Beschrijving van rapportage Tissue (weefsel) De kleur en vitaliteit van het weefsel in % (rood of geel). Grootte/breedte en diepte van de wond in cm. De locatie van de wond (benoem lichaamsdeel). De aanwezigheid van zwart weefsel (necrose) of fibrine (taai/geel beslag).
Het TIME-model is een hulpmiddel om plaatselijke verstoorde factoren in de wondgenezing op te sporen zodat de wondgenezing op gang komt. Het doel van het TIME-model is het creëren van een gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.
Het TIME-model kan helpen bij het bepalen van het wondbeleid. Het is een hulpmiddel om moeilijke en complexe wonden te beoordelen. Het uiteindelijke doel is om een gezonde wond te creëren, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.
Beoordeel de wond. Kijk naar kleur, grootte, diepte, hoeveelheid wondvocht. Let op complicaties zoals tekenen van klinische infectie. Bijvoorbeeld roodheid, zwelling, pijn en warmte.
Er kan een dikke gele laag fibrine ontstaan, dit wordt een fibrine beslag genoemd. Als het gele necrose is, moet het worden verwijderd. Dit kan het best worden gedaan met een pincet en een mesje of een schaartje. Verweekt materiaal kan ook met een scherpe lepel (curette) worden verwijderd.
Bij de rode wond is de wondbodem bedekt met een korrelige, vochtig glanzende, helderrode weefsellaag. Een rode wondbodem is een goed teken. De wond kan dan meestal goed genezen. Deze wondbodem moet worden beschermd en mag niet uitdrogen.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie:als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Beschrijving van rapportage
Tissue (weefsel) De kleur en vitaliteit van het weefsel in % (rood of geel). Grootte/breedte en diepte van de wond in cm. De locatie van de wond (benoem lichaamsdeel). De aanwezigheid van zwart weefsel (necrose) of fibrine (taai/geel beslag).
Je schrijft op wat je observeert of signaleert, welke zorg je met welk doel verleent, en hoe die zorg verloopt. Hierdoor weten je collega's wat er aan de hand is en wat zij moeten doen. Je waarborgt de continuïteit en kwaliteit van de zorg en je voorkomt fouten.
Wat is een gele wond? Deze gele wond duidt erop dat de tweede huidlaag (de dermis) beschadigd is. In de meeste gevallen heelt dit vanzelf weer. Als er sprake is van pusvorming, heb je misschien een ontstoken wond.
Handelingen in het kader van wondverzorging behoren (deels) tot de voorbehouden en risicovolle handelingen die een zorgprofessional alleen mag uitvoeren indien hij/zij daartoe bevoegd en bekwaam is.
De diepte dient gemeten te worden van het diepste punt tot het denkbeeldige oppervlakte tussen de wondran- den (5). Decubituswonden zijn oppervlakte-, krater- of ondermijnde wonden die soms een tunnel of sinus vormen. Wondmeting moet dus ook ondermijning meten (5).
Granulatie of de granulatiefase is de tweede fase (zie wondfases) in de wondgenezing. Als de exsudatiefase is beeindigd vult de wond zich met nieuw, tijdelijk weefsel. Dit weefsel noemt men granulatieweefsel. Granulatieweefsel is goed doorbloed en ziet er daardoor vrij rood uit.
Wat is Wond beslag? Wond beslag verwijst naar het geel/witte materiaal in het wondbed; het is meestal nat, maar kan droog zijn en heeft over het algemeen een zachte textuur. Het kan dik zijn en aan het wondbed hechten, aanwezig zijn als een dunne laag of vlekkerig over het wondoppervlak.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel. Als je een gele wond hebt of een wond die niet goed geneest, neem dan contact op met je huisarts.
Hydro- actieve verbanden
Deze verbanden kunnen veel wondvocht opnemen. Hierdoor worden de eiwitten en groefactoren in de wond vergroot. Er wordt een vochtig milieu gecreëerd, het reinigt de wond en er is volledig elastisch contact met de wondbodem. Vaak worden deze verbanden ingezet bij vochtige tot zeer natte wonden.
Een ontstoken wond ontsmetten
Een wond ontsmetten doe je als eerste met water. Vervolgens is het slim om een desinfectiemiddel te gebruiken zoals Betadine, dit is een jodiumoplossing die niet prikt. De producten van Betadine zijn verkrijgbaar in verschillende vormen, zoals een zalf of een vloeibare oplossing.
In principe dagelijks. Het is belangrijk dat je wond goed geneest. Daarvoor moet deze schoon blijven. In principe moet je daarom verband dagelijks verschonen.
Wanneer alles goed schoon en beschermd is, kun je af en toe de ontstoken wond verzorgen met een verzorgende zalf, zoals de Hansaplast Wondhelende zalf. Deze zalf bevordert het natuurlijke genezingsproces.