Bij de regelmatige werkwoorden is de regel voor de jij-vorm ik-vorm + t: jij loopt – jij werkt – jij wordt – jij vindt. Maar als het werkwoord vóór jij staat, vervalt die t: loop jij – werk jij – word jij – vind jij.
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Regelmatige werkwoorden eindigen op een 'd' of een 't'. Als het voltooid deelwoord eindigt op een letter uit 't kofschip (dat wil zegen de letters: t, k, f, s, ch, p maar ook x) dan eindigt het voltooid deelwoord op een 't'. In de andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een 'd'.
Is het word of wordt in de zin 'Dit word(t) je vast niet kwalijk genomen'? Wordt is juist: 'Dit wordt je vast niet kwalijk genomen. ' De twijfel in dit soort zinnen wordt veroorzaakt doordat je achter de persoonsvorm staat.
Gemiddeld worden ze maar 6 tot 8 jaar oud.
De gemiddelde levensverwachting voor mannen in Nederland in de periode 2018-2021 is 80,0 jaar.Voor vrouwen is het gemiddelde 83,2 jaar in de periode 2018-2021.
In 2022 was de levensverwachting bij geboorte 80,1 jaar voor mannen en 83,1 jaar voor vrouwen. In 1950 was dat nog 70,3 jaar voor mannen en 72,6 jaar voor vrouwen. De levensverwachting wordt bepaald met behulp van de sterftekansen op elke leeftijd.
Waarom zijn “ik vindt, hij word en jij beantwoord” fout? De stam van het werkwoord eindigt op een -d, waardoor je niet hoort wanneer een -t moet worden toegevoegd bij de ik-, hij-, zij-, het- en jij-vorm in de tegenwoordige tijd.
Als je opeens niet meer weet of je een werkwoord met een -d, een -t of met -dt moet schrijven, kun je het volgende doen: Vervang het werkwoord waar je over twijfelt door het werkwoord 'smurfen'. Hoor je een -t bij het werkwoord smurfen? Dan schrijf je ook een -t bij het werkwoord waar je over twijfelde.
Een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen we volgens de regel stam plus t. In twee uitzonderingsgevallen komt er géén t achter de stam: Bij de ik-vorm: ik word.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Je = jouw of jou zonder extra nadruk
Ik heb het jou gevraagd, want jij kunt dit het best. Ik heb het je (liever niet: jou) gevraagd, maar je gaf geen antwoord. Jouw moeder houdt erg van toneel, maar mijn moeder helaas niet. Je (liever niet: Jouw) moeder houdt erg van toneel, hoorde ik.
Als “er” gebruikt wordt als plaatsaanduiding of in combinatie met een voorzetsel, mag je het niet weglaten. Als onderwerp van een passieve zin, als voorlopig onderwerp en in combinatie met een telwoord mag “er” worden gebruikt, maar het is vaak beter om een andere formulering te kiezen.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).
De drie vormen woon, woont en wonen noemen we de tegenwoordige tijd.
Wordt je of word je? Als het onderwerp van een zin 'je' of 'jij' is en de persoonsvorm vóór het onderwerp staat, schrijf je geen -t achter de stam. Dit geldt dus alleen voor werkwoordvervoegingen bij de jij-vorm.
Gij hadt en hadt gij zijn de correcte vormen.
Bij onregelmatige werkwoorden gaat de persoonsvorm bij ge/gij volgens de klassieke regel altijd uit op -t, ook in de verleden tijd en ook bij inversie. In grote delen van Nederland worden ge en gij haast niet meer gebruikt in gewone taal.
Juist is voor hetzelfde geld, zonder t. Het gaat hierin niet om de werkwoordsvorm geldt, maar om het zelfstandig naamwoord (het) geld.
Maar ook uit breed maatschappelijk onderzoek blijkt dat mannen een vrouw van rond de 25 jaar het meest aantrekkelijk vinden, ongeacht hun eigen leeftijd, zegt Rika Ponnet in 'De Wereld van Sofie'. "25 blijkt voor mannen de ideale leeftijd voor een vrouw te zijn.
De levensverwachting bij geboorte bedraagt op dit moment 80 jaar voor mannen en 83 jaar voor vrouwen. Het bereiken van een leeftijd van rond de tachtig is tegenwoordig dus heel normaal. En een op de vier mensen wordt ouder dan 90.