De uitdrukking Werk ze!wordt in twee woorden geschreven en het tweede woord begint met een z. Ze bestaat uit de gebiedende wijs werk en het persoonlijk voornaamwoord ze. De betekenis ervan kan omschreven worden als 'Ik wens je een prettige werkdag', 'Succes met werken' of 'Werk goed vandaag'.
Is het nou werk ze, werkze of werkse? Spreek je het hardop uit, dan klinkt het allemaal plausibel. Toch is er volgens Genootschap Onze Taal maar één juist antwoord. 'Werk ze wordt in twee woorden geschreven.
zijn zogenoemde onovergankelijke werkwoorden. 'ze/se' kan worden vastgesteld. moeten worden: eetse, wandelze, werkse en slaapse!
en Sport ze! Zinnen als 'Ik werk de werkdag', 'Ik werk de dossiers', 'Ik sport mijn sport' klinken immers raar. Het is ook mogelijk dat ze alleen een verzachtend effect heeft op de gebiedende wijs. Door ze toe te voegen verandert de gebiedende wijs in een succeswens.
Dank je wel en dankjewel zijn allebei correct in de betekenis 'ik bedank je'. Ik heb al gegeten, dank je wel / dankjewel. Dank je wel / dankjewel voor je hulp.
We schrijven ervan aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.
Se wordt eigenlijk helemaal niet gebruikt, behalve door mensen uit een bepaalde stad, die de mening zijn toegedaan, dat de rest van ons land de "provincie "is. Maar het wordt gebruikt door mensen,die een ander een prettig "wat dan ook "toewensen, zoals slaap ze, eet ze en zo verder.
Ze bestaat uit de gebiedende wijs werk en het persoonlijk voornaamwoord ze. De betekenis ervan kan omschreven worden als 'Ik wens je een prettige werkdag', 'Succes met werken' of 'Werk goed vandaag'.
U is een persoonlijk voornaamwoord, de beleefdheidsvorm van de tweede persoon enkelvoud. In de tweede persoon enkelvoud komt er een t achter de stam (vind). Je krijgt dan: u vindt. Ook wanneer het onderwerp u ná het werkwoord komt, schrijven we een t achter de stam: wat vindt u van de nieuwe minister?
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
We schrijven erin aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erin kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Als iemand je bedankt zeg je: “Graag gedaan.” Of: “Helemaal goed!” Ook “Niets te danken” kan, al ben ik het er niet helemaal mee eens, want ik vind juist dat er wél wat te danken valt. Als ik de pakketbezorger of mijn mondhygiënist of de boekhouder bedank, vind ik “Tot je dienst” een gepaste reactie.
Bedankt dat jij er voor mij bent!
-> Ik bedank je vanuit de grond van mijn hart voor… -> Wij vonden het zo geweldig dat jij dit… -> Ik wilde je echt zo snel mogelijk laten weten hoe blij ik hiermee ben… -> Nooit zal ik vergeten wat je voor mij….
"Alvast bedankt," of "op voorhand bedankt," blijken dé manier om een antwoord los te krijgen. "Dankjewel," en "bedankt," prijkten op een mooie tweede plaats.
De formulering hartelijk dank is enigszins uitzonderlijk: dank is immers een de-woord, en een bijvoeglijk naamwoord voor een de-woord wordt normaal gesproken met een e geschreven; vergelijk hartelijke groet en hartelijke ontvangst.
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
We schrijven erover aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na erover kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Het is 'ertegenaan lopen', dus: 'Ik ben er zomaar tegenaan gelopen.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Ik rij / ik rijd nooit onder invloed.
In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Als het onzekere element door een ander woord in de zin wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld door het hulpwerkwoord zou(den), is zowel als als dat mogelijk. Beide zinnen betekenen dan hetzelfde. Zou je het goed vinden dat / als ik je een nieuwe versie bezorg? Ik zou het fijn vinden dat / als je kunt komen.