De correcte spelling is jonkheer en jonkvrouw, met kleine letter. Jonkheer en jonkvrouw zijn geen adellijke titels maar predicaten. Adellijke titels en predicaten, al dan niet gevolgd door een naam, schrijven we met kleine letters.
Iedereen die tot de Nederlandse adel behoort, wordt aangeduid met het predicaat jonkheer of jonkvrouw, behalve als hij of zij recht heeft op een titel.
Voor een baron luidt die formule Hoogwelgeboren heer baron en voor een barones Hoogwelgeboren vrouwe barones. Bij brieven aan adellijke personen schrijven we in het adres de volledige naam na de titel. De titel krijgt dan een hoofdletter omdat die het eerste woord van de regel is.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Jonkvrouw worden vraagt vlijt en toewijding. In de middeleeuwen moest een meisje dat jonkvrouw wilde worden, aan het hof van een vorstin of vrouwe van hoge adel opgevoed worden.
Zelfstandig naamwoord. Dit predicaat wordt gevoerd door de meeste leden van adellijke families. Het duidt aan dat men wel tot de adel behoort, maar geen titel heeft. Het predicaat jonkheer staat vóór de voornaam van de persoon.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
De adel is een sociaal of juridisch afgebakende groep mensen (edelen) die van oorsprong een bevoorrechte positie innam. De precieze inhoud van het begrip varieert naargelang van tijd en plaats.
Het kopen van een adellijke titel maakt je ook een edelman. Vanwege de vrije naamskeuze is het kopen en dragen van een adellijke titel legaal. U moet er echter rekening mee houden dat u geen echte edelman wordt door geboorte, huwelijk of adoptie. Vanuit juridisch oogpunt is het een pseudoniem met een wapenschild.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.
Sterft bijvoorbeeld een hertog, dan wordt zijn zoon de nieuwe hertog of de dochter de nieuwe hertogin. Daarom horen de kinderen van de edelen ook in de adel.
Van de oudste adel weten we weinig, maar vanaf de 12e eeuw zijn de eerste families te onderscheiden. Bekend is de familie van de Utrechtse bisschop Hardbert van Bierum (1139-1150), die de rechtsmacht over Coevorden en Drenthe verwierf en erfelijk prefect (bisschoppelijk vertegenwoordiger) van Groningen werd.
Graaf is een adellijke titel. Het vrouwelijke equivalent is gravin. In rangorde van de Belgische en Nederlandse adel staat de graventitel boven die van burggraaf en onder die van markgraaf (markies).
Ook in formele contexten is het voldoende de titels, voorletters en achternaam te gebruiken. De brief begint dan met 'Geachte mevrouw [achternaam]' of 'Geachte heer [achternaam]' of 'Geachte [voorletters + achternaam]'. Alleen in zeer formele contexten worden termen als weledelgestrenge nog weleens gebruikt.
Dat wil zeggen dat de oudste zoon zich baron mag noemen. De rest is titelloos en is dus gewoon jonkheer of jonkvrouw. Deze komt vooral voor in families die tot de adelstand verheven zijn. Overgang op iedereen komt het meeste voor bij 'geslachten' die ooit ingelijfd of erkend zijn.
Bij onze zuiderburen werd na de Franse Revolutie de adel afgeschaft. In België zijn adellijke titels blijven bestaan, maar ze kunnen niet meer via overerving worden doorgegeven.
Adel in Nederland
Nederland telt in 2019 ruim tienduizend mensen die een adellijke titel mogen dragen. Er zijn zeven titels in totaal. Van hoog naar laag: prins/prinses, hertog, hertogin, markies, markiezin, graaf/gravin, burggraaf/burggravin, baron/barones, ridder.
Prins is de hoogste adellijke titel, maar kan ook een (lagere) vorstelijke titel zijn. Het vrouwelijke equivalent is Prinses. Koning is na keizer de hoogste vorstelijke titel, en met deze titel wordt het (mannelijk) staatshoofd van een koninkrijk aangeduid. Het vrouwelijke equivalent wordt koningin genoemd.
De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
De man pakt het wel meteen serieus aan: hertog is één van de hoogste adellijke titels die er is. Een hertog staat boven andere adel zoals een jonkheer, baron, markies of graaf. Alleen de titel 'prins' is nog hoger.