Volwassen sprinkhanen en krekels hebben een levensverwachting van enkele weken tot maanden. Slechts weinig soorten zijn meerjarig, een uitzondering zijn de op Nieuw-Zeeland endemische weta's.
De levensduur van sprinkhanen
Gemiddeld leefden de vrouwtjes van de meeste soorten tussen 40 en 50 dagen. Let wel dat dieren in het laboratorium meestal veel langer leven dan in de vrije natuur. Volwassen Struiksprinkhanen zouden gemiddeld niet langer dan één maand leven.
Sprinkhanen kunnen springen of zelfs vliegen over langere afstanden. Ze komen zo ook soms in huis terecht. Sprinkhanen zijn ongevaarlijk en bijten of steken niet.
Vrijwel alle soorten zijn goed gecamoufleerd en de meeste eten grassen, hoewel er ook tamelijk veel soorten zijn die andere planten eten. Enkele soorten produceren bijtende stoffen. Zelf dienen ze als voedsel voor parasitaire wespen en vliegen, keverlarven, vogels en reptielen.
Ze kunnen flink bijten, indien vastnemen niet noodzakelijk is moet het vermeden worden.
Ze zijn vrijwel altijd duidelijk zichtbaar. Met deze grotere facetogen worden voedsel en vijanden waargenomen. Facetogen bestaan uit heel veel kleine oogjes, ommatidia. Met elk oogje zien ze een heel klein stukje van de omgeving.
Natuurlijke vijanden zijn vogels, parasitaire wespen en roofwespen, zoals Scelio fulgidus), parasitoïde vliegen (Blaesoxipha spp., Trichopsidea oestracea en Cercia sp.), bepaalde soorten kevers, mijten (Tarsonemid sp. en Leptus sp.) en nematoden (Amphimermis).
Zijn insecten gezond? Sprinkhanen, meelwormen en kevers staan in Nederland dus het vaakst op het menu. En ze passen prima in een gevarieerde en gezonde voeding, meldt het Voedingscentrum. 'Ze bevatten veel goede voedingsstoffen, zoals eiwitten, onverzadigd vet, ijzer en vitamine B.
Het voedsel bestaat voornamelijk uit andere insecten die op planten leven, prooien worden met de stekelige voorpoten gegrepen en door de sterke kaken aan stukjes geknipt. Ook wordt soms wel aan planten geknaagd maar insecten, waaronder andere sprinkhanen, vormen het belangrijkste voedsel.
Wist je dat krekels en sprinkhanen geen water drinken? Alles wat ze nodig hebben is vers groenvoer.
Plantensoorten waar- van bekend is dat Gouden sprinkhanen er eitjes in leggen ont- breken nagenoeg in de hooi- en weilanden en op het schouwpad. Deze vegetaties bestaan voornamelijk uit grassen met een klein aandeel aan kruiden.
Met hun krachtige achterpoten katapulteren sprinkhanen zich gemiddeld 25 cm hoog en makkelijk een meter ver. Als je hun lichaamsomvang in acht neemt, kan je deze prestatie vergelijken met een mens die over een voetbalveld heen springt. Jep, ronduit indrukwekkend.
Sprinkhanen zijn te vinden op planten, meestal grassen.
Een sprinkhaan heeft zes poten. Met zijn twee achterpoten springt hij. De voorpoten dienen als bestek voor het eten. Zijn middelste poten gebruikt hij eigenlijk vooral om te lopen.
Sprinkhanen kan je warm zetten in een goed ventilerende bak met genoeg klimmogelijkheden. Sprinkhanen zoeken altijd de warmte van de lampen op in de bak. Sprinkhanen eten het liefst gras! Hier halen ze hun vocht en voedingsstoffen uit.
Sprinkhanen en krekels hebben een harde huid die niet meerekt. Ze kunnen daarom alleen groeien als ze helemaal vervellen. Na elke vervelling lijken de nimfen een beetje meer op de volwassen dieren.
Bewaar temperatuur 15 - 20 graden. Let op! Sprinkhanen zijn extreem gevoelig voor insecticide, zorg ervoor dat alles goed schoon gewassen is. Sprinkhanen hebben tevens behoefte aan calcium en het advies is dit aan het menu toe te voegen.
De sabelsprinkhanen maken geluid door met hun voorvleugels over elkaar te wrijven, het zogenoemde striduleren. De mannetjes doen dat om vrouwtjes te lokken. Deze lopen richting het geluid en de vrouwtjes kun je op bladeren nabij mannetjes vinden. De vrouwtjes maken zelf geen geluid.
Gemiddeld kan een sprinkhaan namelijk zo'n 25 centimeter hoog en makkelijk een meter ver springen.
De Sprinkhaan springt rond in ruimte en tijd en handelt in vertrouwen. De Sprinkhaan springt zonder te weten waar hij landt. De Sprinkhaan staat voor astraal reizen, stapt over obstakels heen en maakt nieuwe stappen vooruit. Ook bezit de sprinkhaan het vermogen om snel van carrière te veranderen.
Bidsprinkhanen kunnen met hun krachtige voorpoten vogels te vangen en verorberen (zie filmpje). Vooral kolibries in de Verenigde Staten zijn vaak slachtoffer van de insecten, maar ook zangvogels vallen regelmatig ten prooi aan de sprinkhanen.
Sommige soorten kunnen héél goed vliegen (bruine sprinkhaan, ratelaar, boomsprinkhaan), andere helemaal niet omdat ze geen of gereduceerde vleugels hebben (zuidelijke boomsprinkhaan en struiksprinkhaan). Bij krasser en zeggedoorntje kunnen dan weer sommige individuen vliegen.
De sprinkhaan komt voor in grote delen van Europa en komt ook in Nederland en België voor. Het is een bewoner van vochtige zandgronden, kleigronden worden vermeden. De sprinkhaan kan zwemmen en komt onder andere voor langs oevers.
Vochtige terreinen warmen minder snel op en sprinkhanen zijn niet zo goed bestand tegen lage temperaturen. Bovendien kan te veel vocht zorgen voor schimmelinfecties bij de eieren, de nimfen en de imago's.
Beschrijving. Het mannetje wordt 26 tot 34 millimeter lang, het vrouwtje zo'n 27 tot 42 mm en hiermee is het de grootste inheemse sprinkhaan van Nederland en België.