Afhankelijk van de soort maximaal 13-37 jaar.
Een sperwer bijvoorbeeld, een roofvogeltje van maar 160 tot 300 gram, heeft aan twee prooien per dag genoeg. Gemiddeld ongeveer 80 gram. Een nest met vijf jongen verorbert per dag 560 gram aan voedsel (mannetje en vrouwtje samen 160 gram, de vijf jongen elk 80 gram = 400 gram). Dat komt overeen met 14 zangvogels.
Nestelt vanaf eind april in een nest dat ieder jaar opnieuw gebouwd wordt. Vaak wordt het nest gebouwd in naaldbomen. Vanwege concurrentie met de havik broedt de sperwer nogal verborgen. Broedt om dezelfde reden vaak in redelijk dicht bos.
Vogels die bidden, hebben zonder uitzondering een uitstekend gezichtsvermogen. Bekende "bidders" zijn soorten uit de families valken, sperwers (niet alle soorten), sternen en kerkuilen.
De vleugels zijn veel breder dan van valken, waarvoor ze vaak worden aangezien. Opvallend is het grote verschil in formaat tussen mannetje en vrouwtje. Vrouwtjes zijn groter en zwaarder dan mannetjes en jagen op grotere prooien. De lengte van kop tot staart varieert van 28 tot 38 centimeter.
Vijanden van de sperwer
Sperwers hebben zelf ook vijanden. De havik, waar de vogel veel op lijkt – is echter de grootste vijand. Daarnaast vallen er veel slachtoffers doordat ze in tuinen met hoge snelheid tegen ramen aanvliegen. Mensen kunnen helpen dit te voorkomen.
Belangrijkste prooien zijn zangvogels zoals mussen, mezen en spreeuwen. Het mannetje is een stuk kleiner dan het vrouwtje. De grotere vrouwtjes pakken ook wel grotere vogels, zoals Turkse tortels en leven in een meer open gebied. Sperwers zijn drieste en volhardende jagers.
Sperwer (Accipiter nisus)
De sperwer is een kleine, schuwe roofvogel die vaak uit het niets opduikt en een supersnelle aanval uitvoert op de vogels op en rond je voedertafel.
De vleugels van sperwers zijn relatief kort en meer rechthoekig, terwijl die van de havik langer zijn in verhouding tot de staart, en puntiger van vorm. Een goed kenmerk is de vorm van de staartpunt: duidelijk afgerond bij haviken, de staart van sperwers heeft recht afgesneden hoeken.
Ze eten in het voorjaar en de zomer insecten. In de wintermaanden dwalen ze rond op zoek naar voedsel en komen steeds vaker terecht op voedertafels in tuinen. In naaldbossen eten ze 's winters de zaden van sparren- en dennenkegels. Grote bonte spechten eten ook wel eieren en jongen van andere vogels.
Roofvogels als buizerd en havik vallen vallen gericht kippen in een buitenuitloop aan. Pluimveebedrijven met een uitloop ondervinden daarvan substantieel schade. De roofvogels lijken volgens een vast patroon te werken, blijkt uit onderzoek. Leghennen die buiten lopen, worden aan gevaren blootgesteld.
Vergiftiging. De prooien van de torenvalk, kunnen soms tot problemen leiden. Want wat eet een veldmuis, dat is afhankelijk van waar hij leeft. In natuurgebieden daar is het goed toeven en eet de veldmuis van grassen, kruiden, maar ook insecten en slakken.
Het vrouwtje van de havik is duidelijk groter dan het mannetje en is bijna even groot als een buizerd. Een klein(er) mannetje kan verwisseld worden met een sperwer. De havik heeft een wat langzamere, doch wat krachtigere vleugelslag dan de sperwer en heeft een kortere staart.
Meer nog, postduiven stammen af van de rotsduif, een klifbroeder net als de slechtvalk. Ze komen dus van nature in hetzelfde habitat voor en duiven zijn dan ook een belangrijke voedselbron voor deze soort. Havik en slechtvalk zijn een stuk zeldzamer dan de andere drie, maar kunnen lokaal wel problemen vormen.
Welke vogel eet een duif? De meeste in Nederland voorkomende soorten, zoals kerkuilen, ransuilen, steenuilen, torenvalken en buizerds zijn niet tot nauwelijks een bedreiging voor onze duiven. De havik, slechtvalk en sperwer zijn de soorten waaruit de meeste bedreiging voort komt.
Vooral slechtvalk en havik, in mindere mate wijfje sperwer, zijn van belang voor predatie op reisduiven. De som van die soorten nam de laatste jaren niet opvallend verder toe in Vlaanderen. Ze jagen mogelijk recent wel meer in (voor)stedelijke omgeving.
De maximale leeftijd van de buizerd is 26 jaar in de vrije natuur, en 30 jaar in gevangenschap. Een buizerd is pas na 3 à 4 jaar geslachtsrijp. Uitwerpselen worden over de nestrand 'gespoten', zo houden ze het nest schoon. Hoe ouder de jongen, hoe verder je deze uitwerpselen van het nest kan terugvinden.
In hun vliegbeeld vallen deze op door hun smallere vorm, meestal toegevouwen staart in vlucht en spitse en geknikte vleugels. Vertegenwoordiger zijn torenvalk, boomvalk, smelleken en slechtvalk.
Voor een havik zijn volwassen verenkleed krijgt, is zijn verenkleed bruiner, de buik is lichter beige, met donkere druppelvormige strepen. Een volwassen havik heeft een witte wenkbrauwstreep boven het oog, die sterk contrasteert met de donkere kruin en oorstreek. De havik wordt gemakkelijk verward met de sperwer.
Klamper is de overkoepelende naam die wordt gegeven aan diverse roofvogels omdat hij zijn prooi vastklampt met zijn klauwen. Vooral de jongste jaren worden sperwers, torenvalken, haviken en andere roofvogels uitgezet door natuurorganisaties, netjes geringd om hun biotoop te kunnen bepalen. Beschermde vogels dus.
Het nest bevindt zich op de grond meestal in riet en soms in andere 0,5-2 meter hoge begroeiing: buitendijks in zeebies en een enkele keer binnendijks in landbouwgewas, bijvoorbeeld luzerne of graan. Bruine kiekendieven komen aan hun voedsel door laag vliegend de vegetatie af te speuren.