Afhankelijk van de plaats van bestraling kunnen verschillende types slijmvlies geïrriteerd raken. Er kunnen aften ontstaan (mondslijmvliesontsteking), een slokdarmontsteking of een intestinale irritatie in de maag- en darmwand, met misselijkheid en diarree als gevolg.
Bestraling verzwakt het immuunsysteem en laat bij proefdieren een versnelde veroudering van het immuunsysteem zien. Aangezien een niet effectief immuunsysteem bijdraagt aan een verhoogde kans op het krijgen van kanker of uitzaaiingen is dit in feite een ernstige bijwerking.
Gebieden die bestraald zijn, geven levenslang risico. Het gaat bijvoorbeeld om schade aan bloedvaten en spieren in het bestraalde gebied. Schade aan bloedvaten verhoogt de kans op aderverkalking en vernauwde bloedvaten. Bestraling verhoogt ook de kans op een nieuwe vorm van kanker.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden. Wees heel zuinig met vet en boter.
Bestraling is een behandeling voor veel soorten kanker. Soms om te genezen, soms vóór, aanvullend op of na een andere behandeling. Bestraling kan ervoor zorgen dat de tumor helemaal verdwijnt. Of veel kleiner wordt, zodat we die tijdens een operatie weg kunnen halen.
Na bestraling is het risico klein dat de tumor terugkeert in het behandelde gebied. Bovendien kunt u, wanneer de tumor toch zou terugkomen, nog genezen door middel van chemotherapie.
Vermoeidheid tijdens je behandeling
Dat geldt voor chemotherapie en bestraling, maar je kunt ook moe zijn door andere behandelingen. Behandelingen beschadigen kankercellen en gezonde cellen. Daardoor is je lichaam steeds bezig met kankercellen opruimen en gezonde cellen laten herstellen. En daar kun je moe door zijn.
Het aantal bestralingen ligt tussen de 15 en 22 keer. De arts vertelt u hoevaak u bestraald gaat worden. De eerste bestraling vindt ongeveer binnen een week na de CT-scan plaats. Deze tijd is nodig voor het uitwerken van het bestralingsplan.
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Het kan weken duren voordat de vermoeidheid minder wordt. Dat je moe bent voor, tijdens en kort na de behandeling, is heel normaal. De ziekte en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent.
Bestraling en je spieren en gewrichten
Bijvoorbeeld je kaak, schouder, heup of knie. Daardoor kan het gewricht wat stijver worden. Ook spieren in bestraald gebied kunnen wat stijver worden. Soms kun je dan last krijgen van stijfheid en pijn, vooral bij opstarten van bewegingen.
Hoe lang werkt de bestraling door? Kankercellen sterven geleidelijk af. Zelfs nadat de behandeling is gestopt, gaat de werking van de bestraling nog enige tijd door. Het uiteindelijke resultaat wordt daardoor pas een aantal weken tot maanden na afloop van de behandeling bereikt.
Soms is alleen bestraling nodig op het deel van je borst waar de tumor gezeten heeft. Dit hangt af van je leeftijd en kenmerken van de tumor. Je arts zal hier uitleg over geven. Soms zal de arts voorstellen om geen aanvullende behandeling met bestraling te doen.
Bijwerkingen van bestraling
Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. Veel voorkomende bijwerkingen zijn vermoeidheid, reactie van de huid, slikklachten, droge mond, misselijkheid, hinderlijke slijmvorming, diarree, minder zin in vrijen, onvruchtbaarheid.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
Zolang u zich fit genoeg voelt is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%. Voorbeeld: de overleving van alle mensen met nierkanker, van 1 tot 5 jaar na de diagnose. Bij 1 jaar na de diagnose is 81% van de patiënten nog in leven.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Wel is het verstandig om het eerste jaar na de bestraling zeker niet onbeschermd te zonnen: blijf in de schaduw, bedek je huid, en gebruik op de delen die je niet kunt bedekken een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.
Na de bestraling duurt het meestal zo'n drie weken voordat de pijn afneemt. In de tijd daarvoor kan de pijn door zwelling van de botuitzaaiing soms juist iets toenemen. Deze zogenoemde pijn-flare na radiotherapie is mogelijk te voorkomen door gebruik van dexamethason, een ontstekingsremmer. Dr.
Meestal duurt de behandeling tussen de 2 en 7 weken, met 4 of 5 bestralingssessies per week. Soms zijn 1 of enkele bestralingssessie(s) al voldoende. De bestralingsarts (radiotherapeut-oncoloog) bepaalt aan het begin van de behandeling hoeveel bestralingen je krijgt.