Start met te tonen dat je je kind graag ziet, ook met wat die je net vertelde.Geef jezelf én je kind daarna de tijd om het te laten bezinken en hierover na te denken. Een coming-out kan heel heftig zijn voor zowel ouder als kind, soms is het beter om op een later moment het gesprek verder te zetten.
Blijf ook over andere onderwerpen praten na de 'coming-out', niet alleen over het holebi-zijn. Anders geef je de indruk dat alles nu anders moet zijn. Bekijk het gewoon als een extra onderwerp om over te praten. Ga het nieuws niet zomaar verspreiden bij vrienden of familie.
Zodra je kind uit de kast komt, is het belangrijk om je eigen primaire reactie zoveel mogelijk secundair te maken. Ben er voor je kind. Stel het gerust als het mogelijk overstuur of verdrietig is, en geef je kind het gevoel dat het alles aan je kan vertellen. Stel vragen en hou hiermee het gesprek gaande.
Kies een gepaste tijd en plek om uit te komen.
Dit kan je ouders laten denken dat je uit de kast komt omdat je boos bent, of omdat je de focus van een ander weg wil nemen. Vind of maak een tijd waarop het alleen jou en je ouders zal zijn. Dan zullen er geen andere afleidingen of onderbrekingen zijn.
Eerder uit de kast
In 2005 kwamen jongens gemiddeld uit de kast toen ze 17 jaar en 10 maanden oud waren. In 2017 was dat gedaald naar 17 jaar en 2 maanden. Bij meisjes ging die leeftijd in dezelfde periode omlaag van 16 jaar en 3 maanden naar 16 jaar en 1 maand.
Probeer mee te leren wat non-binariteit net betekent voor jouw kind en waar je kind zelf informatie vindt. Ook wanneer je kind zichzelf als non-binair identificeert, kan je de adviezen op deze pagina rond 'transgender' gebruiken. Daarnaast kan je ook terecht bij zorgverleners met expertise rond het transgenderthema.
Maak transgender gevoelens bespreekbaar als de persoon er zelf over begint, maar geef ook de ruimte om het er niet over te hebben. Vraag wat iemand van jou verwacht en weet van jezelf wat je wel en niet kunt betekenen. Vermijd stereotypen over mannelijke en vrouwelijke rollen en taken.
Trans personen kunnen tegen kennisgebrek en gebrek aan sensitiviteit aanlopen. Niet alle huisartsen weten bijvoorbeeld dat transmannen ook een baarmoeder kunnen hebben, of transvrouwen een prostaat. Daarnaast maken veel transgender personen ook gebruik van de transgenderzorg.
Mik Bron identificeert zich helemaal niet als man of vrouw: hij is agender.
Transgender personen zijn geboren in het verkeerde lichaam. Onder de parapluterm 'transgender' vallen ook agenders, gender fluid en andere gendervariaties. In sommige gevallen willen zij een geslachtsveranderende operatie ondergaan. Hoe verloopt die transitie?
Hermafrodiet is een verouderde (en beledigende) term voor tweeslachtigheid. Het woord hermafrodiet wordt enkel voor dieren of planten gebruikt. De correcte term voor mensen met zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken is intersekse.
Soms wordt een baby geboren en is het niet mogelijk om direct het geslacht vast te stellen. Dit gebeurt ongeveer 30 tot 50 keer per jaar in Nederland. In sommige gevallen is het voor de geboorte bekend dat het kindje een onduidelijk geslacht heeft maar meestal is dit geheel onverwachts en voor ouders een grote schok.
Of voel je je een jongen terwijl je als meisje geboren bent? Dat heet transgender. Je kunt je ook jongen én meisje voelen of juist iets daar tussenin. Als jij je niet fijn voelt met het geslacht waarmee je bent geboren, met jouw jongens- of meisjeslichaam, dan heet dit 'genderdysforie'.
Van Dorst is geboren met echt hermafroditisme, en noemt zichzelf hermafrodiet. Op doktersadvies lieten de ouders van Van Dorst vlak na de geboorte de uiterlijke mannelijke geslachtskenmerken operatief verwijderen.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Zeg niet 'toen je nog een man was' of 'toen hij nog een vrouw was', maar zeg 'toen je je nog als man presenteerde' of 'toen hij nog als vrouw gezien werd'. Zeg liever niet mannen en vrouwen, maar personen. Liever niet dames en heren, maar mensen. Niet jongens en meisjes, maar kinderen.
De benaming hermafrodiet wordt als een belediging beschouwd. Immers, een hermafrodiet is iemand die zichzelf theoretisch zou kunnen bevruchten. Bij mensen is hier in de meeste gevallen geen sprake van.
Bij transseksualiteit is iemand in het verkeerde lichaam geboren. Een transseksueel meisje is dus iemand die als jongen is geboren, maar zich eigenlijk een meisje voelt, Een transseksuele jongen is iemand die als meisje is geboren, maar zich eigenlijk een jongen voelt.
Zie jij het ook wel eens staan? 'Hij/hem' in een e-mailhandtekening, of 'she/her' op een Instagramprofiel: steeds meer mensen vermelden welke voornaamwoorden zij gebruiken.
Je gebruikt de persoonlijke voornaamwoorden waar de non-binaire persoon de voorkeur aan geeft. Dat kan 'die / diens / hen / hun' zijn, maar ook 'hij / hem / zijn' of 'zij / haar / haar'. Ken je de persoonlijke voorkeur van de non-binaire persoon niet, dan gebruik je 'die / diens'.
Cisgender betekent: 'niet transgender'. Dus: je bent geboren als jongen, en je voelt je ook jongen. Of je bent geboren als meisje, en je voelt je ook meisje.
Genderfluïde personen voelen hun genderidentiteit 'vloeien' tussen verschillende genderidentiteiten op het genderspectrum (zie: Genderspectrum). Die fluctuaties kunnen gaan tussen binaire en/of non-binaire genderidentiteiten. Mensen kunnen zich dus niet enkel de ene keer meer man en de andere keer meer vrouw voelen.
Als iemand geen keuze maakt in de genderidentiteit man of vrouw spreken we van non-binair. Non-binaire personen voelen zich een beetje jongen/man en meisje/vrouw, of juist geen van beiden. Of zij voelen zich soms jongen/man en soms meisje/vrouw. Dit heet genderfluïde.
Er bestaan verschillende genderidentiteiten: de meest bekende zijn man en vrouw. Daarnaast bestaan ook trans vrouw, trans man, genderqueer, non-binair, agender,.. Meestal worden genderidentiteiten verzameld in twee grote groepen: transgender en cisgender.