeft nog iets moois extra, want de zon kan dan op de huid komen en daardoor nemen ze extra vitamines op.
10-15 cm diepte. Deze eitjes komen na ca. 4-6 weken uit en zo zijn de vraatzuchtige Engerlingen geboren. Sommige Engerlingen kruipen gedurende de wintermaanden diep onder de grond en komen bij het stijgen van de bodemtemperatuur weer bij de graszode, waar weer grote schade wordt aangericht.
En jawel hoor, achtergrondgeluid of niet, de vogels pikten de wormen er zo uit. Volgens Heppner kantelen de vogels hun kop uitsluitend om beter te kijken.
Wat kan je doen? Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel.
Merels komen af op appels of peren en eten 's winters ook krenten en broodkruimels. Roodborstjes zijn gek op ongekookte havermout, zaden, meelwormen en rozijnen. Mussen zullen een handje zonnebloempitten niet onberoerd laten. Je maakt ze ook blij met andere zaden of (af en toe) bruin brood.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
In principe zijn de Nederlandse merels standvogels. Ze blijven dus in de buurt van hun broedgebied. Een aantal Nederlandse merels overwintert wel ergens anders, zoals Spanje of Portugal. Ze vertrekken dan in het najaar, tussen september en november en keren aan het begin van de lente weer terug.
"In de zomer wordt er volop gebroed en is er veel leven in de tuin", licht vogelexpert Gerald Driessens van Natuurpunt toe. "Nu de zomer erop zit, verlaten de vogels hun nest om elders naar voedsel te zoeken. Daarom zien en horen we ze minder."
De chimpansee is het meest verwant aan de mens. Met tal van gezichtsuitdrukkingen, houdingen en uitroepen kan hij zich verstaanbaar maken aan ons. Van alle dieren hoort hij bij de groep die daartoe het beste in staat is.
Fruit voor de merel
De merel komt je daarbij zeker helpen, want deze vogel is er dol op. Merels lusten ook wel zaden, insecten en andere beestjes, zoals regenwormen en larven. Maar bessen, bramen en aardbeien zijn topfavoriet. In het naseizoen komen daar pruimen, appels en peren bij.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Vogels slapen op de momenten dat ze niet kunnen eten. Dat is lang niet altijd 's nachts. Zaadeters, zoals mezen en vinken, hebben daglicht nodig om hun voedsel te vinden, dus zij slapen wel als het donker is.