Als je een getal moet afronden, let dan alleen op het eerstvolgende cijfer dat je weglaat. Als dat cijfer lager is dan 5, rond je omlaag af.Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende.
Bij het afronden kijk je naar het tweede getal achter de komma en kijk je of deze 5 of hoger is of lager. Bij 5 of hoger rond je het tweede getal achter de komma naar boven af, bij 4 of lager rond je het getal naar beneden af. Zo wordt 5,24 afgerond op één decimaal 5,2 en 5,25 afgerond op één decimaal 5,3.
Wanneer het eerste getal achter de komma een vier of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond. Wanneer het eerste getal achter de komma een vijf of hoger is, wordt het cijfer naar boven afgerond.
Hoe rond je af? Als je een getal moet afronden, let dan alleen op het eerste cijfer dat je weglaat.Als dat cijfer lager is dan 5, rond je naar beneden af.Is dat cijfer 5 of hoger, rond je omhoog af.
Het eindcijfer per vak wordt afgerond naar 1 decimaal voor de berekening van het gewogen gemiddelde (bijvoorbeeld een 5.45 wordt afgerond naar een 5.5).
Antwoord en uitleg:
Het getal 983.491 afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal is 983. Uw keuzes voor het afronden van 983.491 zijn om het naar beneden af te ronden naar 983 of omhoog naar 984, aangezien het getal 983.491 tussen 983 en 984 op de getallenlijn valt.
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
je een 4 hebt en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. En het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 is; je 2 keer een 5 hebt, of een 5 en een 4, en al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
Wat is de 5.5 regel? Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een 5,5 (voldoende) zijn. Dit wordt de 5,5–regel genoemd. Zijn al je eindcijfers dus hoger dan een 6, dan ben je sowieso geslaagd.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één 4 hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
Een betere afrondingsmethode voor getallen met 5 als laatste cijfer zou zijn om af te ronden naar het dichtstbijzijnde even cijfer . Dit verwijdert systematische fouten omdat je dan even vaak naar boven als naar beneden zou afronden (in theorie tenminste).
Je bent geslaagd wanneer je eindcijfer voor Wiskunde een 4,5 is en voor Engels en Nederlands een 5,5. Een 4,5 wordt namelijk afgerond naar een 5 en een 5,5 wordt afgerond naar een 6.
Procentuele toe- en afname
Een procentuele afname betekent dat je berekent met hoeveel procent iets gedaald is. Dit doen we als volgt: Toename =nieuw−oudoud·100. Afname =nieuw−oudoud·100.
Als bij de aftoetsing een 5,5 of hoger wordt behaald, dan heeft men een voldoende behaald en dus zijn 3 punten binnen. 5,4 of lager betekent een onvoldoende en dan zal het vak hertoetst moeten worden. Alle jaren bestaan uit 60 studiepunten per jaar.
In schooljaar 2023/2024 is het slagingspercentage van alle examenleerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs gestegen naar 91,4%.
Je tijd om na te kijken is dus beperkt en varieert in de UvA meestal tussen 15 en 20 werkdagen.
Totaalcijfer en 5/7/9 regel
Indien een van de deelcijfers gepubliceerd in het studievoortgangsdossier op KU Loket ≤ 7, dan kan je totaal OPO-punt maximum 9 zijn. Indien een van de deelcijfers gepubliceerd in het studievoortgangsdossier op KULoket ≤ 5, dan kan je totaal OPO-punt maximum 7 zijn.
Als je gezakt bent voor het eindexamen vwo, kun je herkansen. Je doet dan in 1 vak opnieuw centraal examen (in tijdvak 2). Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen.
Leerlingen die slagen voor het eindexamen HAVO moeten gemiddeld een 5,5 halen voor de centraal examens. Daarnaast mag je voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde hooguit één keer een 5 halen. Ten slotte mag je hooguit voor 2 vakken een onvoldoende halen.
Voorbeeld: Een 5,45 wordt in dit geval eerst afgerond naar een 5,5 en dan een 6. Een 5,44 wordt eerst afgerond naar een 5,4 en dan naar een 5.
Het percentage is dus 11,11111111111111% .
Er mogen niet meer dan drie vijven (555) of één vijf en één vier (54) of één drie (3) voorkomen. Bij dit aantal onvoldoendes met compensatie wordt een leerling altijd besproken. Voor de vakken onder 2.) moet de procesgang voldoende zijn.
Na afronden op een honderdtal eindigt het getal op twee nullen. Na afronden op een duizendtal eindigt het getal op drie nullen.
De tiende plaats is 5, wat gelijk is aan 5, dus 5,53 wordt afgerond naar 6. Eindantwoord: De getallen die worden afgerond naar 5 wanneer ze worden afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal zijn 4,5, 5,05 en 4,55 .
Afronden op de dichtstbijzijnde honderdste betekent het afronden van een decimaal getal naar de dichtstbijzijnde honderdste waarde . In decimaal betekent honderdste 1/100 of 0,01. Bijvoorbeeld, de afronding van 2,167 naar de dichtstbijzijnde honderdste is 2,17.