Hoe wordt een stent geplaatst? Voor het plaatsen van een stent krijg je een roesje. Via een endoscoop brengt de arts de stent opgevouwen de slokdarm in. Binnen 1 tot 2 dagen vouwt de stent zich uit en kan er drinken en fijn voedsel doorheen.
De eigenlijke behandeling duurt ongeveer een uur tot anderhalf uur. Voor de cardioloog met dotteren kan beginnen, maakt hij eerst een aantal beelden van de kransslagader waarin de vernauwing zit. Dit gebeurt op dezelfde manier als bij een hartkatheterisatie. Hierover kunt u meer lezen in de folder Hartkatheterisatie.
Stents worden via een slagader ingebracht met behulp van een katheter, net zoals bij dotteren (angioplastiek). U ligt tijdens de ingreep plat op uw rug op een operatietafel. De aanwezige apparatuur monitort uw hartslag en bloeddruk.
Hoelang moet de stent blijven zitten? U moet er rekening mee houden dat u een stent voor de rest van uw leven heeft. Stents zijn zo ontwikkeld dat ze permanent in uw kransslagader blijven zitten om blijvende ondersteuning te bieden.
Wanneer de stent is geplaatst en gecontroleerd, mag u de eerste 3 dagen alleen vloeibaar voedsel, zoals vla, yoghurt en pap, en daarnaast ook alle soorten dranken gebruiken. Na deze eerste 3 dagen kunt u in principe normaal eten. Belangrijk is echter dat de slokdarmprothese niet verstopt raakt door voedselresten.
Bij slokdarmkanker kan de tumor zorgen voor problemen met het zakken van eten en drinken. Als je niet geopereerd wordt, kun je een stent in de slokdarm krijgen. Dit is een flexibel buisje waardoor het eten en drinken iets makkelijker door de slokdarm zakt. De stent houdt de slokdarm open.
Een slokdarmstent is een flexibel buisje, dat tijdens een endoscopisch onderzoek wordt geplaatst. Het doel van het plaatsen van een slokdarmstent is de voedsel- en speekselpassage te verbeteren. Deze behandeling wordt uitgevoerd door een maag-, darm- en leverarts met behulp van een endoscoop.
Als stentplaatsing niet direct mogelijk is, moet u misschien opnieuw opgenomen worden om uw kransslagaderen te behandelen met een rotablator (soort kleine boor). Hiermee boort de cardioloog als het ware eerst de vernauwing in het bloedvat weg. Daarna kan de stent geplaatst worden.
De plaats waar de katheter in uw lichaam werd ingebracht, wordt gecontroleerd op kleurveranderingen, temperatuur en gevoeligheid. In het begin kunt u zich versuft voelen door de verdoving. Uw arts zal u vertellen wanneer u uit bed mag en mag gaan rondlopen.
Stents kunnen ongemak en pijn teweegbrengen, gewoonlijk in de blaas- en nierstreek (lendenstreek), maar soms ook in andere Page 10 10 streken zoals de lies, de plasbuis en de geslachtsdelen. Het ongemak en de pijn kunnen beter worden opgemerkt na fysieke handelingen en tijdens en na het urineren.
Hoewel het bewezen is dat het plaatsen van stents een veilige en effectieve behandelmethode is, kan het gebruik van stents, in uitzonderlijke gevallen, leiden tot iets wat stenttrombose wordt genoemd. Stenttrombose is een bloedstolsel dat optreedt na de implantatie van een stent.
Na dotteren of plaatsen van een stent moet u dit medicijn minimaal 12 maanden gebruiken. Bij hartkramp of na hartinfarct: de behandeling duurt minstens 1 jaar. Door ticagrelor elke dag te gebruiken, verkleint u de kans op een hartinfarct of beroerte door trombose.
Na een dotter- en stentbehandeling zijn sterke bloedplaatjesremmers nodig (clopidogrel, prasugrel en ticagrelor). Zo verminder je de kans op afsluiting van een stent. Een cardioloog geeft aan hoe lang dit nodig is. Na het stoppen van deze medicijnen heb je wel nog acetylsalicylzuur nodig.
Een stent is een klein, ontplooibaar buisje met een gaasachtige structuur, dat wordt gemaakt van medisch roestvrij staal of een kobaltlegering. Stents kunnen helpen bij het openhouden van de bloedvaten en het verminderen van de kans op een hernieuwde verstopping of vernauwing na het dotteren.
Een dotterbehandeling is een behandeling waarbij we met een ballon een vernauwing of afsluiting in uw bloedvat opheffen. Bij het plaatsen van een stent plaatsen we een slangetje met hieraan een stent (een soort metalen gaaswerkje) in de vernauwde ader. De stent houdt het bloedvat open.
stent kan niet meer worden verplaatst of verwijderd.
De stent vormt een belangrijk onderdeel van de dotter- procedure. Op jaarbasis worden er in Nederland zo'n 35.000 stents geplaatst.
De huidige aanbeveling - twaalf maanden bloedverdunners gebruiken na een stentimplantatie - is voornamelijk gebaseerd op onderzoek met oudere stents.
Er zijn drie soorten stents: metalen stents met en zonder medicijnen, en oplosbare stents. Oplosbare stents worden sinds september 2017 nauwelijks nog gebruikt.
Stents zijn metalen spiraaltjes of buisjes die aangebracht worden bij een kransslagadervernauwing om de doorgankelijkheid te verbeteren. De stent wordt in de kransslagader gebracht langs een ballonkatheter. Die moet voorkomen dat een opgerekt stukje zich opnieuw vernauwt.
Hoe lang gaat de omleiding mee? Hoe lang een bypass meegaat hangt ondere andere af van welke bloedvaten zijn gebruikt en hoe goed de conditie van je bloedvaten is. Er kunnen weer vernauwingen ontstaan in de omleidingen zelf. Die kans wordt kleiner door goede medicijnen en een gezonde leefstijl.
Medicijnen bij een ontsteking van de slokdarm
Bij een ontsteking van de slokdarm door maagzuur krijgt u een maagzuur-remmer zoals omeprazol. Artsen noemen dit een protonpomp-remmer of PPI. Dit medicijn kan uw klachten minder maken en meestal de slokdarm beter maken. U krijgt een maagzuur-remmer, meestal omeprazol.