De grootste stinkers zijn toch wel de wantsen en het lieveheersbeestje. Eerstgenoemde ruikt naar muffe nootjes die te lang in de kast hebben gelegen.
De geur is erg intens en wordt door sommigen omschreven als afwasmiddel, maar dan met een bitterzoete ondertoon die de meeste mensen doet walgen. Bij jonge wantsen (nimfen) zitten die geurklieren op de rug, volwassen wantsen stinken aan de onderzijde van hun borststuk.
Favoriete plekken zijn in houspleten, tussen boomwortels, in schuurtjes of huizen, onder bladeren, in rotsen, mos of andere plekken waar hij goed kan schuilen tegen de winterkou. De stippen op zijn rug zeggen trouwens niks over de leeftijd. Gemiddeld leeft een lieveheersbeestje maar één jaar.
Sommigen denken ook dat gele lieveheersbeestjes wel giftig zijn en de rode niet. Maar niets is dus minder waar. Elk lieveheersbeestje is giftig in meer of mindere mate. Er wordt gezegd 'hoe feller de kleur, hoe giftiger het lieveheersbeestje'.
Hoewel insecten geen neus hebben, ruiken ze vaak juist erg goed. Dat doen ze met hun antennes. Die zitten vol met cellen die geuren opvangen. Hierdoor komen insecten veel te weten over hun omgeving.
De allerbeste neus van het dierenrijk is van de olifant. Dat komt door die enorm lange slurf. Neushoorns kunnen ook heel goed ruiken, kijk maar naar die grote neusgaten. Als de wind goed staat, kunnen ze je al op kilometers afstand ruiken.
Wat zoogdieren niet kunnen ruiken? "Wanneer zoogdieren zich aanpassen aan het leven in water, degenereert hun reukvermogen meestal. Het belangrijkste voorbeeld zijn de walvisachtigen – walvissen en dolfijnen – waarvan er vele hun reukvermogen hebben verloren.”
ze doen geen mensen kwaad, maar soms wel hun eigen soortgenoten. Gelukkig zijn ze niet schadelijk voor je huis, de beestjes eten namelijk niet in de winter.
Lieveheersbeestjes lijken heel onschuldig en ze zien er zélfs wat schattig uit, met hun stipjes. Maar ze kunnen behoorlijk gevaarlijk zijn, blijkt. Een man is bijna overleden aan de gevolgen van een bloedvergiftiging, veroorzaakt door een beet van het rood-zwarte insect.
Spiritueel. Lieveheersbeestjes staan ook voor vruchtbaarheid en bescherming. Als je net verliefd bent, en je ziet overal lieveheersbeestjes, dan zou dit een teken kunnen zijn dat je je ware liefde hebt gevonden. Ook kan het betekenen dat je binnenkort een potentiële liefde tegen zult komen.
Op het einde van de zomer als de bladluizen schaars worden, voeden lieveheersbeestjes zich ook met stuifmeel en schimmelsporen. Ook in het vroege voorjaar, als ze net uit de winterslaap zijn gekomen, voeden ze zich met nektar of jonge blaadjes om vocht binnen te krijgen.
Lieveheersbeestje: winterslaap in een groep
Ze zoeken beschutting in een gebouw, onder stenen of bladeren. Ze kunnen ook een wat creatievere plek verstoppen, zoals op deze foto zien. De lieveheersbeestjes slapen van november tot februari. Zodra het weer warmer wordt, vliegen ze weer uit.
Zorg voor een gevarieerde beplanting in je tuin. Meidoorn, linde en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes. Bloeiende planten in je tuin bezorgen lieveheersbeestjes pollen en nectar. Nectarplanten trekken gelijk ook vlinders, bijen en andere insecten aan.
U herkent een plaag van bedwantsen aan donkere of zwarte vlekken aan de zoom van de matras. Dit komt door de poep van de bedwants. Ze hebben een aparte geur. Ze ruiken naar zoete amandel of koriander.
Je bent hem misschien al wel tegen gekomen: de grauwe schildwants. Dit insect duikt op door heel Nederland. Op het oog lijkt het een klein, onschuldig beestje, maar pas op! Hij kan namelijk een flinke stank achterlaten.
De grootste stinkers zijn toch wel de wantsen en het lieveheersbeestje. Eerstgenoemde ruikt naar muffe nootjes die te lang in de kast hebben gelegen. Elke wantsensoort heeft weer zijn eigen specifieke geur, zo ruikt de berkspitssnuitwants naar oud amandelspijs.
Het lieveheersbeestje maakt tijdens de vlucht een brommend geluid door de aanwezigheid van de dekschilden. Ze botsen soms ergens tegenaan en deukjes in de dekschilden zijn daardoor niet zeldzaam.
Zij hebben de voorkeur voor bepaalde gebieden en zijn zeer prikkelbaar voor de temperatuur die er heerst. Hiernaast kiezen zij voornamelijk aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar voedsel hun leefomgeving uit. De insecten hebben de voorkeur voor onder andere brandnetels en korenbloemen.
Over het lieveheersbeestje.
Het lieveheersbeestje is een nuttig diertje, niet alleen voor de natuur, maar ook voor u! Een lieveheersbeestje is namelijk een bladluiseter. Bladluizen eten namelijk veel van uw planten en kunnen deze ontdoen van blad, nectar en andere plantensappen.
„Alle lieveheersbeestje kunnen bijten, maar de harlekijnlieveheersbeestjes zijn groter en bijten vaker.” De harlekijnvariant komt in Nederland ook voor, blijkt uit deze kaart.
Als ze toch binnen zijn kan je verschillende dingen doen, maar vooral: geen paniek, maar gezond verstand gebruiken. Je kunt lieveheersbeestjes gewoon in je huis laten overwinteren: in het voorjaar gaan ze vanzelf weer naar buiten. Als je ze hinderlijk vindt of allergisch bent, kun je ze vangen en weer buitenzetten.
De volwassen lieveheersbeestjes plaats je in een grote, gesloten bak met luchtgaten en zet je op kamertemperatuur maar wel uit de zon. Je voegt dagelijks voldoende voedsel toe, bladluizen op takken zijn ideaal om te voeden en ook het beste om de lieveheersbeestjes op kracht te houden.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Hoe werkt ruiken? Als we ademhalen door onze neus, komen geurmoleculen uit de lucht ons reukslijmvlies binnen. Dat slijmvlies zit bovenin de neus, vlak onder de ogen. Daar binden de moleculen zich aan geurreceptoren en die sturen een signaal door naar de hersenen.
Het reukvermogen van honden en knaagdieren, daar kunnen we als mensen alleen maar jaloers op zijn. Onzin, meent neurowetenschapper John McGann. Volgens hem ruiken mensen minstens net zo goed als andere zoogdieren.