Vanaf de Middeleeuwen tot het begin van de 17e eeuw sliepen mensen zittend omdat ze bang waren dat ze anders zouden sterven. Dit deden ze vooral omdat ze dachten dat als je liggend zou slapen al het bloed naar je hoofd zou lopen en je dit niet zou overleven.
Heel lang geleden, in de prehistorie bestonden er nog geen bedden. De mensen sliepen gewoon op de grond, onder dierenhuiden. De oude Egyptenaren sliepen niet met een hoofdkussen zoals wij, maar met een hoofdsteun. Ze sliepen daarbij op hun zij.
Slapen in een bedstede: op een houten plank bedekt met stro
Deze waren door houten wanden van elkaar gescheiden, de ingangen aan de voorkant werden door deuren of gordijnen afgesloten. In boerderijen werden ze vaak naast elkaar gebouwd zodat er hele wanden met slaapruimten ontstonden.
Ze lagen dicht tegen elkaar, op jutten zakken, gevuld met stro. De rijken sliepen in een hemelbed. De gordijnen hielden de tocht tegen en de hemel zorgde ervoor dat er geen stof of ongedierte op hen neerviel. In tijden van oorlog sliepen de ridders met hun harnas aan.
Het resultaat was dat mensen zich vaker begaven in het nachtleven en dus minder tijd overhielden om in bed te liggen. De grootste verandering kwam echter pas in de 19de eeuw met de industriële revolutie. Veel arbeiders werkten 12 tot 14 uur op een dag en hielden geen tijd meer over om 's nachts wakker te blijven.
MENS: Mensen slapen meestal liggend, uit verschillende onderzoeken is naar voren gekomen dat, ongeveer 50% van de mensen bij voorkeur op hun zij slapen, iets meer op de rechter dan op de linker zij. Ongeveer 40% op de rug en zo'n 10% op hun buik. Mensen kunnen uiteraard ook zittend en sommigen zelfs staand slapen.
Als je slaap over de dag verdeelt, ben je minder uren achter elkaar wakker en kun je dus langer je aandacht op iets houden, bijvoorbeeld huiswerk. Ook slaap je minder uren, waardoor je meer uren overhoudt per dag. Je kunt dus meer uit een dag halen dan wanneer je gemiddeld 8 uur slaapt 's nachts.
Vanaf de Middeleeuwen tot het begin van de 17e eeuw sliepen mensen zittend omdat ze bang waren dat ze anders zouden sterven. Dit deden ze vooral omdat ze dachten dat als je liggend zou slapen al het bloed naar je hoofd zou lopen en je dit niet zou overleven.
Embed. De mensen in de Middeleeuwen waren schoner dan je denkt. Ze poetsen hun tanden met linnen, maakten tandpasta van zout, houtskool en munt en gebruikten een kippenbotje als tandenstoker. Ook gaan ze wekelijks naar het badhuis.
Een echte ridder moest sowieso het verschil tussen mijn en dijn kennen. 'De lepels waarmee wordt gegeten, mag je niet meenemen. ' Ook mocht een waardige ridder nooit eten wanneer anderen dronken noch met volle mond praten of drinken.
Het waren de Egyptenaren die rond 3400 voor Christus als eersten bedachten om hun slaapplek door middel van een bed van de grond af te houden. Dit waren korte houten bedden die licht naar beneden afliepen, met een bedbodem van gevlochten leer of touw.
Een bedstede of bedstee is een in de wandbetimmering opgenomen slaapplaats in de vorm van een kast en afgesloten met deurtjes of een gordijn. Bedsteden werden tot aanvang 20e eeuw veel gebruikt, vooral op het platteland in boerderijen.
Mensen die drukpunt gevoelig zijn, kunnen vaak beter op hun rug slapen, omdat het draagvlak voor de spieren en de weefsels hierbij groter is. De gelijkmatige verdeling van het gewicht van het lichaam werkt ook goed tegen gewrichtspijnen en artritis. Ook bij schouderklachten is op de rug slapen de beste slaaphouding.
Tijdens de REM-slaap gebeurt de verwerking van gegevens en worden bepaalde zaken opgeslagen in ons langetermijngeheugen. Het is ook de fase van het emotionele herstel. Omdat je lichaam volledig in rust is en je brein tegelijk op volle toeren draait, spreekt men van de paradoxale slaap.
De diepe slaap duurt ongeveer 20 minuten en is eigenlijk de belangrijkste fase omdat je er goed van uitrust. De REM-slaap volgt na de diepe slaap en wordt ook de droomslaap genoemd.
De slaapmuts werd sinds de Middeleeuwen gedragen. De belangrijkste functie was het warm houden van het hoofd. In die tijd was er nog geen centrale verwarming. Het vuur ging 's nachts uit en dan kon het behoorlijk koud worden in huis.
Middeleeuws menu: hutspot, klont en pap
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
Zo kookt en poetst ze, maalt het graan, brouwt het bier en helpt ook bij de graanoogst. Maar ze werkt ook op het land, ze ploegt, zaait en oogst, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouwen uit lagere standen, zowel in de stad als op het land, hebben hetzelfde slechte leven als hun man.
Mensen hadden toen nog geen stromend water in hun huizen. Een douche aanleggen kon eigenlijk nog niet. Mensen wasten zich meestal met koud water. Tot zo'n vijftig jaar geleden gingen kinderen één keer per week in bad.
Kleine ruimten
Bedsteden waren zo kort dat je er niet languit in kon liggen. Dat was niet alleen vanwege het feit dat de mensen vroeger kleiner waren. Ook gaven mensen er de voorkeur aan om (half) zittend te slapen. Men dacht toen dat die slaaphouding gezonder was.
Een koe ligt veel - zo'n tien tot vijftien uur per dag is ze aan het herkauwen, rusten, dommelen - maar ze slaapt slechts drie uur per dag en daarvan is ze een uur tot anderhalf uur in een diepe slaap, de zogeheten REM-slaap (1).
Napoleon sliep naar verluidt hooguit een uur of vier per nacht, net zoals Margaret Thatcher, Madonna, Thomas Edison, Bill Clinton en Joop den Uyl. Je hebt dus geen lange nachtrust nodig om tot grootse daden te komen.
Mensen die een hele nacht wakker blijven presteren nogal altijd beter dan personen die elke nacht minder dan zes uur slapen. Dit hebben wetenschappers van de universiteit van Pennsylvania ontdekt. De wetenschappers lieten proefpersonen twee weken lang vier, zes of acht uur per nacht slapen.
De extra uren die je creëert door 's nachts hooguit 3 à 4 uur te slapen zijn extra waardevol. Het is namelijk geen lastige opgave om deze tijd nuttig te besteden. Omdat je veel vroeger dan normaal bent opgestaan en haast als enige wakker bent, kun je volledig ongestoord je gang gaan.
Inslaapfase: de eerste slaapfase duurt gemiddeld 5 minuten en is het moment waarop we indommelen. We zweven dan tussen waken en slapen. Onze ogen vallen toe, de hersenactiviteit neemt af. Maar we kunnen nog bewust reageren als iemand bijvoorbeeld onze naam roept.