'Iets een-op-een bespreken' is officieel juist. Een-op-een wordt in de officiële spellingregels als vast geheel opgevat: als een samenkoppeling die met streepjes wordt geschreven.
Eén schrijf je alleen met accenttekens als je het cijfer 1 bedoelt of als er een lezing mogelijk is met 'een'. Dus bijvoorbeeld in een zin als 'Ik heb thuis een hond en een kat' of 'Ik heb thuis één hond en één kat'. Als je wilt dat de lezer hier 'één' leest en niet 'een', dan moet je wel streepjes zetten.
stuk voor stuk (bw) : een voor een, stuksgewijs. Achtereenvolgens drukt eene, niet altijd onmiddellijke, opvolging van verschillende handelingen uit; achtereen daarentegen onderstelt eene continuïteit of eene herhaling met zeer korte tusschenpoozen.
Als één aan het begin van een zin voorkomt, vervalt het eerste accent op de hoofdletter e. Het is dus Eén, met alleen een accentteken op de tweede e. Daarnaast is het bijvoorbeeld Óúd en Úít: Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
Je gebruikt alleen uitspraaktekens, oftewel accenten, op het woord 'een' wanneer je dit woord als een telwoord gebruikt maar je het ook als een lidwoord kunt opvatten. Een voorbeeld daarvan kun je hieronder zien: Jan heeft slechts een envelop ontvangen. Jan heeft slechts één envelop ontvangen.
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.
1 - Een zin begin je met een hoofdletter. 2 - De eerste letter van een naam schrijf je met een hoofdletter. 3 - Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 4 - Namen van talen/dialecten schrijf je met een hoofdletter.
Het gedachtestreepje wordt gebruikt bij een onderbreking van de gedachtegang, bij het aangeven van een inhoudelijke, verrassende wending en bij het leggen van extra nadruk op een deel van de zin. Het gedachtestreepje wordt met spaties gescheiden van woorden ervoor en erna.
'Iets een-op-een bespreken' is officieel juist. Een-op-een wordt in de officiële spellingregels als vast geheel opgevat: als een samenkoppeling die met streepjes wordt geschreven. Vergelijkbare gevallen zijn op-en-top, up-to-date en zwart-op-wit.
Nog vòòr we ons konden aanmelden, moesten we onze rugzak laten controleren door een veiligheidsmedewerker. De spelling vòòr is niet correct. De correcte spelling is: nog vóór we ons konden aanmelden.
I een bijv. naamw. Uitspraak: [ en ] verbonden Voorbeeld: 'een zijn met de natuur' Synoniem: gelijk II een telwoord Uitspraak: [ en ] het cijfer 1 Voorbeelden: 'in één ruk' , 'één voor één stapten ze in' , 'één plus één is twee' Ik ben een en al oor.
[decl] van één,. gebruikt in tegenstelling tot ander: • •: "De 'ene' man doet het wel, de ander niet.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én). Luka én Lotte zijn erbij betrokken.
Afleidingen en samenstellingen met aardrijkskundige namen krijgen een hoofdletter. Dat geldt ook voor namen van talen en de verbogen vormen daarvan (Nederlands, de Nederlandse taal), alsook voor de samenstellingen die hiermee worden gevormd (Nederlandstalig, Nederlandssprekend, Middelnederlands, Vroegnieuwnederlands).
T-shirt, bijvoorbeeld, krijgt een hoofdletter omdat het kledingstuk de vorm van een T heeft. Andere voorbeelden zijn: V-hals, X-benen, L-vormig. Ook als een letteraanduiding een ordening, classificatie of evaluatie aangeeft, wordt die letter groot geschreven. Bijvoorbeeld: A-team, B-attest, C-omroep.
Moet havo met hoofdletters? Nee, afkortingen als havo, vmbo en vwo schrijf je met een kleine letter.
Andere voegwoorden aan het begin van een zin
Hetzelfde geldt trouwens voor de woorden 'maar', 'of', 'dus' en 'want'. Ook met deze voegwoorden kun je een zin beginnen. Maar de voorkeur om dit wel of niet te doen, zal waarschijnlijk per tekstschrijver verschillen.
Voor een zakelijke brief gebruik je een passende aanspreking, zoals 'Geachte heer/mevrouw'. Je begint de eerste alinea met een hoofdletter en je begint nooit met 'ik'. In deze alinea geef je aan waarom je de brief schrijft. Hierna volgt de rest van je tekst.
Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen.
Hoe heten de twee puntjes op een klinker, zoals in föhn en financiën? De puntjes op de o van föhn zijn een umlaut. De puntjes op de e van financiën zijn een trema. Een trema geeft het begin van een nieuwe lettergreep aan, bijvoorbeeld in financiën, coördinatie en reünie.
Het trema of deelteken is een diakritisch teken in de vorm van twee punten die, naast elkaar, boven een klinker geplaatst worden. Als het trema op de letter i geplaatst wordt, vervalt de gewone punt en wordt deze vervangen door het trema.
Het accent circonflexe, of kortweg de of het circonflexe of circumflex (Latijn: circumflexus, rond, gebogen), is een dakvormig diakritisch teken op een klinker of een medeklinker.