Bepaal het verschil tussen de nieuwe prijs en de oorspronkelijke prijs: €100 – €75 = €25. Deel het verschil door de oorspronkelijke prijs: €25 / €100 = 0,25. Vermenigvuldig het resultaat met 100: 0,25 x 100 = 25% Het percentage van de verandering in prijs is dus 25%.
Voor het berekenen van een procentuele verandering gebruikt je kind de formule nieuwe prijs – oude prijs : oude prijs x 100%. Stel dat een treinkaartje nu €5,50 kost, maar vorig jaar nog €5 kostte. De som ziet er dan als volgt uit: 5,50 – 5 : 5 x 100%.
Voorbeeld 1
Bereken hoeveel procent 120 (=b) t.o.v. 80 (=a) is gestegen of gedaald. Deel de nieuwe waarde (b) door de oude waarde (a = 100%).Vermenigvuldig het resultaat van stap 1 met 100. 150 is groter dan 100.
Een algemeen geaccepteerde richtlijn is een prijsverhoging van 5% tot 10% per jaar, mits gerechtvaardigd door bijvoorbeeld gestegen kosten of verbeterde service. Belangrijk is dat je de verhoging goed onderbouwt en communiceert naar je klanten, zodat ze begrijpen waarom deze stap nodig is.
De eindwaarde van €42,50 is dan 100% - 15% = 85% van de originele prijs.De originele prijs is dan €42,50/0,85 = €50.Het prijsverschil is dan €50 - €42,50 = €7,50.Dit kun je ook als volgt berekenen: 42,50/85 × 15 = €7,50.
Grofweg kan je er van uitgaan dat je per procent 1 meter stijgt per 100 meter. Een horizontale 100 meter stijgt bij 7% dus 7 meter. Bij 14% stijgt de horizontale weg van 100 meter dus 14 meter.
Richtprijs. Bij een richtprijs geeft de dienstverlener een schatting over de uiteindelijke prijs. De uiteindelijke prijs kan dus hoger worden. Maar de prijs mag niet meer dan 10% hoger worden dan de richtprijs.
In 2024 (1 januari 2024 tot 1 januari 2025) is de jaarlijkse huurverhoging maximaal 5,5%. De wet bepaalt dat de toegestane huurverhoging in de vrije sector is gekoppeld aan het laagste percentage van de inflatie en de loonontwikkeling. De loonontwikkeling van december 2022 tot december 2023 was 5,8%.
De groeifactor g is het getal waarmee je y vermenigvuldigd, als x één eenheid toeneemt. Voor groeifactoren gelden de volgende regels: Bij een toename deel je het percentage door 100 en tel je dit getal bij 1 op. Bij een groei van 34% kun je de groeifactor dus berekenen door 34/100 = 0,34 bij 1 op te tellen.
Loonsverhoging bij te late betaling
Dan kunt u aanspraak maken op een verhoging wegens vertraging. Deze verhoging bedraagt: 5% per dag voor de vierde tot en met de achtste werkdag na de dag waarop het loon moest worden betaald;daarna 1% voor elke volgende werkdag, met een maximum van 50% van uw loon.
Bepaal het verschil tussen de nieuwe prijs en de oorspronkelijke prijs: €100 – €75 = €25. Deel het verschil door de oorspronkelijke prijs: €25 / €100 = 0,25. Vermenigvuldig het resultaat met 100: 0,25 x 100 = 25% Het percentage van de verandering in prijs is dus 25%.
Stel dat in een bepaald jaar het nominale inkomen met 4,0% toeneemt en de inflatie gelijk is aan 1,5%. De verandering van de koopkracht (of: reële verandering van het inkomen) kan dan op twee manieren worden berekend: Vuistregel (havo): verandering koopkracht = nominale verandering - inflatie = 4,0% - 1,5% = 2,5%.
Recentelijk is er verheugend nieuws gekomen voor kappers in Nederland: de cao voor kappers heeft per 1 juli 2024 een loonverhoging van 12% aangekondigd. Dit is een welverdiende erkenning van het harde werk en toewijding van kappers overal in het land.
Indexering past de kosten van kapitaalinvesteringen aan voor inflatie. De formule om de indexeringskosten te berekenen is: (Index voor het jaar van verkoop / Index voor het jaar van verwerving) × oorspronkelijke kosten van het activum . Met behulp van indexering kunnen beleggers hun belastbare vermogenswinsten verlagen.
Indexering is het mechanisme om de waarden van verschillende goederen, diensten, activa, investeringen en lonen aan te passen op basis van inflatie. De indexeringsformule is als volgt: Indexering = (Goederenwaarde in het gegeven jaar/Goederenwaarde in het basisjaar) × 100 .
Prijsindexberekening voor één enkel product
Voor één product en één concurrent is het vrij eenvoudig. Deel de prijs van de concurrent door de jouwe en vermenigvuldig het met 100. Om de prijsindex voor één product voor veel concurrenten te bepalen, tel je alle prijsindexen van concurrenten bij elkaar op en deel je het door het aantal concurrenten.
Leg uw klanten in een brief zo eerlijk en individueel mogelijk de reden(en) uit voor de komende prijsverhogingen. U hoeft en moet hiervoor geen verontschuldigingen aanbieden. U kunt echter wel een kleine indicatie geven van hoe lang u uw oude prijzen al hanteert.
De meest gebruikte index voor prijsaanpassingen is de Consumentenprijsindex (CPI). Het CBS gebruikt de CPI om inflatie te meten. De index laat de prijsveranderingen zien van goederen en diensten die consumenten kopen. Zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies.
Het hellingspercentage wordt gemeten door te kijken hoeveel de weg stijgt over een vastgestelde afstand. Als de weg over een afstand van duizend meter honderd meter stijgt, bedraagt de helling 100/1000=0,1. In procenten uitgedrukt is dat 10 procent. Dat komt overeen met bijna 6 graden.
Voorbeeld 1. De prijs van een betonvloer stijgt in een jaar tijd van € 42,- tot € 45,-. Het prijsindexcijfer bereken je dan als volgt: ( €45 / € 42 ) x 100 = 107,1. Het indexcijfer 107,1 geeft aan dat de prijs van een betonvloer in het betreffende jaar met 7,1 procent (= 107,1 – 100) is gestegen.
De basisformule voor het berekenen van percentages is: (deel / geheel) x 100 = percentage.