Als een stoofpot te dun is, giet dan wat vocht af, kook dit in en voeg weer toe aan de stoofpot.Dit is beter dan het gerecht achteraf binden met bloem of maïzena (zie ook stap 2). Binden kan eventueel ook met ingrediënten die uit zichzelf binden zoals tomatenpuree of cacaopoeder (in Mexicaanse stoofpotten erg lekker).
Een sneller trucje: maïszetmeel! Maak eerst een papje van wat koude vloeistof (bijvoorbeeld water of melk) en voeg het toe aan je saus. Roer goed om en laat nog even rustig doorkoken tot je saus voldoende ingedikt is.
Als je stoofpot te vloeibaar is, maak je dan geen zorgen. Je kunt hem indikken door maïsmeel, maïzena of bloem toe te voegen, een deel van de stoofpot te pureren of door de stoofpot in te koken om het overtollige vocht te laten verdampen. Binnen de kortste keren kun je genieten van een heerlijke hartige stoofpot.
Vochtig vlees spettert als het in aanraking komt met hete boter, en door het vocht koelt de boter meer af dan nodig is. Voordat het vlees in de pan gaat is het slim om het even door de bloem te halen. Het krijgt dan een mooie bruine kleur en de bloem bindt later het vocht wat aan het vlees wordt toegevoegd.
Een ragout of stoofpot op voorhand bereiden en daarna weer opwarmen is zeker en vast geen probleem. Warm het gerecht weer op in de oven op de dag zelf. Je zet je oven best niet te hoog, 160°C is meer dan warm genoeg. Zet je ragout in een stoofpot met een deksel in de oven en laat hem zo opwarmen.
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Verhit restjes door en door
Verhit restjes en kliekjes altijd door en door tot ze stomend heet zijn, daarmee dood je alle bacteriën. Warm kliekjes niet voor een tweede keer op.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
-Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
Wil je liever een wat dikkere jus? Dan kun je ervoor kiezen om wat bloem of maizena toe te voegen. Zorg er wel voor dat je dit eerst aanmaakt met wat water en voeg het daarna pas toe aan de pan. Je kunt zo zelf experimenteren met de dikte van de jus.
Maizena en aardappelzetmeel zijn de bekendste zetmeel bindmiddelen, maar je kunt ook denken aan tapioca of sago. Daarnaast binden room, eieren, boter of meel ook prima.
Je kunt sauzen indikken met allerlei bindmiddelen zoals maïzena maar de beste manier om een saus te laten indikken is door ze gewoon te laten inkoken. Laat ze wat langer pruttelen op het vuur zodat het vocht verdampt en de saus vanzelf dikker wordt.
Bindmiddelen. Als de saus wat dun blijft, kunt u altijd de standaard bindmiddelen als bloem en maizena proberen. Ook aardappelzetmeel is een prima bindmiddel. U kunt deze niet zomaar in de pan doen, maar u moet er eerst een papje van maken voordat u het aan de saus of het stoofgerecht toevoegt.
Er zijn zetmeelhoudende bindmiddelen (bijvoorbeeld bloem, aardappelmeel en maïsmeel) en niet-zetmeelhoudende bindmiddelen (eieren, gelatine, boter). Zetmeelhoudende bindmiddelen zijn vaak geur-, kleur- en reukloos en hebben als eigenschap op te zwellen en vloeistof te binden zodra deze wordt verhit.
Geen nood, je kunt Maizena namelijk vervangen door bloem, arrowroot en tapioca. Hierbij geldt dat je bloem het beste kunt gebruiken als je het gerecht gedurende langere tijd verwarmt.
Taai vlees is eigenlijk een lang en intact stuk spiervezel. Je kan je vlees malser maken door deze spiervezel te breken. Sla erop met een vleeshamer, of gebruik een deegrol of pollepel. Perfect om al je frustraties uit te werken, én om malser vlees te krijgen natuurlijk.
Hoe langer je stoofvlees laat garen, hoe malser het wordt. Je moet er echter rekening mee houden dat wanneer je het te lang laat opstaan, het vlees helemaal uiteen gaat vallen. Zo heb je geen stukken vlees meer maar wordt het stoofvlees meer een dikke saus met draadjesvlees in.
Doe niet al het vlees ineens in de pan: dat heeft tot gevolg dat het vlees staat te koken in plaats van te bakken. Van koken wordt het vlees taai. Braad het daarom beter aan in porties. Elke keer als een portie vlees mooi toegeschroeid is, doe je ze in de andere pan bij de uien.
Doe de deksel op de pan en zet het geheel in het midden van een op 100ºC conventioneel voorverwarmde oven en stoof in 3½-4 uur zacht en gaar. Keer tussentijds het vlees een paar keer en controleer of er nog genoeg vocht in de pan zit en vul eventueel aan met een beetje extra water.
Stoven is het langzaam garen van vlees in een vloeistof. Je braadt het eerst aan en dan laat je het rustig verder gaar worden in een gesloten pan, op een laag tot matig vuur in bouillon, wijn, cider of bier met groenten en kruiden.
Welke stand inductie stoofvlees? Welke stand is stoven? Voeg rode wijn, vleesbouillon, zout en peper toe en breng aan de kook. Zet het deksel op de pot, draai het vuur op stand 1 en laat 3-4 uur stoven.
Vlees opnieuw opwarmen
Stoofvlees kun je het best opwarmen in de oven op 170°C bedekt met folie. Gehakt opwarmen kan het beste in de magnetron en om de dertig seconden roeren. Gegrilde kip warm je op in de magnetron.
Stoofvlees opwarmen uit de koelkast
Bewaar het stoofvlees afgedekt in de koelkast tot het tijd is om het op te warmen. Verwarm het altijd langzaam en op een laag vuurtje. Roer de stoverij regelmatig zodat het niet aanbrandt. Dat duurt zo'n 20 minuutjes, afhankelijk van de hoeveelheid.